Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten × Doorgaan

Vers le contenu de cette page

Wat invullen?

1 - Gegevens in verband met de tewerkstelling

1.1 - Begin- en einddatum van de tewerkstelling


BEGINDATUM

EINDDATUM

DEELTIJDS

1ste dag van de maand
(of de reële begindatum indien de tewerkstelling in de loop van de maand aanvangt

Laatste dag van de maand
(of de reële einddatum indien de tewerkstelling in de loop van de maand eindigt)

VOLTIJDS

1ste dag van de tewerkstelling

Niets vermelden
(tenzij in geval van einde van de tewerkstelling in de maand, dan de reële einddatum vermelden)

Opmerking bij het gebruik van de webtoepassing: indien het gaat om een deeltijdse tewerkstelling waarvan de begindatum zich situeert vóór de maand waarvoor u de aangifte verricht, zal de toepassing deze datum als begindatum van de tewerkstelling vermelden. U hoeft deze datum niet aan te passen. De toepassing zal er voor zorgen dat in de ASR die op basis van uw verklaring naar de sector werkloosheid wordt verstuurd de opgegeven werkelijke begindatum wordt gewijzigd naar de eerste dag van de maand waarop de aangifte betrekking heeft.
Dit principe geldt ook indien u bij een deeltijdse tewerkstelling die verder loopt na de maand waarvoor u de aangifte verricht geen einddatum zou vermelden. De toepassing zal er dan automatisch voor zorgen dat in de ASR die de sector werkloosheid ontvangt als einddatum van de tewerkstelling de laatste dag van de maand waarop de aangifte betrekking heeft wordt vermeld.

Specifieke situatie: begin- en einddatum in geval van (groeperen van) opeenvolgende tewerkstellingen

Opgelet: voltijdse en deeltijdse tewerkstellingen kunnen niet worden gegroepeerd (behalve : tijdelijk voltijdse tewerkstellingen - zie hoofdstuk “wanneer?”)

1) Ononderbroken opeenvolgende voltijdse tewerkstellingen

Einddatum

- indien de arbeidsovereenkomst overlapt met de volgende maand, wordt geen einddatum vermeld.
Voorbeeld : contract van maandag 30/10 tot en met vrijdag 03/11

- indien de arbeidsovereenkomst eindigt in de maand (ook al is dit op de laatste dag van de maand, ook al zou deze ononderbroken vervolgd worden in de volgende maand), wordt de einddatum vermeld.
Voorbeeld : contract van maandag 27/10 tot en met vrijdag 31/10 (ook al wordt de tewerkstelling op maandag 03/11 verder gezet).

Begindatum

- indien de vorige aangifte een einddatum bevatte, wordt de datum van aanvang van de arbeidsovereenkomst (dimona) in de betrokken maand vermeld
Voorbeeld : contract van maandag 27/10 tot en met vrijdag 31/10 en van maandag 03/11 tot en met vrijdag 07/11 → volgens het voorgaande werd voor de maand oktober als einddatum 31/10 vermeld, voor de maand november wordt als begindatum 03/11 vermeld

- indien de vorige aangifte geen einddatum bevatte, wordt de begindatum vermeld in de vorige aangifte hernomen

- indien het over de eerste aangifte gaat, dan wordt de begindatum (dimona) van de eerste tewerkstelling in de maand waarvoor de aangifte wordt gedaan vermeld; deze datum kan zich dus ook vóór deze maand situeren.
Voorbeeld : vanaf 01/01/2016, opeenvolgende ononderbroken voltijdse tewerkstelling bij dezelfde werkgever
- tijdens de arbeidsovereenkomst van 07/03/2016 tot en met 11/03/2016 is er jeugdvakantie op 09/03/2016
- de aangifte scenario 10 voor de maand maart vermeldt als begindatum van de tewerkstelling 29/02/2016, dit is de begindatum van de eerste arbeidsovereenkomst in de maand waarvoor de aangifte wordt gedaan.

Opmerking:
Indien er een onderbreking in de aangiften is (bv. omdat er in bepaalde maanden geen jeugd- of seniorvakantie was) en in de vorige aangifte een einddatum werd vermeld, dan wordt in de nieuwe aangifte eveneens de begindatum (dimona) van de eerste tewerkstelling in de maand waarvoor de aangifte wordt gedaan vermeld; deze datum kan zich dus ook vóór deze maand situeren.

Voorbeeld :
- ASR scenario 10 voor 02/2016 met einddatum tewerkstelling 29/02/2016
- verder opeenvolgende ononderbroken voltijdse tewerkstelling bij dezelfde werkgever
- arbeidsovereenkomst van 09/05/2016 tot en met 13/05/2016 met jeugdvakantie op 13/05/2016.
- de aangifte scenario 10 voor de maand mei vermeldt als begindatum van de tewerkstelling 02/05/2016, dit is de begindatum van de eerste arbeidsovereenkomst in de maand waarvoor de aangifte wordt gedaan.

Deze werkwijze wordt, ongeacht er in de vorige aangifte een einddatum was vermeld, ook gevolgd indien er naast een onderbreking van de aangiften ook een onderbreking van de tewerkstelling bij dezelfde werkgever was.

Voorbeeld :
- ASR scenario 10 voor 10/2015 zonder einddatum tewerkstelling vermeld
- onderbreking van de tewerkstelling in 11/2015
- nieuwe ononderbroken opeenvolgende voltijdse tewerkstellingen vanaf 16/11/2015
- tijdens tewerkstelling van 14/12/2015 tot 18/12/2015, jeugdvakantie op 14/12/2015
- de ASR scenario 10 voor de maand 12/2015 vermeldt als begindatum van de tewerkstelling 30/11/2015

2) Ononderbroken opeenvolgende deeltijdse tewerkstellingen

Begindatum:

- ofwel de eerste dag van de maand indien die dag door een arbeidsovereenkomst gedekt wordt

Voorbeeld 1 : in geval van een arbeidsovereenkomst die twee maanden overlapt, bv. van 27/10 tot en met 15/11 → voor de maand november wordt 01/11 vermeld

Voorbeeld 2 : arbeidsovereenkomst van 27/10 tot en met 15/11, onmiddellijk gevolgd door arbeidsovereenkomst van 18/11 tot en met 22/11.
jeugdvakantie op 19 en 20/11.
→ voor de maand november wordt 01/11 vermeld

- ofwel de in de betrokken maand gelegen reële (dimona) begindatum van de arbeidsovereenkomst indien de eerste dag van de maand niet wordt gedekt door een arbeidsovereenkomst.

Voorbeeld :
tewerkstelling tot vrijdag 31/10 en aansluitend vanaf maandag 03/11 → voor de maand november wordt de begindatum 03/11 vermeld

Einddatum:

- ofwel de laatste dag van de maand indien deze dag gedekt wordt door een arbeidsovereenkomst

Voorbeeld 1 : in geval van een arbeidsovereenkomst die twee maanden overlapt , bv. van 27/10 tot en met 15/11, wordt voor de maand oktober de einddatum 31/10 vermeld

Voorbeeld 2 : arbeidsovereenkomst van 18/11 tot en met 22/11, onmiddellijk gevolgd door arbeidsovereenkomst van 25/11 tot en met 31/12.
jeugdvakantie op 19 en 20/11 → voor de maand november wordt 30/11 vermeld

- ofwel de reële (dimona) einddatum van de laatste tewerkstelling in de maand, indien de laatste dag van de maand niet gedekt is door een arbeidsovereenkomst

Voorbeeld 1 : tewerkstelling tot vrijdag 29/10 en aansluitend opnieuw vanaf maandag 01/11 → voor de maand oktober wordt de einddatum 29/10 vermeld

Voorbeeld 2 : tewerkstelling van 18/09 tot en met 22/10 en aansluitend van 25/10 tot en met 29/10.
jeugdvakantie op 21/10.
U vermeldt voor de maand oktober als einddatum 29/10.

1.2 – Aantal dagen per week van de arbeidsregeling

Vast wekelijks arbeidsregime
Indien de werknemer is tewerkgesteld met een vast wekelijks arbeidsregime, vermeldt u het aantal werkdagen van de week. Het arbeidsregime is vast indien de werknemer wekelijks op een vast aantal dagen is tewerkgesteld. Deze zone kan dus de waarden 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6 of 7 dagen/week aannemen.

Variabel arbeidsregime
Indien het wekelijks arbeidsregime van de werknemer variabel is, gaat het om het gemiddeld aantal dagen per week tijdens dewelke de werknemer geacht wordt tewerkgesteld te zijn, rekening houdend met alle werkdagen van de arbeidscyclus.

Voorbeeld: in geval van een tewerkstelling drie achtereenvolgende weken gedurende 5 dagen, gevolgd door een vierde week met een tewerkstelling op 4 dagen, dan is deze waarde 4,75. Deze waarde wordt bekomen door het gemiddelde te nemen van het aantal werkdagen per week gedurende de cyclus van 4 weken (5+5+5+4) / 4), afgerond tot 2 decimalen.

Indien het gaat om werknemers die in een variabele regeling zonder cyclus werken (= geen vooraf vaststaand aantal dagen per week en geen terugkerende cyclus), dan berekent u zelf het aantal dagen per week van het arbeidsstelsel, door het totaal aantal aangegeven dagen te delen door het aantal weken van de refertemaand (te beperken tot de periode van de tewerkstelling).

In dat geval is het dus zeer waarschijnlijk dat het arbeidsregime van de werknemer iedere refertemaand (lichtjes) verschillend zal zijn.

Specifieke gevallen – meerdere arbeidsregimes in één maand

Indien u, voor éénzelfde maand, meerdere opeenvolgende tewerkstellingen met verschillende arbeidsregimes in één ASR groepeert, vermeldt u het arbeidsregime van de laatste tewerkstelling in de loop van de maand.

Indien u, voor éénzelfde maand, meerdere overlappende tewerkstellingen in één ASR groepeert, stelt u het arbeidsregime vast na het samenvoegen van de tewerkstellingen. Deze samengevoegde tewerkstelling kan ofwel een vast ofwel een variabel arbeidsregime hebben.

Voorbeeld 1 (de samengevoegde tewerkstelling heeft een vast arbeidsregime):

Contract 1


Maandag

Dinsdag

Woensdag

Donderdag

Vrijdag

Zaterdag

Zondag

Week 1

6,00

-

4,00

-

-

-

-

Week 2

6,00

-

4,00

-

-

-

-

Week 3

6,00

-

4,00

-

-

-

-

Week 4

6,00

-

4,00

-

-

-

-

Contract 2


Maandag

Dinsdag

Woensdag

Donderdag

Vrijdag

Zaterdag

Zondag

Week 1

-

-

4,00

4,00

4,00

3,00

-

Week 2

-

-

4,00

4,00

4,00

3,00

-

Week 3

-

-

4,00

4,00

4,00

3,00

-

Week 4

-

-

4,00

4,00

4,00

3,00

-

Contract 1 + 2


Maandag

Dinsdag

Woensdag

Donderdag

Vrijdag

Zaterdag

Zondag

Week 1

6,00

-

8,00

4,00

4,00

3,00

-

Week 2

6,00

-

8,00

4,00

4,00

3,00

-

Week 3

6,00

-

8,00

4,00

4,00

3,00

-

Week 4

6,00

-

8,00

4,00

4,00

3,00

-

Het arbeidsregime van de overlappende tewerkstellingen bedraagt 5 dagen per week.

Voorbeeld 2 (de samengevoegde tewerkstelling heeft een variabel arbeidsregime):

Contract 1 (= variabel met een cyclus van 4 weken)


Maandag

Dinsdag

Woensdag

Donderdag

Vrijdag

Zaterdag

Zondag

Week 1

3,80

3,80

3,80

3,80

3,80

-

-

Week 2

-

-

4,00

5,00

4,00

6,00

-

Week 3

3,80

3,80

3,80

3,80

3,80

-

-

Week 4

-

4,00

-

5,00

4,00

6,00

-

Contract 2 (= variabel met een cyclus van 2 weken)


Maandag

Dinsdag

Woensdag

Donderdag

Vrijdag

Zaterdag

Zondag

Week 1

3,00

3,00

3,00

4,00

-

-

-

Week 2

4,00

5,00

-

-

4,00

-

-

Contract 1 + 2 (= variabel met een cyclus van 4 weken)


Maandag

Dinsdag

Woensdag

Donderdag

Vrijdag

Zaterdag

Zondag

Week 1

6,80

6,80

6,80

7,80

3,80

-

-

Week 2

4,00

5,00

4,00

5,00

8,00

6,00

-

Week 3

6,80

6,80

6,80

7,80

3,80

-

-

Week 4

4,00

9,00

-

5,00

8,00

6,00

-

Het arbeidsregime van de overlappende tewerkstellingen bedraag (5 + 6 + 5 + 5 ) / 4 = 5,25 dagen per week.

Indien bij samenvoeging van overlappende deeltijdse contracten de concrete werkroosters niet gekend zijn, gaat u als volgt te werk:
- wat betreft het werkschema (zie hierna 1.3) vermeldt u de code 99;
- wat betreft het aantal dagen per week van de tewerkstelling telt u het aantal dagen per week van de onderscheiden tewerkstellingen op en beperkt u in voorkomend geval het resultaat tot 7;
- in de algemene commentaarzone vermeldt u “samenvoeging van overlappende deeltijdse arbeidsovereenkomsten”.

1.3 - Werkschema

U geeft hier het werkschema van de werknemer weer, aan de hand van volgende codes.

01 : vast wekelijks werkschema (voltijds)

Voorbeeld:
De werknemer werkt elke week hetzelfde aantal uren op steeds dezelfde dagen.


Maandag

Dinsdag

Woensdag

Donderdag

Vrijdag

Zaterdag

Zondag

Week 1

8,00

8,00

8,00

8,00

6,00

-

-

Week 2

8,00

8,00

8,00

8,00

6,00

-

-

Week 3

8,00

8,00

8,00

8,00

6,00

-

-

Week 4

8,00

8,00

8,00

8,00

6,00

-

-

02 : vast werkschema, anders dan wekelijks (voltijds)

Voorbeeld 1:
Een werknemer werkt voltijds met een regime (Q/S) van 38/38. Hij werkt 8 uur per dag, waardoor hij voor de vrijdag van de vierde week een inhaalrustdag verwerft.


Maandag

Dinsdag

Woensdag

Donderdag

Vrijdag

Zaterdag

Zondag

Week 1

8,00

8,00

8,00

8,00

8,00

-

-

Week 2

8,00

8,00

8,00

8,00

8,00

-

-

Week 3

8,00

8,00

8,00

8,00

8,00

-

-

Week 4

8,00

8,00

8,00

8,00

-

-

-

Voorbeeld 2:
Een werknemer werkt voltijds met een regime (Q/S) van 38/38.De werknemer werkt evenwel slechts 6 uur in plaats van 8 uur elke eerste en derde vrijdag slechts 6 uur en elke tweede en vierde woensdag.


Maandag

Dinsdag

Woensdag

Donderdag

Vrijdag

Zaterdag

Zondag

Week 1

8,00

8,00

8,00

8,00

6,00

-

-

Week 2

8,00

8,00

6,00

8,00

8,00

-

-

Week 3

8,00

8,00

8,00

8,00

6,00

-

-

Week 4

8,00

8,00

6,00

8,00

8,00

-

-

03 : deeltijdse werkhervatting tijdens een periode van arbeidsongeschiktheid (voltijds)

Het kan hier gaan om meerdere situaties:

• een voltijdse werknemer is arbeidsongeschikt en hervat tijdens deze ongesch iktheid deeltijds het werk
• een voltijdse werknemer wordt na een periode van arbeidsongeschiktheid geschikt verklaard, maar tekent tegen deze beslissing beroep aan; tijdens deze periode (waarin hij aanspraak maakt op uitkeringen als tijdelijk werkloze) hervat hij deeltijds het werk
• een voltijdse werknemer wordt na een periode van arbeidsongeschiktheid geschikt verklaard en tekent tegen deze beslissing geen beroep aan; hij blijft echter tijdelijk ongeschikt voor de uitoefening van zijn functie tijdens deze periode (waarin hij aanspraak maakt op uitkeringen als tijdelijk werkloze) hervat hij deeltijds het werk

Voorbeeld:
Een werknemer werkt voltijds met een regime (Q/S) van 40/40. Hij wordt arbeidsongeschikt.
Met toestemming van de adviserend geneesheer van de mutualiteit kan hij het werk deeltijds (20u/week) hervatten. De werkgever betaalt het deeltijdse loon; het ziekenfonds betaalt een vergoeding als aanvulling tot het contractuele voltijdse loon.


Maandag

Dinsdag

Woensdag

Donderdag

Vrijdag

Zaterdag

Zondag

Week 1

4,00

4,00

4,00

4,00

4,00

-

-

Week 2

4,00

4,00

4,00

4,00

4,00

-

-

Week 3

4,00

4,00

4,00

4,00

4,00

-

-

Week 4

4,00

4,00

4,00

4,00

4,00

-

-

04 : weekendoverbruggingsploeg (voltijds)

Voorbeeld:
Een werknemer werkt 12 uur op zaterdagen, zondagen en feestdagen. Hij wordt gelijkgesteld met een voltijdse werknemer.


Maandag

Dinsdag

Woensdag

Donderdag

Vrijdag

Zaterdag

Zondag

Week 1

-

-

-

-

-

12,00

12,00

Week 2

-

-

-

-

-

12,00

12,00

Week 3

-

-

-

-

-

12,00

12,00

Week 4

-

-

-

-

-

12,00

12,00

10 : vast uurrooster met elke week hetzelfde aantal vaste arbeidsdagen (deeltijds)

Voorbeeld:
De werknemer werkt elke week steeds hetzelfde aantal uren op steeds dezelfde dagen.


Maandag

Dinsdag

Woensdag

Donderdag

Vrijdag

Zaterdag

Zondag

Week 1

4,00

4,00

4,00

4,00

3,50

-

-

Week 2

4,00

4,00

4,00

4,00

3,50

-

-

Week 3

4,00

4,00

4,00

4,00

3,50

-

-

Week 4

4,00

4,00

4,00

4,00

3,50

-

-

11 : vast uurrooster met wekelijks wisselende arbeidsdagen of wisselend aantal arbeidsdagen (deeltijds)

Voorbeeld 1:
De werknemer werkt wekelijks 24u/38, met iedere werkdag steeds hetzelfde aantal uren, maar niet steeds op dezelfde dagen.


Maandag

Dinsdag

Woensdag

Donderdag

Vrijdag

Zaterdag

Zondag

Week 1

-

-

8,00

8,00

8,00

-

-

Week 2

8,00

8,00

8,00

-

-

-

-

Week 3

-

-

8,00

8,00

8,00

-

-

Week 4

8,00

8,00

8,00

-

-

-

-

Voorbeeld 2 :
De werknemer werkt wekelijks 20u/38, maar de werkdagen en het aantal uur per dag wisselen in het kader van een cyclus van 4 weken.


Maandag

Dinsdag

Woensdag

Donderdag

Vrijdag

Zaterdag

Zondag

Week 1

-

-

3,00

3,00

6,00

8,00

-

Week 2

4,00

4,00

-

-

4,00

8,00

-

Week 3

-

-

3,00

3,00

6,00

8,00

-

Week 4

4,00

4,00

-

-

4,00

8,00

-

Voorbeeld 3 :
De werknemer werkt volgens een regime van 20u/38. Hij werkt voltijds de ene week en de andere week niet.


Maandag

Dinsdag

Woensdag

Donderdag

Vrijdag

Zaterdag

Zondag

Week 1

8,00

8,00

8,00

8,00

8,00

-

-

Week 2

-

-

-

-

-

-

-

Week 3

8,00

8,00

8,00

8,00

8,00

-

-

Week 4

-

-

-

-

-

-

-

Voorbeeld 4 :
De werknemer werkt volgens een regime van 20u/38. Hij werkt altijd op dezelfde dagen van de week, maar het aantal uren per dag verschilt naargelang de week.


Maandag

Dinsdag

Woensdag

Donderdag

Vrijdag

Zaterdag

Zondag

Week 1

4,00

4,00

-

6,00

6,00

-

-

Week 2

4,00

4,00

-

6,00

6,00

-

-

Week 3

6,00

6,00

-

4,00

4,00

-

-

Week 4

6,00

6,00

-

4,00

4,00

-

-

12 : variabel uurrooster (deeltijds)

Dit is het geval indien de arbeidsovereenkomst niet verwijst naar een uurrooster en de werknemer in functie van de noodwendigheden per prestatie vooraf wordt verwittigd wanneer hij moet werken.

13 : vast maandloon met wisselende prestaties per maand of maanden zonder prestaties (deeltijds)

Deze code wordt gebruikt bij een tewerkstelling in de non-profitsector (PC 152, 225, 318, 319, 327, 329, 330, 331, 332, 337, ...).

14 : deeltijdse werkhervatting tijdens een periode van arbeidsongeschiktheid (deeltijds)

Het kan hier gaan om meerdere situaties:
• een deeltijdse werknemer is arbeidsongeschikt en hervat tijdens deze ongeschiktheid deeltijds (met minder uren dan contractueel voorzien) het werk
• een deeltijdse werknemer wordt na een periode van arbeidsongeschiktheid geschikt verklaard, maar tekent tegen deze beslissing beroep aan; tijdens deze periode (waarin hij aanspraak maakt op uitkeringen als tijdelijk werkloze) hervat hij deeltijds (met minder uren dan contractueel voorzien) het werk
• een deeltijdse werknemer wordt na een periode van arbeidsongeschiktheid geschikt verklaard en tekent tegen deze beslissing geen beroep aan; hij blijft echter tijdelijk ongeschikt voor de uitoefening van zijn functie tijdens deze periode (waarin hij aanspraak maakt op uitkeringen als tijdelijk werkloze) hervat hij deeltijds (met minder uren dan contractueel voorzien) het werk

Voorbeeld :
Een werknemer heeft een tewerkstellingsbreuk (Q/S) van 30u/38. Hij wordt arbeidsongeschikt. Met de toestemming van de adviserend geneesheer van het ziekenfonds mag hij het werk deeltijds (20u/week) hervatten. De werkgever betaalt het deeltijdse loon; het ziekenfonds betaalt een vergoeding als aanvulling tot het contractuele deeltijdse loon.


Maandag

Dinsdag

Woensdag

Donderdag

Vrijdag

Zaterdag

Zondag

Week 1

4,00

4,00

4,00

4,00

4,00

-

-

Week 2

4,00

4,00

4,00

4,00

4,00

-

-

Week 3

4,00

4,00

4,00

4,00

4,00

-

-

Week 4

4,00

4,00

4,00

4,00

4,00

-

-

98 : tewerkstelling als leerkracht

Deze code mag enkel gebruikt worden voor personeelsleden bezoldigd door de departementen onderwijs van de resp. gemeenschappen. De code is gekoppeld aan de aard van de bezoldiging en niet noodzakelijk aan het uitgeoefende werk.

99 : geen van de andere codes
Deze code wordt alleen gebruikt indien geen enkele van de andere codes van toepassing is (bv. in geval van een voltijdse tewerkstelling met een variabel werkschema). U gebruikt deze code ook indien u meerdere tewerkstellingen (met dezelfde of een verschillende factor Q) samenvoegt of indien, binnen dezelfde tewerkstelling, het werkschema wijzigt in de loop van de maand.

Opmerking: de code werkschema ook blijft behouden indien een werknemer die werkt met een vaste uurregeling (bv. code werkschema 10) occasioneel een arbeidsdag zou omwisselen of bijkomend op een andere dag zou werken.

1.4 - Onderbreking van de tewerkstelling

In deze zone duidt u aan of de ASR betrekking heeft op een ononderbroken deeltijdse tewerkstelling met een verschillende factor Q (waarde “3” bij batchverwerking) of op een tijdelijke voltijdse tewerkstelling (waarde “4” bij batchverwerking – zie Wanneer? punt 2.1) of op een ononderbroken tewerkstelling met dezelfde factor Q maar met een verschillend aantal dagen per week van de tewerkstelling en/of een verschillende code werkschema (waarde “5” bij batchverwerking). Is dit niet het geval, gaat het om een gewone tewerkstelling (waarde “2” bij batchverwerking).

Uitleg betreffende de situatie van ononderbroken opeenvolgende deeltijdse tewerkstellingen met een verschillende factor Q (waarde “3” bij batchverwerking):

Met “ononderbroken deeltijdse tewerkstelling” worden opeenvolgende tewerkstellingen, enkel onderbroken door een weekend, een feestdag of een inhaalrustdag bedoeld, en waarvan de factor Q verschilt.

Volgende kenmerken van deze tewerkstellingen moeten daarenboven gelijk zijn :
- werkgeverscategorie;
- werknemerscode;
- paritair comité;
- factor S ;
- statuut (code D: huisarbeider).Tenzij het gaat om een statuut van huisarb eider (code D), verhindert een verschil in statuut het samenvoegen van tewerkstellingen niet.

Indien het gaat over een ononderbroken deeltijdse tewerkstelling, vermeldt u voor elke tewerkstelling de begin- en de einddatum in de maand (indien de tewerkstelling begint vóór of doorloopt na het einde van de maand vermeldt u de eerste of de laatste dag van de maand) en de factor Q; de webtoepassing zal dan de gemiddelde factor Q berekenen.

Voorbeeld 1 :
Tewerkstelling van 25.07.2016 tot 17.08.2016 a rato van 20/38.
Tewerkstelling van 18.08.2016 tot 25.08.2016 a rato van 25/38. Het contract eindigt op 25.08.2016.

Voor de maand juli vermeldt u als begindatum 25.07.2016 en als einddatum 31.07.2016.
Voor de maand augustus vermeldt u als begindatum 01.08.2014 en als einddatum 25.08.2016.

Voorbeeld 2 :
Tewerkstelling van 25.07.2016 tot 17.08.2016 a rato van 20/38.
Tewerkstelling van 18.08.2016 tot 15.09.2016 a rato van 25/38. Het contract eindigt op 15.09.2016.

Voor de maand juli vermeldt u als begindatum 25.07.2016 en als einddatum 31.07.2016.
Voor de maand augustus vermeldt u als begindatum 01.08.2016 en als einddatum 31.08.2016.
Voor de maand september vermeldt u als begindatum 01.09.2016 en als einddatum 15.09.2016.

Herinnering : het voorgaande geldt niet in geval van voltijdse tewerkstelling, in welk geval u de reële begindatum vermeldt en geen einddatum, tenzij deze gelegen is in de loop van de maand.

Voorbeeld :
Tewerkstelling van 25.07.2016 tot 15.09.2016 a rato van 38/38.
Voor de maand juli vermeldt u als begindatum 25.07.2016 en u vermeldt geen einddatum.
Voor de maand augustus vermeldt u als begindatum 25.07.2016 en u vermeldt geen einddatum.
Voor de maand september vermeldt u als begindatum 25.07.2016 en als einddatum 15.09.2016.

In geval het gaat om een tijdelijke voltijdse tewerkstelling (zie Wanneer? – punt 3.3) volgt u daarentegen voor het vermelden van de begin- en einddatum wel bovenstaande principes van de deeltijdse tewerkstelling.

2 - Referteperiode

Dit is steeds de eerste en laatste kalenderdag van de maand waarvoor u jeugd- of seniorvakantie-uren aangeeft.

3 - Aard van de dag

U geeft voor de wettelijke vakantiedagen en de dagen jeugd- of seniorv akantie de datum, een code en het aantal uren.

Als in de eerste maand met jeugd- of seniorvakantie nog een saldo betaalde vakantie overblijft, vermeldt u zowel de resterende betaalde vakantie als de jeugd- of seniorvakantie.

3.1 - Aanduiding van de dag

Geef de datum van de vakantiedag.

3.2 - Code aard van de dag

Enkel de volgende 2 codes zijn toegelaten: de code 3.1 (wettelijke vakantie) en de code 3.4 (jeugd- of seniorvakantie).

Voor de resterende uren betaalde vakantie vermeldt u de code " 3.1" (wettelijke vakantie).

Voor de jeugd- en seniorvakantie-uren vermeldt u de code "3.4" (jeugd- of se niorvakantie).

Vermeld geen vakantie-uren op wettelijke feestdagen of op vervangings-dagen van feestdagen.

De overgang van de wettelijke, betaalde vakantie (code "3.1") naar de jeugd- of seniorvakantie (code "3.4") wordt ook door de sector berekend. Indien uw aangifte een ander resultaat vermeldt dan berekend door de sector, zal deze dit zelf rechtzetten.

Eénmalig, namelijk op de eerste dag met jeugd- of seniorvakantie, kunnen beide codes op dezelfde dag voorkomen: die dag bestaat dan bijvoorbeeld uit 3,60 u betaalde vakantie (code "3.1") en uit 4,00 u jeugd- of seniorvakantie (code " 3.4").

Het eventuele recht op bijkomende vakantiedagen (bijkomende vakantie of vakantie toegekend bij algemeen bindend verklaarde CAO en compensatiedagen gedekt door loon) heeft geen invloed op de berekening van jeugd- en seniorvakantiedagen. Deze bijkomende vakantiedagen moeten niet uitgeput zijn alvorens jeugd- of seniorvakantie wordt toegekend.

Hetzelfde geldt voor de dagen/uren aanvullende vakantie art. 17bis wet van 28.06.1971. Deze dagen/uren moeten niet uitgeput zijn alvorens jeugd- of seniorvakantie wordt toegekend. Voor de dagen aanvullende vakantie moet u geen code met uren vermelden (zie evenwel punt "Detail vakantie-uren" hieronder).

3.3 - Aantal uren

Geef het aantal vakantie-uren.

4 - Detail vakantie-uren

Hier vermeldt u het aantal uren aanvullende vakantie art. 17bis wet 28.06.1971 (code 12 voor batchaangiften) dat de werknemer opnam vanaf de eerste maand met jeugd- of seniorvakantie in het kalenderjaar tot en met het einde van de maand waarop deze aangifte betrekking heeft. In geval van verschillende tewerkstellingslijnen vermeldt u de uren aanvullende vakantie art. 17bis die genomen werden vanaf de begindatum van de eerste tewerkstelling met jeugd- of seniorvakantie in het kalenderjaar tot en met het einde van de tewerkstelling waarop deze aangifte betrekking heeft.

5 - Commentaar bij de aangifte

In deze vrije tekstzone kunt u eventuele verdere uitleg geven over de betrokken maand.