7.2.2. Werknemers
Een Dimona-aangifte moet gebeuren voor alle personeelsleden die een arbeidsrelatie hebben met de werkgever. Het toepassingsgebied van de Dimona-aangifte is ruimer dan de DmfaPPL en valt in feite samen met de reglementering inzake sociale documenten. De verplichting tot een Dimona-aangifte geldt zowel voor het statutair als voor het contractueel personeel. Ook indien de tewerkstelling van een personeelslid niet leidt tot bijdragebetaling in de socialezekerheidsregeling voor de werknemers, is een Dimona-aangifte verplicht.
De werkgever dient een Dimona-aangifte te verrichten voor:
- de personeelsleden die in het buitenland wonen;
- de jongeren die tewerkgesteld worden tijdens de periode van deeltijdse leerplicht;
- de jongeren die tewerkgesteld worden met een erkende overeenkomst voor socio-professionele inpassing (bijvoorbeeld brugprojecten);
- de studenten;
- de vrijwillige brandweerlieden;
- de werknemers aangeworven in het kader van artikel 60, § 7 van de organieke OCMW-wet;
- de niet beschermde lokale mandatarissen;
- de werknemers met een kort contract (bijvoorbeeld hostessen, stadsgidsen, modellen…);
- de werknemers die door een andere werkgever ter beschikking gesteld zijn en die een bijkomende vergoeding ontvangen van het plaatselijk of provinciaal bestuur;
- de personeelsleden van de onderwijsinstellingen die:
- ofwel geen gesubsidieerde wedde (van de Gemeenschap) ontvangen en enkel niet gesubsidieerde prestaties voor het bestuur verrichten (bijvoorbeeld een niet gesubsidieerd lesambt) of
- ofwel naast een gesubsidieerde wedde vergoedingen van het bestuur ontvangen voor bijkomende prestaties, andere dan toezicht in het kleuter en lager onderwijs en busbegeleiding (bijvoorbeeld een bijkomend niet gesubsidieerd lesambt of een vergoeding voor prestaties in de schoolbibliotheek).
Al deze werknemers moeten eveneens op de driemaandelijkse socialezekerheidsaangifte (DmfAPPL) vermeld worden.
Er moet ook een Dimona-aangifte verricht worden voor de stagiairs die een individuele beroepsopleiding volgen en die niet vermeld moeten worden op de DmfAPPL.
Er moet geen Dimona-aangifte verricht worden voor:
- de monitoren en animatoren die gedurende maximaal 25 arbeidsdagen per kalenderjaar mogen worden tewerkgesteld in socio-culturele en sportactiviteiten met vrijstelling van socialezekerheidsbijdragen.
- Opgelet: opdat deze vrijstelling van toepassing zou zijn, moet vóór elke tewerkstelling een elektronische aangifte worden gedaan bij de Sociale Inspectie.
- de beschermde lokale mandatarissen;
- de personeelsleden van de onderwijsinstellingen die gesubsidieerde prestaties (bijvoorbeeld een gesubsidieerd lesambt) verrichten en voor wie een aangifte van indiensttreding gebeurde in Dimona bij de RSZ, indien deze personeelsleden van het plaatselijk of provinciaal bestuur:
- enkel een weddencomplement voor de gesubsidieerde prestaties ontvangen (bijvoorbeeld een diplomavergoeding of anciënniteitstoelage);
- uitsluitend van socialezekerheidsbijdragen vrijgestelde vergoedingen voor toezicht in het kleuter- en lager onderwijs of voor begeleiding in het leerlingenvervoer ontvangen.
Deze monitoren/animatoren, de beschermde mandatarissen en de personeelsleden van de onderwijsinstellingen moeten wel vermeld worden op de DmfAPPL.
Er moet geen Dimona-aangifte worden ingediend voor:
- de vrijwilligers waarvan de vergoedingen vrijgesteld zijn van socialezekerheidsbijdragen (artikel 10 van de wet van 3-7-2005);
- de kunstenaars die artistieke prestaties leveren of artistieke werken verrichten in het kader van de kleine vergoedingsregeling (artikel 17sexies van het KB van 28-11-1969);
- twee categorieën van stagiairs:
- de stagiairs voor arbeidsprestaties uitgevoerd bij een werkgever in het kader van een opleiding die hij volgt in een door de bevoegde gemeenschap of het bevoegde gewest ingerichte, gesubsidieerde of erkende onderwijsinstelling of opleidingscentrum, voor zover de totale duur van deze arbeidsprestaties zestig dagen bij eenzelfde werkgever of stagemeester niet overschrijdt in de loop van een school- of academiejaar wat de onderwijsinstellingen betreft of in de loop van een burgerlijk jaar wat de opleidingscentra betreft;
- de stagiairs voor arbeidsprestaties geleverd in het kader van een stage waarvan de duur expliciet is vastgesteld door de bevoegde overheid binnen het kader van een cursus die leidt tot het afleveren van een diploma, getuigschrift of bewijs van beroepsbekwaamheid.
Deze personen worden niet vermeld op de DmfaPPL.