4.1.3.5. De geschenken en geschenkcheques
Inhoudstafel
- 4.1.3.1. De maaltijdcheques
- 4.1.3.2. Het (enkelvoudig) vertrekvakantiegeld - vakantiestelsel privébedienden
- 4.1.3.3. Bedragen betaald bij een beëindiging van de arbeidsovereenkomst door een werkgever die zijn verplichtingen niet naleeft
- 4.1.3.4. De terugbetaling van kostenvergoedingen
- 4.1.3.5. De geschenken en geschenkcheques
- 4.1.3.6. De vrijgevigheden
- 4.1.3.7. De prijsvermindering op eigen producten of diensten van de werkgever
- 4.1.3.8. Tussenkomst van de werkgever in de aanschaffing door de werknemer van een persoonlijke computer
- 4.1.3.9. Sport- en cultuurcheques
- 4.1.3.10. De ecocheques
- 4.1.3.11. De voordelen in natura
De geschenken in natura, in speciën of in de vorm van betaalbons, geschenkcheques genaamd, worden niet beschouwd als aan bijdragen onderworpen loon indien:
- ze een totaal bedrag van 35 euro per jaar per werknemer, vermeerderd met 35 euro per jaar voor elk kind ten laste van deze werknemer, niet overschrijden (het kind wordt beschouwd als ten laste van de werknemer als deze rechtgevende of bijslagtrekkende is van wettelijke kinderbijslag voor dit kind) en deze toegekend worden naar aanleiding van het Sinterklaasfeest, Kerstmis of Nieuwjaar;
- ze aan de werknemer worden overhandigd wanneer hij een eervolle onderscheiding ontvangt voor zover ze een totaal bedrag van 105 euro per jaar niet overschrijden;
- ze aan de werknemer worden overhandigd wanneer deze op pensioen gaat voor zover ze niet meer bedragen dan 35 euro per volledig dienstjaar dat door de werknemer is gepresteerd bij de betrokken werkgever. Het totale bedrag van de geschenken in speciën of in de vorm van geschenkcheques moet in dit geval minimaal 105 euro en maximaal 875 euro bedragen.
- ze aan de werknemer worden overhandigd ter gelegenheid van zijn huwelijk of van het afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning voor zover ze een totaal bedrag van 200 euro niet overschrijden;
- ze aan de werknemer worden overhandigd in de vorm van een anciënniteitspremie; de premie kan tijdens de loopbaan van een werknemer bij een werkgever maximaal twee maal toegekend worden, waarbij
- één maal ten vroegste tijdens het kalenderjaar waarin hij 25 jaar in dienst is en de anciënniteitspremie niet hoger is dan één maal het bruto bedrag van de maandwedde;
- een tweede maal ten vroegste tijdens het kalenderjaar waarin hij 35 jaar in dienst is en de anciënniteitspremie niet hoger is dan twee maal het bruto bedrag van de maandwedde;
- In afwijking hiervan mag een bestuur voor al zijn werknemers de anciënniteitspremie van een kalenderjaar bepalen op basis van het gemiddeld bruto bedrag van het maandloon bij het bestuur. Het gemiddeld bruto bedrag van het maandloon wordt vastgesteld op basis van de verhouding tussen de uitbetaalde lonen en het aantal voltijdse equivalenten tijdens het voorgaande jaar.
- Tijdens een kalenderjaar mag een werkgever de twee berekeningswijzen van de anciënniteitspremie niet samen toepassen. Indien dit toch het geval is, dan worden alle tijdens het kalenderjaar toegekende anciënniteitspremies beschouwd als loon.
Indien één van de hiervoor vermelde maximumbedragen overschreden worden, zijn socialezekerheidsbijdragen verschuldigd op het volledige bedrag van de geschenkcheque en niet enkel op het gedeelte dat het maximumbedrag overschrijdt.
Voor de geschenkcheques geldt bovendien dat zij:
- enkel mogen worden ingeruild bij ondernemingen die daarover vooraf een akkoord gesloten hebben met de uitgevers van die cheques;
- een beperkte looptijd hebben;
- noch geheel, noch gedeeltelijk, in speciën mogen worden uitbetaald aan de begunstigde.