Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten × Doorgaan

Vers le contenu de cette page

Wat invullen

1 - Wat invullen

Scenario 5 is een aangifte zonder mini-kwartaalaangifte. De identificatiegegevens van de werkgever en de werknemer, en de gegevens betreffende de tewerkstelling (punt 3. hieronder) alsook de specifieke gegevens van de aangifte (punt 4. hieronder) moeten worden meegedeeld.

2 - Identificatie van het risico

De elektronische aangifte bevat vier subrisico's :

  • subrisico 1 voor de aangifte van de vakantie van de werknemers aan wie het vakantiegeld wordt uitbetaald door een vakantiekas of door de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie;
  • subrisico 2 voor de aangifte van de vakantie van de werknemers aan wie het vakantiegeld wordt uitbetaald door de werkgever (bedienden en de meerderheid van de werknemers uit de openbare sector);
  • subrisico 3 voor de specifieke aangifte van de vakantie van de werknemers aan wie het vakantiegeld wordt uitbetaald door een vakantiekas of door de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie, die een aan hun gezondheidstoestand aangepast werk tot en met het einde van het vakantiejaar hebben hervat;
  • subrisico 4 voor de specifieke aangifte van de vakantie van de werknemers aan wie het vakantiegeld wordt uitbetaald door de werkgever (bedienden en de meerderheid van de werknemers uit de openbare sector), die een aan hun gezondheidstoestand aangepast werk tot en met het einde van het vakantiejaar hebben hervat.

Gelieve één van de vier subrisico's te selecteren.

3 - Identificatie van de aangifte

U vermeldt de volgende gegevens uit de blokken "link werkgeversaangifte, natuurlijk persoon, link werknemerslijn en link tewerkstelling" van de aangiftes van sociaal risico zonder mini-trimestriële (niet alle gegevens moeten noodzakelijkerwijze ingevuld worden - hiervoor willen we u verwijzen naar het statuut van het gegeven dat voorkomt in het domein aanwezigheid van de overeenstemmende zone).

3.1 - Blok link aangifte werkgever

3.1.1. : RSZ inschrijvingsnummer
3.1.2. : Notie curatele
3.1.3. : Uniek ondernemingsnummer

3.2 - Blok natuurlijk persoon

3.2.1. : volgnummer natuurlijke persoon
3.2.2. : INSZ
3.2.3. : SIS
3.2.4. : naam
3.2.5. : voornaam
3.2.6. : initiaal
3.2.7. : geboortedatum
3.2.8. : geboorteplaats
3.2.9. : landcode geboorteplaats
3.2.10. : geslacht
3.2.11. : straat
3.2.12. : huisnummer
3.2.13. : busnummer
3.2.14. : postcode
3.2.15. : gemeente
3.2.16. : landcode
3.2.17. : nationaliteit

3.3 - Blok link werknemerslijn

3.3.1. : werkgeverscategorie
3.3.2. : werknemerskengetal

3.4 - Blok link tewerkstelling

3.4.1. : begindatum van de tewerkstelling
3.4.2. : einddatum van de tewerkstelling
3.4.3. : nummer van paritair comité
3.4.4. : aantal dagen per week
3.4.5. : gemiddeld aantal uren per week van de werknemer
3.4.6. : gemiddeld aantal uren per week van de maatman
3.4.7. : statuut van de werknemer
3.4.8. : notie gepensioneerd
3.4.9. : type leerling
3.4.10. : type arbeidsovereenkomst
3.4.11. : bezoldigingswijze

4 - Andere gegevens

Hieronder worden de specifieke gegevens van de aangifte vermeld.

4.1 - Blok vakantiejaar

4.1.1 - Vakantiejaar waarop de vakantie betrekking heeft (nr. 125)

U vermeldt het jaar waarop de wettelijke vakantie, de bijkomende vakantie of de vakantie krachtens een algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst betrekking heeft.

Het gaat om het vakantiejaar waarin de vakantie moet worden toegekend en dat samenvalt met een risico (arbeidsongeschiktheid, moederschapsrust,...).

4.2 - Blok berekeningsbasis - bijzondere situaties

U verduidelijkt deze inlichtingen als de werknemer het aangepaste werk heeft voortgezet tot en met het einde van het vakantiejaar, met inbegrip van de tijdelijke onderbreking van de aangepaste activiteit (subrisico 003 en subrisico 004).

4.2.1 -  Gemiddeld aantal uren per week van de betrokken werknemer - Bijzondere situaties

Het gaat om het gemiddeld aantal uren per week tijdens dewelke de werknemer geacht wordt het aangepaste werk te verrichten. 

4.2.2 - Gemiddeld aantal dagen per week van het arbeidsregime - Bijzondere situaties

Het gaat om het gemiddeld aantal dagen per week tijdens dewelke de werknemer geacht wordt het aangepaste werk te verrichten. 

4.3 - Blok vakantiesector

4.3.1 - Aanduiding vakantiesector (nr. 194)

U preciseert de vakantiesector die op de werknemer van toepassing is (1 = privésector, 2 = openbare sector en 3 = geen vakantiestelsel van toepassing).

Onder het vakantiestelsel dat van toepassing is op de privésector, moet het stelsel van de jaarlijkse vakantie van de werknemers worden verstaan (gecoördineerde wetten van 28 juni 1971 en het koninklijk besluit van 30 maart 1967).

Het vakantiestelsel dat op de openbare sector van toepassing is (en dat eveneens op de contractuele personeelsleden van de openbare sector van toepassing is), is vastgelegd in :

- het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen, dat de duur van de vakantie regelt en

- het koninklijk besluit van 30 januari 1979 betreffende de toekenning van een vakantiegeld aan het personeel van 's lands algemeen bestuur, dat de berekeningswijze van het vakantiegeld bepaalt.

Indien de werkgever code "2" (openbare sector) of code "3" (geen vakantieregeling van toepassing) heeft ingevuld, moeten de zones die volgen, niet ingevuld worden.

4.4 - Blok detail vakantie

4.4.1 - Code vakantie (nr. 196)

Onder wettelijke vakantie moet worden verstaan de afwezigheid van het werk ingevolge de schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst wegens jaarlijkse vakantie bedoeld in de artikelen 3 en 5 van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, gecoördineerd op 28 juni 1971.

De aanvullende vakantie aan het begin of bij de hervatting van een activiteit, bedoeld in artikel 17bis van de gecoördineerde wetten van 28 juni 1971, moet niet in aanmerking worden genomen.

Onder vakantie krachtens een algemeen verbindend verklaarde C.A.O. moet worden verstaan de afwezigheid van het werk ingevolge de schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst wegens jaarlijkse vakantie krachtens een algemeen verbindend verklaarde C.A.O. bedoeld in artikel 6 van de gecoördineerde wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers. Het gaat om bijkomende vakantie die niet betaald wordt door de werkgever maar door een vakantiekas (Vacantex bv. voor de vakantie toegekend in de textielsector).

Onder bijkomende vakantie moet worden verstaan de afwezigheid van het werk met behoud van loon ingevolge de schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst wegens jaarlijkse vakantie andere dan de wettelijke vakantie of de vakantie krachtens een algemeen verbindend verklaarde C.A.O. bedoeld in artikel 6 van de gecoördineerde wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers. Deze bijkomende vakantie ligt vervat in een bijzondere regeling van toepassing in de onderneming (een collectieve arbeidsovereenkomst die al dan niet is afgesloten in een paritair orgaan, een beslissing van de ondernemingsraad,...).

Belangrijke opmerking : de bijkomende vakantie moet alleen worden meegedeeld indien deze opgenomen moet worden tijdens het vakantiejaar (dus niet overdraagbaar) en indien, wanneer deze niet is opgenomen kunnen worden omwille van een risico, verplicht uitbetaald moet worden tijdens het vakantiejaar.

Voor het subrisico 001 ("arbeider") of het subrisico 003 ("arbeider - aangepast werk") vermeldt u de code :

  • 1. voor de wettelijke vakantie opgenomen door de werknemer;
  • 2. voor de bijkomende vakantie opgenomen door de werknemer;
  • 3. voor de vakantie opgenomen krachtens een algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst;
  • 5. voor de bijkomende vakantie waarop de werknemer recht heeft.

Voor het subrisico 002 ("bediende") of het subrisico 004 ("bediende - aangepast werk") vermeldt u de code :

  • 8. voor de wettelijke vakantie die de bediende niet heeft kunnen opnemen vóór het verstrijken van het vakantiejaar wegens het optreden van een risico;
  • 9. voor de bijkomende vakantie die de bediende niet heeft kunnen opnemen vóór het verstrijken van het vakantiejaar wegens het optreden van een risico.

4.3.2 - Aantal vakantiedagen (afgerond op halve dag) (nr. 197)

Voor de voltijdse en de deeltijdse werknemers geeft u het aantal vakantiedagen op, afgerond op een halve dag, voor elk van de codes vermeld in de zone nr. 196.

Voorbeeld : een bediende heeft recht op 20 dagen wettelijke vakantie in een vijfdagenstelsel; hij heeft al 10 volledige dagen en drie halve dagen vakantie genomen; in dit geval is het aantal resterende vakantiedagen 8,5.

Belangrijke opmerkingen :

  • U geeft het aantal vakantiedagen op volgens de arbeidsregeling (aantal dagen per week) vermeld in het blok link tewerkstelling van de werknemerslijn dat overeenstemt met de arbeidsregeling (subrisico 001 of subrisico 002).
  • In geval van een definitieve stopzetting van het aan de gezondheidstoestand van de werknemer aangepaste werk", deelt u de informatie over de (opgenomen of nog op te nemen) vakantie mee (of actualiseert u deze informatie) op de datum van volledige stopzetting van de activiteiten (subrisico 001 of subrisico 002).
  • In geval van een voortzetting van het aan de gezondheidstoestand van de werknemer aangepaste werk tot en met het einde van het vakantiejaar, deelt u het aantal vakantiedagen mee dat overeenstemt met het arbeidsregime van het aangepaste werk (aantal dagen per week van het aangepaste werk) vermeld in het blok "Berekeningsbasis - Bijzondere situaties" (subrisico 003 of subrisico 004).
  • In geval van een tijdelijke stopzetting van het aan de gezondheidstoestand van de werknemer aangepaste werk, deelt u het bij het verstrijken van het vakantiejaar aantal opgenomen of nog op te nemen vakantiedagen mee dat dus overeenstemt met het gemiddeld aantal arbeidsdagen per week van het (laatste) aangepaste werk (van het vakantiejaar) vermeld in het blok "Berekeningsbasis - Bijzondere situaties" (subrisico 003 of subrisico 004).

4.3.3 - Aantal vakantie-uren (nr. 198)

A. Subrisico 001 of subrisico 002

Voor de werknemers die deeltijds werken, deelt u het aantal vakantie-uren mee dat overeenstemt met het gemiddeld aantal arbeidsuren per week (factor Q) vermeld in het blok tewerkstelling van de werknemerslijn (subrisico 001 of subrisico 002).

In geval van een "definitieve stopzetting van het aan de gezondheidstoestand van de werknemer aangepaste werk", deelt u dus het aantal (opgenomen of op te nemen) uren vakantie mee (of actualiseert u deze informatie) op de datum van volledige stopzetting van de activiteiten (subrisico 001 of subrisico 002). Dit betekent met andere woorden dat u in deze bijzondere hypothese slechts het aantal (opgenomen of op te nemen) vakantie-uren verduidelijkt als de werknemer buiten de aanpassing van zijn arbeidspost deeltijds tewerkgesteld was (factor Q  van de tewerkstelling < factor S van de tewerkstelling).

B. Subrisico 003 of subrisico 004

In geval van de voortzetting van het aan de gezondheidstoestand aangepaste werk tot en met het einde van het vakantiejaar deelt u het aantal (opgenomen of op te nemen) uren vakantie mee dat overeenstemt met het gemiddeld aantal uren per week van het aangepaste werk (factor Q van het aangepaste werk) vermeld in het blok "Berekeningsbasis - Bijzondere situaties" (subrisico 003 of subrisico 004).

In geval van een "tijdelijke stopzetting van het aan de gezondheidstoestand van de werknemer aangepaste werk"  deelt u dus het aantal bij het verstrijken van het vakantiejaar (opgenomen of nog op te nemen) vakantie-uren mee. Dit betekent met andere woorden dat u in deze bijzondere hypothese het aantal (opgenomen of op te nemen) vakantie-uren verduidelijkt dat dus overeenstemt met het gemiddeld aantal uren per week van het (laatste) aangepaste werk (van het vakantiejaar) vermeld in het blok "Berekeningsbasis - Bijzondere situaties" (subrisico 003 of subrisico 004).

Opmerking: als het aangepaste werk voltijds wordt verricht (factor Q van het aangepaste werk = factor S van de tewerkstelling), deelt u echter niet het aantal vakantie-uren mee.

4.4 - Commentaar bij de aangifte

4.4.1 - Vrije tekstzone (nr. 126)

Deze zone laat de werkgever toe om bijkomende informatie mee te delen die hij onontbeerlijk acht voor het behandelen van de aangifte van sociaal risico.

Deze zone mag geen gegevens bevatten die voorkomen in de voorgaande zones en die vermeld worden onder een code.