Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten × Doorgaan

Vers le contenu de cette page

4.2.1. Basisprincipe

Op grond van artikel 8 van de algemene wet op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen van 21-7-1844 worden de baremieke wedde, alsook de weddensupplementen die kunnen beschouwd worden als inherent aan de uitoefening van de functie waarvoor het personeelslid werd benoemd, in aanmerking genomen bij de berekening van het pensioen openbare sector en derhalve voor de berekening van de pensioenbijdragen.

Een weddensupplement is slechts aan pensioenbijdragen onderworpen indien het in aanmerking komt voor de berekening van het pensioen.

In artikel 8, §2 van de wet van 21-7-1844 vindt men de exhaustieve lijst van de voor de pensioenberekening in aanmerking te nemen weddenbijslagen, welke dus aan pensioenbijdragen onderworpen zijn. De bijslagen worden in aanmerking genomen voor de perioden gedurende welke zij werkelijk werden toegekend en ten belope van het bedrag dat gedurende die periode toegekend werd.

Deze lijst kan bij Koninklijk Besluit aangevuld worden.