(wet van 15 mei 2014 – BS van 22 mei 2014; koninklijk besluit van 29 juni 2014 – BS van 8 augustus 2014)
Vanaf 1 juli 2015 wordt het begrip ‘leerling’ onderworpen aan de sociale zekerheid nauwkeuriger omschreven. Vanaf 1 juli 2015 wordt verstaan onder leerling, elke persoon die in het kader van een alternerende opleiding door een overeenkomst verbonden is met een werkgever. Dit zijn opleidingen die aan volgende 6 voorwaarden voldoen (cumulatief):
- De opleiding bestaat uit een deel uitgevoerd op de werkvloer (‘werken’) en een deel binnen - of op initiatief en verantwoordelijkheid van een onderwijs- of opleidingsinstelling (‘leren’). Deze twee onderdelen beogen de uitvoering van één opleidingsplan, zijn op elkaar afgestemd en wisselen elkaar af.
- De opleiding leidt tot een beroepskwalificatie.
- Het deel ‘werken’ omvat op jaarbasis gemiddeld minstens 20 uren per week, zonder rekening te houden met feest- en vakantiedagen.
- Het deel ‘leren’ bedraagt minstens (uren berekend in verhouding tot de totale duur van de opleiding waarbij de lesuren waarvoor de leerling eventueel een vrijstelling geniet toegekend door de onderwijs- of opleidingsinstelling in mindering mogen worden gebracht):
- 240 lesuren voor deeltijds leerplichtigen en
- 150 lesuren voor jongeren die niet meer deeltijds leerplichtig zijn,
- Beide delen (werken/leren) worden uitgevoerd in het kader van één enkele overeenkomst waarbij de werkgever en de leerling betrokken partij zijn.
- De overeenkomst voorziet in een financiële bezoldiging ten laste van de werkgever, die moet worden beschouwd als loon.
De bestaande overeenkomsten lopen door tot het einde ervan en moeten niet getoetst worden aan deze 6 criteria. De leerlingen en stagiairs blijven tot dan onderworpen.
Personen tewerkgesteld onder leer-, stage- of ervaringsovereenkomsten die niet beantwoorden aan deze voorwaarden, worden niet beschouwd als leerlingen voor de toepassing (en beperkingen voor de min 19-jarigen) van het sociale zekerheidsstelsel van de loontrekkenden. Voor sommigen is vanuit het oogpunt van de verplichtingen sociale documenten een Dimona-aangifte vereist, maar dan met als type ‘DWD’ (dimona without dmfa).
Personen die tewerkgesteld zijn met een arbeidsovereenkomst en sommige mindervaliden met een speciale leerovereenkomst, vallen niet onder dit systeem van alternerende opleiding. Zij worden aangegeven als gewone werknemers.