Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten × Doorgaan

Vers le contenu de cette page

Toepassingsgebied

1. Betrokken personen

De Dimona aangifte moet gebeuren voor:

  • enerzijds, alle personen die vermeld worden op de DmfA (arbeiders, bedienden, leerlingen, waaronder personen verbonden met een beroepsinlevingsovereenkomst, vastbenoemde ambtenaren, studenten, gelegenheidswerknemers, enz.), dit wil dus zeggen voor alle personen die prestaties leveren voor een werkgever. Opgelet: voor de gelegenheidswerknemers van de sectoren landbouw (PC 144), tuinbouw (PC 145) en horeca (PC 302) - inclusief degenen aangeworven als uitzendkracht (PC 322) - geldt een specifiek systeem van Dimona.
  • en anderzijds, voor de personen die niet moeten voorkomen op de DmfA maar voor wie de werkgever of stagegever bepaalde verplichtingen inzake sociale documenten moet naleven. Het gaat dan over personen niet onderworpen aan de Belgische sociale zekerheid zoals:
    • werknemers onderworpen aan de Belgische sociale zekerheid die door hun werkgever uitgestuurd worden naar het buitenland (en daardoor niet meer onder de Belgische sociale zekerheid vallen);
    • personen verbonden door een Individuele Beroepsopleiding (IBO);
    • personen tewerkgesteld in het kader van een (RVA-)instapstage
    • werknemers die hun prestaties uitoefenen in meerdere landen van de Europese Economische Ruimte voor één of meerdere werkgevers, en die niet onderworpen zijn  (bijvoorbeeld omdat zij niet in België wonen)
    • stagiairs die verbonden zijn met een sui generis stageovereenkomst op basis waarvan zij niet-onderworpen kunnen worden aan de sociale zekerheid.

2. Uitsluitingen

Alleen voor de personen hieronder opgesomd moet er geen Dimona gebeuren:

  • twee categorieën stagiairs:
    • de stagiairs voor stageactiviteiten waarvan de duur niet expliciet wordt vastgesteld door de bevoegde overheid, uitgevoerd bij een werk- of stagegever in het kader van een opleiding die zij volgen in een door de bevoegde gemeenschap of het bevoegde gewest ingerichte, gesubsidieerde of erkende onderwijsinstelling of opleidingscentrum, voor zover de totale duur van deze stageactiviteiten 60 dagen bij eenzelfde werk- of stagegever niet overschrijdt in de loop van een school- of academiejaar wat de onderwijsinstellingen betreft of in de loop van een burgerlijk jaar wat de opleidingscentra betreft;
    • de stagiairs voor stageactiviteiten waarvan de duur expliciet wordt vastgesteld door de bevoegde overheid geleverd bij een werk- of stagegever binnen het kader van een cursus die leidt tot het afleveren van een diploma, getuigschrift of bewijs van beroepsbekwaamheid.
  • de werknemers die arbeid verrichten in het kader van een PWA-overeenkomst;
  • het andere huispersoneel dat niet onderworpen is aan de sociale zekerheid;
  • de werknemers die maximum 25 dagen tewerkgesteld zijn in de loop van een kalenderjaar:
  • de vrijwilligers;
  • de kunstenaars met specifieke kleine vergoedingen;
  • de personen die prestaties leveren in de onderneming, en daarvoor onderworpen zijn aan het sociaal statuut der zelfstandigen;
  • de werknemers die vanuit een in het buitenland gevestigde onderneming naar België worden gedetacheerd, op voorwaarde dat zij ingevolge een internationaal akkoord tijdens hun tewerkstellingen in België onderworpen blijven aan een buitenlands stelsel voor sociale zekerheid (over het algemeen moet voor hen een Limosa aangifte gebeuren).