Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten × Doorgaan

Vers le contenu de cette page

Tussentijdse instructies - 2013/3

Inhoud

Doelgroepvermindering oudere werknemers - loongrens S1

(15/10/2013)

Bij de publicatie van de instructies van het 2de en het 3de kwartaal 2013 werd een te hoog grensbedrag meegedeeld. De vermelde loongrens S1 is het in het koninklijke besluit opgenomen bedrag vanaf 1 januari 2014 (eventueel te vermenigvuldigen met 1,02 wanneer de spilindex wordt overschreden tussen 1 april 2013 en 1 januari 2014). De loongrens vanaf 1 april 2013 is het bedrag vermeld als S1 voor categorie 1 bij de structurele vermindering, namelijk 13.359,80 EUR.

Loonbegrip - kwalificatie van de vergoedingen bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst

(15/10/2013)

Vanaf 1 oktober 2013 werden een aantal wijzigingen aangebracht aan de wettelijke bepaling betreffende de kwalificatie van vergoedingen uitgekeerd naar aanleiding van het beëindigen van de arbeidsrelatie (koninklijk besluit van 24 september 2013 - BS van 27 september 2013). Deze wijzigingen hebben invloed zowel op welke vergoedingen onderworpen zijn aan socialezekerheidsbijdragen als op de wijze dat ze moeten worden aangegeven in de Dmfa. Dit houdt ook in dat in geval van gewijzigde kwalificatie dit invloed kan hebben op de sociale rechten.

De bepaling dat de aan de werknemers verschuldigde vergoedingen wanneer de werkgever zijn wettelijke of contractuele of statutaire verplichtingen niet nakomt, geen loon zijn, werd geschrapt. Dit betekent dat als een wettelijke bepaling, een CAO (nationaal, sectoraal of op bedrijfsniveau, al dan niet bekrachtigd) of een bepaling in de arbeidsovereenkomst, vergoedingen bij ontslag voorziet, deze steeds als loon worden beschouwd.

Volgende tabel geeft een (niet-exhaustief) overzicht van de vergoedingen die al dan niet als loon dienen te worden beschouwd voor en vanaf 1 oktober 2013 en geeft weer hoe u ze, indien nodig, moet aangeven op DmfA.

Vergoedingen

Loon voor 1 oktober 2013

Loon vanaf 1 oktober 2013

Op DmfA met looncode 3 en vermelding van de corresponderende periode gedekt door prestatiecode 1

Vergoeding verschuldigd aan de werknemers voor de verbreking van de arbeidsovereenkomst (opzeggingsvergoeding, vergoedingen bij verbreking in gemeenschappelijk akkoord, vergoedingen voor de vroegtijdige verbreking van een contract van bepaalde duur, werkzekerheidsvergoedingen, beschermingsvergoedingen voor syndicaal afgevaardigden, ...)

JA

JA

JA

Niet-concurrentievergoedingen en afwervingsvergoedingen op basis van een overeenkomst gesloten binnen een termijn van 12 maanden na het einde van de arbeidsovereenkomst

Ja (voordien uitzonderlijk niet als loon beschouwd indien deze vergoedingen werden onderhandeld na het einde van de arbeidsovereenkomst en er volledig los van stonden)

JA

JA

De uitwinningsvergoeding van een handelsvertegenwoordiger

NEE

JA

JA

Beschermingsvergoedingen voor bepaalde werknemerscategorieën (zwangere vrouwen, preventieadviseur, ...)

NEE

JA

JA

Vergoedingen voor willekeurig ontslag van een arbeider

NEE

JA voor de rechten ontstaan na 31 december 2013

JA

Vergoedingen bij collectief ontslag (CAO nr. 10)

NEE

NEE

NEE

Sluitingsvergoedingen (wet van 26 juni 2002)

NEE

NEE

NEE

Morele schadevergoedingen opgelegd door een vonnis of een arrest en niet voorzien in wettelijke bepalingen, bij CAO of opgenomen in de arbeidsovereenkomst

NEE

NEE

NEE

Deze nieuwe bepaling treedt in werking vanaf 1 oktober 2013. Alle vergoedingen naar aanleiding van een ontslag na 30 september 2013 vallen wat de RSZ betreft onder deze nieuwe bepalingen. Ook vergoedingen van voor 1 oktober 2013 ontslagen werknemers, waarop het recht definitief erkend werd door een rechterlijke uitspraak of door een dading na 30 september 2013, vallen onder het nieuwe systeem.

In het kader van het eengemaakte statuut arbeider-bediende voorziet het akkoord ook een bijzondere bijdrage ten gunste van het Sluitingsfonds. De inhoudelijke aspecten, de berekeningswijze en het kwartaal van inwerkingtreding zullen worden meegedeeld als ze definitief vaststaan.

Gelegenheidsarbeid in de horeca

(10/09/2013)

U vindt hierna de richtlijnen van het plan Horeca (PC 302) betreffende de tewerkstelling van gelegenheidswerknemers vanaf 1 oktober 2013. Deze informatie vloeit voort uit de voorbereidende administratieve werken ter uitvoering van de nieuwe maatregelen waarvan de wettelijke bepalingen nog moeten gepubliceerd worden.

Dit brengt een aantal wijzigingen met zich mee:

  • Dimona:
    • schrappen van het systeem Dimona full/light;
    • vervangen door een systeem waarbij de werknemer elke dag moet aangegeven worden met vermelding van:
      • het begin- en einduur van de prestaties voor prestaties onder de 6 uur (= Dimona in uren);
      • het beginuur van de prestaties bij prestaties van minstens 6 uur (= Dimona in dagen).
    • type werknemer:
      • opdat het voordelige systeem van forfaits kan toegepast worden, moet vóór het begin van de prestaties een correcte Dimonamelding EXT worden gedaan;
      • schrappen STX. Studenten die werken als gelegenheidswerknemer in de Horeca na uitputting van hun 'studentencontingent', moeten aangegeven worden onder EXT (zie verder punt '2 contingenten'). Voor de eerste 50 dagen moet een aangifte STU worden gedaan.
    • paritair comité: voor de eerste 50 dagen van tewerkstelling van de student in de horeca, moet als paritair comité XXX worden opgegeven (bijvoorbeeld: een student werkt 80 dagen in de horeca: voor de eerste 50 dagen wordt als PC XXX opgegeven en PC 302 voor de 30 daarop volgende dagen).
  • bijdragen berekend op een forfait van:
    • 7,50 EUR/uur voor een Dimona in uren;
    • 45,00 EUR/dag voor een Dimona in dagen;
    • begonnen uren tellen voor een volledig uur.
  • sociale rechten (waaronder het vakantiegeld) is berekend op:
    • het forfaitair loon voor 'kelner café' (101,98 EUR/dag of 13,42 EUR/uur). De RSZ staat in voor de berekening op basis van de gegevens Dmfa.
  • 2 contingenten:
    • het aantal dagen gelegenheidsarbeid wordt beperkt tot:
      • 50 dagen maximum per kalenderjaar voor de werknemer (= contingent werknemer);
      • 100 dagen maximum per kalenderjaar voor de werkgever (= contingent werkgever)
    • overschrijding:
      • van het contingent van 50 dagen en/of van het contingent van 100 dagen: de gelegenheidswerknemer kan nog tewerkgesteld worden maar de werkgever moet hem aangeven als gewone werknemer met gewone socialezekerheidsbijdragen. In Dimona moeten ze steeds aangegeven worden als EXT en in Dmfa onder het werkgeverskengetal 017 met vermelding van 'E' in de zone 'extra uit de horeca' van het blok 'tewerkstelling - inlichtingen'.
    • tellers: vanaf 1 januari 2014 zullen 2 tellers beschikbaar zijn opdat de werkgevers kunnen consulteren
      • wat het saldo aan dagen is voor de betreffende gelegenheidswerknemer
      • en wat het saldo aan dagen is waarop hij nog gelegenheidswerknemers mag tewerkstellen.
    • cumul mogelijk met:
      • het studentencontingent: 100 dagen maximaal (50 + 50); de voordelen van beide statuten mogen nooit gecombineerd worden. Voor de eerste 50 dagen die een student tijdens het jaar werkt (in de horeca of elders) is de solidariteitsbijdrage verschuldigd op het reële loon (STU) en niet op het forfait gelegenheidsarbeid horeca. Indien hij nadien nog werkt als gelegenheidswerknemer in de Horeca, kan hij dat nog max. 50 dagen doen met de gewone bijdragen op het forfait van 7,50 EUR/uur - 45,00 EUR/dag.
      • het contingent gelegenheidsarbeid land- en tuinbouw: 65 dagen maximaal waarvan maximaal 50 in de horeca (ook hier geldt dezelfde regel en mag de solidariteitsbijdrage voor studenten niet toegepast worden op het forfait).
    • 4de kwartaal 2013:
      • het contingent mag integraal gebruikt worden gedurende het 4de kwartaal 2013. Omdat het contingent samengaat met het kalenderjaar, wordt het aantal dagen niet geproratiseerd.
    • uitzendarbeid - bijzonderheid:
      • de prestaties van een werknemer tewerkgesteld bij een gebruiker in de horeca via een uitzendkantoor, zullen in mindering worden gebracht van het contingent van de gebruiker. De uitzendkantoren moeten het ondernemingsnummer van de gebruiker en het paritair comité waar hij onder ressorteert, opgeven.
  • Dmfa:
    • schrappen:
      • werkgeverskengetal 116, 117 (= Dimona full), 216 en 217 (= Dimona-light);
      • functienummers 96 en 97
      • looncode 8: supplement voor tewerkstelling op een zaterdag, zondag of een feestdag.
    • nieuwigheden
      • werknemerskengetal 317: voor de gelegenheidswerknemers in de Horeca met een forfait;
      • functienummer:
        • 94: gelegenheidswerknemers met een dagforfait
        • 95: gelegenheidswerknemers met een uurforfait
    • aangepast werkgeverskengetal:
      • 016: de werknemers onder dit kengetal - dat geschrapt zal worden - zullen overgebracht worden naar het werkgeverskengetal 017 dat dus zowel de werkgevers uit de profit als de non-profit zal bevatten die een bijdrage aan het Fonds van het PC 302 verschuldigd zijn, uitgezonderd de gelegenheidswerknemers aangegeven onder kengetal 317.
    • één tewerkstellingslijn per dag. Er moeten evenveel tewerkstellingslijnen zijn als Dimona aangiftes.
  • Register voor werktijdregeling voor extra's:
    • de nieuwe regeling van gelegenheidsarbeid verandert niets aan de verplichting tot bijhouden van het register voor werktijdregeling. Dit betekent dat als een gelegenheidswerknemer in Dimona wordt aangegeven met een dagforfait (dus zonder vermelding van het einduur), deze moet vermeld worden in het papieren aanwezigheidsregister. Deze registers kunnen verkregen worden bij het Waarborg- en Sociaal Fonds Horeca, Anspachlaan 111, bus 4 te 1000 Brussel. Op de website van dat fonds vindt u meer uitleg over het register.

De notie 'gelegenheidswerknemer' in de Horeca blijft ongewijzigd. Het gaat telkens over een werknemer met wie de werkgever een arbeidsovereenkomst sluit van bepaalde duur of voor een specifieke taak, voor maximaal 2 aansluitende dagen.