Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten × Doorgaan

Vers le contenu de cette page

De vergoedingen waarop een bijzondere bijdrage verschuldigd is

Het voordeel betreffende het persoonlijk en individueel gebruik van een voertuig ter beschikking gesteld door de werkgever of het ontvangen van een mobiliteitsvergoeding wordt aangegeven met de looncode 770.

Op dit voordeel zijn er geen socialezekerheidsbijdragen verschuldigd.

Werknemers die hun bedrijfswagen hebben ingeruild tegen een mobiliteitsvergoeding, moeten het fiscaal voordeel ervan aangeven. Het voordeel wordt forfaitair vastgelegd op 4 % van 6/7 van de cataloguswaarde van de ingeleverde bedrijfswagen, Een eventuele tussenkomst van de werknemer wanneer de bedrijfswagen niet kosteloos ter beschikking werd gesteld, kan in mindering worden gebracht. Voor meer informatie verwijzen we naar de FOD Financiën.

Voor een kosteloos ter beschikking gesteld voertuig stelt u ieder kwartaal per werknemer het voordeel vast door een CO2-percentage toe te passen op zes zevenden van de cataloguswaarde. Onder cataloguswaarde wordt verstaan de catalogusprijs van het voertuig in nieuwe staat bij verkoop aan een particulier, inclusief opties en werkelijk betaalde belasting over toegevoegde waarde, zonder rekening te houden met enige korting, vermindering, rabat of ristorno.

De cataloguswaarde wordt vermenigvuldigd met een percentage teneinde rekening te houden met de ouderdom van het voertuig.

De basis-CO2-coëfficiënt bedraagt 5,5 % voor een CO2-uitstoot van

  • 86 g/km voor de voertuigen met een dieselmotor;
  • 105 g/km voor voertuigen met een LPG- of benzinemotor.

Wanneer de uitstoot hoger ligt, dan wordt de coëfficiënt verhoogd met 0,1 % per CO2-gram, met een maximum percentage van 18%.
Wanneer de uitstoot lager ligt, dan wordt de coëfficiënt verminderd met 0,1% per CO2-gram met een minimum percentage van 4%.

Voertuigen waarvoor geen gegevens met betrekking tot de CO2-uitstoot voorhanden zijn bij de dienst voor inschrijving van de voertuigen, worden gelijkgesteld met een voertuig met een CO2-uitstoot van 205 g/km (benzine-, LPG- of aardgasmotor) of van 195 g/km (diesel).

Het belastbaar voordeel mag nooit minder bedragen dan 820,00 EUR (niet geïndexeerd) per jaar.

Voor 2018 is het geïndexeerd bedrag gelijk aan 1.310,00 EUR.

Wanneer een tussenkomst van een werknemer gevraagd wordt, dan wordt dit in mindering gebracht van het berekend voordeel.

Voor een utilitair voertuig waarop de bijzondere bijdrage CO2 niet verschuldigd is, maar dat de fiscus kwalificeert als “lichte vracht” en als een voordeel van alle aard belast, moet het belastbaar voordeel aangegeven worden met de looncode 770.

Voor de praktische toepassing verwijzen wij naar de fiscale reglementering op de website van de FOD Financiën.

Geen enkele instelling die van de in de DmfAPPL vermelde gegevens gebruik maakt, moet dit gegeven per tewerkstellingslijn kennen. Er is dan ook geen bezwaar tegen om, indien er voor de werknemer meerdere tewerkstellingslijnen gebruikt moeten worden, het totale bedrag van dit voordeel voor het ganse kwartaal aan één tewerkstellingslijn te koppelen.

De winstparticipaties die een intercommunale uitbetaalt aan haar personeelsleden, moet aangegeven worden met de bezoldigingscode 780.

De door de werkgevers betaalde verkeersboetes worden aangegeven met de bezoldigingscode 791.

De stortingen van de werkgevers voor de vorming van een buitenwettelijk pensioen ten bate van hun personeelsleden of hun rechthebbenden worden aangegeven met

  • de bezoldigingscode 792 als het buitenwettelijk pensioen rechtstreeks aan de werknemer betaald wordt bij de oppensioenstelling;
  • de bezoldigingscode 793 als het voordeel gestort wordt aan een verzekeringsmaatschappij of aan een pensioeninstelling.

De rechtstreekse storting van een extralegaal pensioen in het kader van een groepsverzekering die niet per werknemer geïndividualiseerd kan worden of aan een ex-personeelslid dat niet meer in dienst is (of aan zijn nabestaande), mag aangegeven worden in het blok “bijdrage niet gebonden aan een natuurlijk persoon”.

Voor de personeelsleden van een aantal Antwerpse besturen wordt het loon waarop de bijdrage in het kader van de tweede pensioenpijler contractanten berekend wordt, aangegeven met de bezoldigingscodes 794 (loonschijf onder of gelijk aan het drempelbedrag) en 795 (loonschijf boven het drempelbedrag).

Voor de personeelsleden van een aantal Brugse besturen wordt het loon waarop de bijdrage in het kader van de tweede pensioenpijler contractanten berekend wordt, aangegeven met de bezoldigingscodes 796 (0 tot en met 9 jaar anciënniteit), 797 (10 tot en met 19 jaar anciënniteit), 798 (20 tot en met 29 jaar anciënniteit) en 799 (30 of meer jaar anciënniteit).