Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten × Doorgaan

Vers le contenu de cette page

3.3.2. De studenten

Kunnen als studenten worden beschouwd de jongeren van 15 jaar of ouder die niet meer aan de voltijdse leerplicht onderworpen zijn en:

  • ofwel onderwijs met volledig leerplan volgen;
  • ofwel deeltijds onderwijs volgen op voorwaarde dat:
    • zij niet met een deeltijdse arbeidsovereenkomst of een deeltijdse stageovereenkomst werken;
    • zij niet een leertijd doormaken met een industriële leerovereenkomst of leerovereenkomst voor de Middenstand;
    • zij geen werkloosheidsuitkeringen ontvangen;
    • zij enkel als student werken tijdens de periodes van niet verplichte aanwezigheid in de onderwijsinstelling.

Iedere bezoldigde tewerkstelling als student is onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen, behalve wanneer de volgende voorwaarden zijn vervuld:

  • Een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten, bedoeld bij titel VII van de arbeidsovereenkomstenwet van 3-7-1978, wordt voor iedere student afzonderlijk schriftelijk vastgesteld, uiterlijk op het tijdstip dat de student in dienst treedt.
  • De duur van een studentenovereenkomst bedraagt maximaal twaalf maanden.
  • Een DimonaPPL-indienstmelding wordt verricht ten laatste op het ogenblik waarop de student arbeidsprestaties begint te leveren.
  • De tewerkstelling van de student bij één of meerdere werkgevers overschrijdt in de loop van een kalenderjaar het contingent van 50 arbeidsdagen niet.

Als een student en een werkgever een studentenovereenkomst sluiten van meer dan twaalf maanden, dan worden zij geacht verbonden te zijn met een gewone arbeidsovereenkomst en wordt het loon van de student onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen.

Indien een student na het beëindigen van zijn studies met een gewone arbeidsovereenkomst tewerkgesteld wordt bij het bestuur waar hij voordien met een studentenovereenkomst tewerkgesteld werd, dan blijft de vrijstelling als student behouden indien één van de volgende voorwaarden vervuld wordt:

  • de tewerkstellingsperiodes zijn niet onmiddellijk aansluitend; dit is het geval als de periode tussen de tewerkstelling als student en de tewerkstelling met een gewone arbeidsovereenkomst minstens één maand bedraagt;
  • de activiteiten zijn niet dezelfde of niet gelijkaardig.

Indien één van deze twee voorwaarden vervuld is, dan worden de arbeidsdagen als student vrijgesteld van volledige socialezekerheidsbijdragen en wordt de tewerkstelling als student niet beschouwd als een verdoken proefperiode van de arbeidsovereenkomst.

Het contingent van 50 arbeidsdagen met een studentenovereenkomst wordt gerekend per kalenderjaar. De teller wordt bij het begin van ieder nieuw kalenderjaar op vijftig resterende dagen gezet, en het aantal resterende dagen wordt op basis van de in DimonaPPL aangegeven arbeidsdagen geactualiseerd.

De dagen die niet gepresteerd worden, maar die wel betaald worden (zoals de feestdagen, de compensatiedagen en de ziektedagen met gewaarborgd loon), en die binnen de periode van een studentenovereenkomst vallen, worden meegeteld bij de berekening van het contingent. De wettelijke feestdag die buiten de studentenovereenkomst valt, wordt niet meegeteld bij de berekening van het contingent.

Indien het contingent van 50 arbeidsdagen overschreden wordt, dan zijn socialezekerheidsbijdragen verschuldigd op de tewerkstelling van de student.

  • Indien de overschrijding plaatsvindt door de tewerkstelling bij één enkele werkgever en indien deze in de DmfAPPL het loon van de student met een solidariteitsbijdrage aangeeft voor meer dan 50 arbeidsdagen, dan zijn socialezekerheidsbijdragen verschuldigd voor de volledige periode van tewerkstelling als student. Indien de werkgever enkel de 50 arbeidsdagen van het studentencontingent aangeeft met de solidariteitsbijdrage, en het loon van de overige arbeidsdagen met gewone socialezekerheidsbijdragen, dan zijn de socialezekerheidsbijdragen slechts verschuldigd vanaf de 51e arbeidsdag, en niet voor de volledige periode van tewerkstelling.
  • Indien de overschrijding plaatsvindt nadat de student bij meerdere werkgevers tewerkgesteld was, dan worden de student en de werkgever die hem tewerkstelt op het ogenblik van de overschrijding, onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen vanaf de 51e dag op voorwaarde dat de werkgever vanaf de 51e dag een correcte DmfAPPL-aangifte gedaan heeft. De arbeidsprestaties die de student bij dezelfde werkgever of bij een vorige werkgever verricht heeft voordat het maximum aantal arbeidsdagen overschreden werd, worden niet onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen, maar enkel aan de solidariteitsbijdrage. Voor een student die niet onderworpen wordt aan de gewone socialezekerheidsbijdragen, zijn een solidariteitsbijdrage en de werkgeversbijdrage van 0,01% voor het Asbestfonds verschuldigd. De solidariteitsbijdrage op het loon van de student (zie 5.5.8.) bedraagt 8,13 %, en is enkel van toepassing op de eerste vijftig dagen die in DimonaPPL aangegeven worden.

Het aantal arbeidsdagen dat een student tijdens een kalenderjaar kan werken aan de verlaagde solidariteitsbijdrage, wordt bijgehouden op basis van de aangiftes in DimonaPPL (zie 6.2.5.3.) en kan geconsulteerd worden via de website www.studentatwork.be.
De student kan op elk moment via een persoonlijke, beveiligde toegang tot de online toepassing “student@work - 50days” op de portaalsite van de sociale zekerheid het resterende saldo van zijn/haar jaarlijks contingent van 50 arbeidsdagen raadplegen. Hij kan een attest met het aantal resterende dagen afdrukken voor een toekomstige werkgever of het attest versturen via de e lektronische post.
Een werkgever die van een student de toegangscode ontvangt, kan gedurende drie maanden het aantal resterende dagen van het contingent van de student consulteren.