Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten × Doorgaan

Vers le contenu de cette page

Tussentijdse instructies - 2016/2

Inhoud

Doelgroepvermindering oudere werknemers Vlaanderen - correctie

(12/07/2016)

De vermelding van het verminderingsbedrag waarop de werkgever van de oudere zittende werknemer recht heeft, moet als volgt gelezen worden:

Oudere zittende werknemers

.

Bedrag?

  • De oudere werknemer van minstens 55 jaar en jonger dan 60 jaar (op de laatste dag van het kwartaal van de indienstneming) opent het recht op een doelgroepvermindering G4 (600,00 EUR).
  • De oudere werknemer van minstens 60 jaar (op de laatste dag van het kwartaal van indienstname) opent het recht op een doelgroepvermindering G6 (1.150,00 EUR).

Kilometervergoeding

(08/07/2016)
De terugbetaling van afgelegde kilometers bij woon-werkverplaatsingen en beroepsverplaatsingen met de auto is vrij van RSZ-bijdragen voor een maximale kilometervergoeding van 0,3363 EUR/km (bedrag geldig vanaf 1 juli 2016).

Studenten solidariteitsbijdrage

(04/07/2016)
Een te publiceren koninklijk besluit wijzigt met ingang van 1 juli 2016 de regeling van de solidariteitsbijdrage voor studenten.

Tot nu toe gold als regel dat zolang een student nog dagen beschikbaar had in zijn contingent, de werkgever deze student  verplicht moest tewerkstellen met toepassing van de solidariteitsbijdrage. Vanaf 1 juli 2016 vervalt deze regel en kan er gekozen worden of de solidariteitsbijdrage wordt toegepast of niet. Aangezien dit zowel gevolgen heeft voor de student als voor de werkgever wordt deze keuze best op voorhand besproken en eventueel vastgelegd in de overeenkomst.   

De Dimona aangifte moet gebeuren in functie van deze keuze:
  • STU:  indien de solidariteitsbijdrage wordt toegepast  (link naar Dimona) (maximum 50 dagen per student; de dagen worden in mindering gebracht van het studentencontingent bij verwerking van de Dimona)
  • EXT: indien het gaat om een tewerkstelling als gelegenheidswerknemer in de horeca (maximum 50 dagen per werknemer; de dagen worden in mindering gebracht van het horecacontingent bij verwerking van de Dimona)
  • OTH: voor alle andere tewerkstellingen

Opgelet: dit verandert niets aan de regel dat iedere student verplicht moet tewerkgesteld worden met een arbeidsovereenkomst voor studenten of aan de regels inzake sociale documenten. Ook het attest blijft dezelfde functie vervullen: attesteren hoeveel dagen de student nog kan werken tegen solidariteitsbijdrage. 

Doelgroepvermindering jonge werknemers Vlaanderen

(04/07/2016)

Vanaf 1 juli 2016 introduceert Vlaanderen een nieuwe doelgroepvermindering voor jonge werknemers ter vervanging van de bestaande doelgroepvermindering erg laaggeschoolde, laaggeschoolde en middenschoolde jongeren en jonge werknemers - min 19 jaar. Dit geldt enkel voor de werknemers die werkzaam zijn in of afhangen van een vestigingseenheid in Vlaanderen. Voor de werknemers tewerkgesteld in een andere regio wijzigt er niets.

Zij bestaat in feite uit 2 afzonderlijke verminderingen:

- de doelgroepvermindering jonge werknemers – middengeschoolden en laaggeschoolden
- de doelgroepvermindering jonge werknemers – leerlingen alternerend leren en alternerende opleiding met deeltijdse arbeidsovereenkomst in het deeltijds beroepsonderwijs

Leerlingen - alternerend leren en alternerende opleiding met deeltijdse arbeidsovereenkomst in het deeltijds beroepsonderwijs

Wie?

  • Het gaat enerzijds om leerlingen alternerend leren zoals bedoeld in art. 1bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 (die aan de opgesomde voorwaarden voldoen)
  • en anderzijds de leerlingen in het deeltijds beroepsonderwijs die in het kader van hun alternerende opleiding een deeltijdse arbeidsovereenkomst aangaan; het gaat om opleidingen die door de Vlaamse Regering niet als duaal zijn aangeduid en op de werkplek op jaarbasis minder dan 20 uur per week beslaan, in voege vanaf 1 september 2016.

Bedrag?

  • De jongere opent gedurende zijn tewerkstelling in het systeem alternerend leren en alternerende opleiding het recht op een vermindering G1 (1.000,00 EUR).

Algemeen

  • Verminderingscode 6310.
  • Op elke nieuwe indienstname na 1 juli 2016 is het nieuwe Vlaamse systeem van toepassing.
  • De kwartalen dat deze vermindering kan genoten worden, tellen niet mee voor de verminderingsperiode laag- en middengeschoold.

 

Laag- en middengeschoolden

Wie?

  • Voor indienstnames onder arbeidsovereenkomst vanaf 1 juli 2016
  • Voor jongeren die op het einde van het kwartaal van indienstname jonger zijn dan 25 jaar.
  • Laaggeschoold op datum en op het einde van het kwartaal van indienstname – geen diploma of getuigschrift secundair onderwijs/2de leerjaar 3de graad, of gelijkwaardig (Flux VDAB, na 6 maanden automatische hercontrole).
  • Middengeschoold op datum en op het einde van het kwartaal van indienstname – hoogstens een diploma of getuigschrift secundair onderwijs/2de leerjaar 3de graad, of gelijkwaardig (Flux VDAB, na 6 maanden automatische hercontrole)
  • Om in aanmerking te komen moet de jongere beschikken over een elektronisch dossier (portfolio) bij de VDAB op de laatste dag van het kwartaal van indienstname; indien de jongere hierover niet beschikt voor het kwartaal van indienstname en de daarop volgende kwartalen, wordt het overeenkomstig aantal kwartalen in mindering gebracht (flux VDAB).
  • Het refertekwartaalloon moet lager zijn dan 7.500,00 EUR voor de eerste 4 kwartalen en lager dan 8.100,00 EUR  voor de volgende 4 kwartalen.

Bedrag?

  • De laaggeschoolde jongere opent een vermindering G6 (1.150,00 EUR) voor het kwartaal van indienstname en de 7 daarop volgende kwartalen.
  • De middengeschoolde jongere opent een vermindering G1 (1.000,00 EUR) voor het kwartaal van indienstname en de 7 daarop volgende kwartalen.

Algemeen

  • Verminderingscode 6300 voor de laaggeschoolden, verminderingscode 6301 voor de middengeschoolden, met een datum begin recht dat zich moet situeren vanaf 1 juli 2016.
  • Een hertewerkstelling binnen de 4 kwartalen na de beëindiging van een vorige tewerkstelling wordt beschouwd als 1 tewerkstelling waarbij de telling van het aantal kwartalen doorloopt.
  • Op elke nieuwe indienstname na 1 juli 2016 is het nieuwe Vlaamse systeem van toepassing.
  • De VDAB-flux wordt geïntegreerd in Ecaro.
  • Ongeacht de domicilie van de jongere, het aanmaken van een elektronisch dossier (portfolio) bij de VDAB blijft verplicht.
  • De startbaanverplichting blijft federaal, dus de gegevens moeten verder in de Dmfa ingevuld worden (zoals 'gehandicapt' of van 'buitenlandse afkomst' zoals gedefinieerd in de desbetreffende wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid, art. 23). 
  • Het voldoen aan de startbaanverplichting is geen vereiste meer voor de Vlaamse doelgroepvermindering, maar kan wel leiden tot een eventuele sanctionering FOD WASO.
  • Wanneer de werkgever de doelgroepvermindering jongeren vraagt voor de tewerkstelling in een andere regio, moet nog wel voldaan worden aan de startbaanverplichting over heel België (federaal).
  • Voor Vlaanderen zal de RVA niets meer attesteren, wel voor een eventuele tewerkstelling in een andere regio.

Overgangsmaatregelen

  • Indienstnames vóór 1 juli 2016 in het systeem erg laag-, laag- en middengeschoold en min 19 jaar blijven doorlopen tot uiterlijk 31 december 2018 bij een ononderbroken tewerkstelling.
  • Vanaf 1 juli 2016 gelden ook voor de overgangsmaatregelen nieuwe Vlaamse verminderingscodes en mogen de oude codes niet meer gebruikt worden voor een tewerkstelling in Vlaanderen:
    • 6030 vervangt 3410 (laaggeschoold)
    • 6031 vervangt 3411 (zeer laaggeschoold, laaggeschoold en van buitenlandse afkomst of laaggeschoold en gehandicapt)
    • 6032 vervangt 3412 (middengeschoold)
    • 6033 vervangt 3430 (min 19-jarigen).
  • Op 1 januari van het jaar waarin de jongere 19 wordt was een andere verminderingscode van toepassing en moest een werkkaart worden aangevraagd die attesteerde voor welke vermindering de jongere in aanmerking kwam. Vanaf 1 juli 2016 wordt deze overgang als een nieuwe indienstname beschouwd voor de toepassing van de doelgroepvermindering jongere en zijn de nieuwe Vlaamse regels van toepassing (vermindering alternerend leren of opleiding, laag of middengeschoold met samenstellen van een portfolio bij de VDAB).
  • De aansluitende tewerkstelling bij dezelfde werkgever na een tewerkstelling 1bis alternerend leren vanaf 1 juli 2016 wordt ook beschouwd als een nieuwe indienstname.
  • Een hertewerkstelling na 1 juli 2016 bij dezelfde werkgever wordt eveneens beschouwd als een nieuwe indienstname voor de toepassing van de nieuwe Vlaamse vermindering, ook als dit gebeurt zonder 4 tussenliggende kwartalen.
  • Ook voor de overgangsmaatregelen wordt niet meer gekeken naar de startbaanverplichting.

 

Bijkomende info

Bijkomende informatie vindt u op de website van Vlaanderen (departement Werk en Sociale Economie): http://www.werk.be/online-diensten/doelgroepverminderingen/jongeren.

Doelgroepvermindering oudere werknemers Vlaanderen

(04/07/2016)

Vanaf 1 juli 2016 introduceert Vlaanderen een nieuwe doelgroepvermindering voor oudere werknemers ter vervanging van de bestaande doelgroepvermindering ouderen. Dit geldt enkel voor de werknemers die werkzaam zijn in of afhangen van een vestigingseenheid in Vlaanderen. Voor de werknemers tewerkgesteld in een andere regio wijzigt er niets.

Het bedrag van de doelgroepvermindering hangt af van de leeftijd van de werknemer en of het gaat om een indienstname of een voortgezette tewerkstelling.

Oudere niet-werkende werkzoekenden

Wie?

  • Het gaat (zoals bij het vroegere systeem) enkel om werknemers uit categorie 1 van de structurele vermindering
  • die gedurende de 4 kwartalen voorafgaand aan de indienstname niet bij dezelfde werkgever in dienst zijn geweest
  • en ingeschreven zijn als niet werkend werkzoekende bij de VDAB (de VDAB stuurt via een elektronische flux de gegevens door naar de RSZ).
  • Enkel oudere werknemers waarvan het refertekwartaalloon van het lopende kwartaal lager is dan 13.400,00 EUR komen in aanmerking.

Bedrag?

  • De oudere werknemer van minstens 55 jaar en jonger dan 60 jaar (op de laatste dag van het kwartaal van de indienstneming) opent het recht op een doelgroepvermindering G6 (1.150,00 EUR) het kwartaal van indienstname en de 7 daarop volgende kwartalen.
  • De oudere werknemer van minstens 60 jaar en jonger dan de wettelijke pensioenleeftijd (op de laatste dag van het kwartaal van indienstname) opent het recht op een doelgroepvermindering G8 (1.500,00 EUR) het kwartaal van indienstname en de 7 daarop volgende kwartalen.
  • De VDAB stuurt de gegevens elektronisch door naar de RSZ.

Algemeen

  • Verminderingscode 6321 met een datum begin recht dat zich moet situeren vanaf 1 juli 2016.
  • Een hertewerkstelling binnen de 4 kwartalen na de beëindiging van een vorige tewerkstelling wordt beschouwd als 1 tewerkstelling waarbij de telling van het aantal kwartalen doorloopt.
  • Omdat het gaat over 'nieuwe' indienstnames zijn er geen overgangsmaatregelen. Werkgevers die werknemers in dienst nemen die reeds werkzaam zijn geweest bij hen in de loop van de 4 voorafgaande kwartalen maar het recht op de verhoogde vermindering voor oudere niet-werkend werkzoekenden niet openden (vóór 1 juli 2016 reeds in dienst geweest of die niet als niet-werkend werkzoekende zijn ingeschreven bij de VDAB), kunnen voor deze werknemers nog gebruik maken van de vermindering voor 'oudere zittende' werknemers.

Oudere zittende werknemers

Wie?

  • Het gaat (zoals bij het vroegere systeem) enkel om werknemers uit categorie 1 van de structurele vermindering
  • die niet als 'Oudere niet-werkende werkzoekenden' kunnen worden beschouwd.
  • Enkel oudere werknemers waarvan het refertekwartaalloon van het lopende kwartaal lager is dan 13.400,00 EUR komen in aanmerking.

Bedrag?

  • De oudere werknemer van minstens 55 jaar en jonger dan 60 jaar (op de laatste dag van het kwartaal van de indienstneming) opent het recht op een doelgroepvermindering G4 (600,00 EUR).
  • De oudere werknemer van minstens 60 jaar (op de laatste dag van het kwartaal van indienstname) opent het recht op een doelgroepvermindering G6 (1.150,00 EUR).

Algemeen

  • Verminderingscode 6320.
  • De verminderingscode 6320 kan toegepast worden na de periode van vermindering 6321.
  • Er zijn geen overgangsmaatregelen voorzien. Werkgevers met werknemers die op het einde van het kwartaal de leeftijd van 55 jaar niet bereikt hebben, kunnen vanaf 1 juli 2016 voor deze werknemers geen gebruik meer maken van de doelgroepvermindering 'oudere werknemers'.

 

Bijkomende info

Bijkomende informatie vindt u op de website van Vlaanderen (departement Werk en Sociale Economie): http://www.werk.be/online-diensten/doelgroepverminderingen/ouderen.

Aanpassing forfaits gelegenheidsarbeid, met fooien betaalden en zeevissers

(04/07/2016)

Als gevolg van het overschrijden van de spilindex respectievelijk tijdens de maand april (zeevissers) en tijdens de maand mei (met fooien betaalden, gelegenheidswerknemers horeca, land- en tuinbouw), wijzigen de forfaitaire daglonen . De tabel bevat de dagforfaits die gelden vanaf 1 juli 2016 , volgens de berekeningen ons overgemaakt door de FOD Sociale Zekerheid, variërend naargelang de sector, de uitgeoefende functie en de leeftijd van de werknemer op de laatste dag van het kwartaal.

De forfaitaire bedragen voor de aangestelden toiletten buiten de horeca ondergaan geen wijzigingen ten opzichte van het 1ste kwartaal 2016.

Flexi-loon

(15/06/2016)

In het kader van een flexi-job heeft de werknemer recht op een loon (bruto is netto aangezien er geen inhoudingen zijn) dat niet lager mag zijn dan 8,82 EUR per uur (niet-geïndexeerd). Eveneens wordt, samen met ieder loon, een flexi-vakantiegeld uitbetaald van 0,68 EUR per uur (niet-geïndexeerd, totaal dus 9,50 EUR per uur). Door een aanpassing voortvloeiend uit een indexoverschrijding, bedraagt  vanaf 1 juni 2016 het minimumbedrag van het flexi-uurloon 9,00 EUR en het flexi-vakantiegeld 0,69 EUR per uur (totaal dus 9,69 EUR).

Huisarbeiders - aantal arbeidsdagen

(14/06/2016)
De RSZ aanvaardt dat het aantal arbeidsdagen voor huisarbeiders berekend wordt op basis van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen. Als gevolg van de evolutie van het indexcijfer der consumptieprijzen, bedraagt het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen 1.531,93 EUR met ingang van 1 juni 2016.

Sportlui - berekeningsbasis voor de bijdragen

(02/06/2016)

De socialezekerheidsbijdragen voor sportlui worden berekend op het maximumbedrag dat als basis dient voor de berekening van de werkloosheidsuitkering conform artikel 111 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering. Dit geldt zowel voor de sportlui die vallen onder de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars, als voor zij die niet onder die wet vallen.

Door een aanpassing voortvloeiend uit een indexoverschrijding, bedraagt dit bedrag momenteel 2.218,65 EUR met ingang van 1 juni 2016.

Decava - loonplafonds inhoudingen

(02/06/2016)

Ingevolge de evolutie van het indexcijfer der consumptieprijzen, is er met ingang van 1 juni 2016 een aanpassing van de grensbedragen voor de berekening van de maximale inhouding op de aanvullende vergoedingen:

Grensbedragen na indexering en met toepassing van de herwaarderingscoëfficiënt:

(in EUR)

voltijds, met gezinslast

voltijds, zonder gezinslast

halftijds, met gezinslast

halftijds, zonder gezinslast

basisbedrag

1.130,44

938,50

565,22

469,25

vanaf 01-02-2012

1.601,08

1.329,23

800,54

664,61

vanaf 01-12-2012 1.633,14 1.355,84 816,57 677,93
vanaf 01-01-2013 1.637,06 1.359,10 818,53 679,55
vanaf 01-01-2016 1.639,68 1.361,27 819,84 680,64
vanaf 01-06-2016 1.672,48 1.388,51 836,24 694,25

Werkbonus - grensbedragen

(02/06/2016)

Ingevolge de evolutie van het indexcijfer der consumptieprijzen, is er met ingang van 1 juni 2016 een aanpassing van de loongrenzen voor de berekening van de werkbonus. Vier coëfficiënten die u bij de berekening nodig hebt, ondergaan eveneens een wijziging. Hieronder vindt u in tabelvorm de nieuwe bedragen vanaf 1 juni 2016.

Bedienden (*)

S (refertemaandloon aan 100% in EUR)

R (basisbedrag in EUR)

1.577,89
1.577,89 en ≤ 2.461,27
> 2.461,27

193,79
193,79 - ( 0,2194 x (S - 1.577,89))
0

Arbeiders (**)

S (refertemaandloon aan 100% in EUR)

R (basisbedrag in EUR)

1.577,89
> 1.577,89 en ≤ 2.461,27
> 2.461,27

209,29
209,29 - (0,2369 x (S - 1.577,89))
0

(*) Onder 'Bedienden' moet worden verstaan: de werknemers die moeten worden aangegeven aan 100 %, dus ook bijvoorbeeld arbeiders in de openbare sector.
(**) Onder 'Arbeiders' moet worden verstaan: de werknemers die moeten worden aangegeven aan 108 %, dus ook bijvoorbeeld kunstenaars.