Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten × Doorgaan

Vers le contenu de cette page

Tussentijdse instructies - 2016/1

Inhoud

Risicogroepen - bijkomende werkgeversbijdrage bij onvoldoende opleidingsinspanningen

(17/05/2016)
Artikel 30 van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact voert een bijkomende werkgeversbijdrage in voor de financiering van het betaald educatief verlof voor de werkgevers die behoren tot de sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen leveren.  Dit artikel maakte het voorwerp uit van verschillende uitvoeringsmaatregelen die met name beoogden om de sectoren te bepalen die deze bijkomende werkgeversbijdrage voor 2008, 2009, 2010 en 2011 verschuldigd zijn.

Voor 2008 en 2009 ging het om een ministerieel besluit van 13 april 2011.
Voor 2010 ging het om een ministerieel besluit van 12 januari 2012.
Voor 2011 ging het om een ministerieel besluit van 13 april 2013.

Tegen de ministeriële besluiten van 13 april 2011 en 12 januari 2012 werd een beroep tot nietigverklaring voor de Raad van State ingediend.

Tegen het besluit van 13 april 2013 werd geen beroep ingediend.

Krachtens arrest nr. 233.741 van 4 februari 2016 werden artikel 2 en bijlage 2 van het ministerieel besluit van 13 april 2011 [tot vaststelling van de definitieve lijsten voor de jaren 2008 en 2009 van sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering van artikel 3, § 4, van het koninklijk besluit van 11 oktober 2007 tot invoering van een bijkomende werkgeversbijdrage ten bate van de financiering van het betaald educatief verlof voor de werkgevers die behoren tot sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering van artikel 30 van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact] vernietigd (bepalingen over 2009).

Dit arrest werd geveld nadat de Raad van State het Grondwettelijk Hof verzocht om zich via een prejudiciële vraag uit te spreken over de grondwettelijkheid van artikel 30 van de voornoemde wet van 23 december 2005. In een arrest van 23 oktober 2014 (met referte 154/2014) heeft het Grondwettelijk Hof dit artikel 30 onverenigbaar met artikel 10 en 11 van de Grondwet verklaard.

Rekening houdend met de juridische waarde van de arresten van het Grondwettelijk Hof heeft de RSZ beslist over te gaan tot de annulering van de debetberichten "onvoldoende opleidingsinspanningen" die voor de refertejaren 2008, 2009 en 2010 opgesteld werden.  Deze annuleringen zullen vanaf 17 mei aan de Erkende Sociale Secretariaten meegedeeld worden voor de werkgevers die bij die secretariaten aangesloten zijn, en per brief voor zij die dat niet zijn.