Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten × Doorgaan

Vers le contenu de cette page

Nieuw dit kwartaal

Algemeen

De  6de staatshervorming

(bijzondere wet van 6 januari 2014 - BS van 31 januari 2014; wet van 25 april 2014 - BS van 6 juni 2014)

De 6de Staatshervorming voorziet de overdracht naar de regio’s van de bevoegdheden inzake ‘kinderbijslag’ , ‘betaald educatief verlof’, ‘begeleiding van werklozen’ en van het ‘Fonds voor collectieve uitrusting en diensten’ (kinderopvang). Tegelijk met deze bevoegdheidswijziging worden deze bijdragen niet meer als dusdanig geïnd, maar gegroepeerd tezamen met de klassieke bijdragepercentages in een aantal geglobaliseerde patronale basisbijdragen. Voor de RSZ zijn vier basisbijdragepercentages van toepassing, afhankelijk van het type werknemer:

  • werknemer uit de private sector
  • contractueel uit de openbare sector
  • statutair en gelijkgestelde uit de openbare sector
  • leerling en gelijkgestelde.

Voor de werknemers met een beperkte onderwerping wordt de bijdragevoet van elk niet toepasbaar stelsel afgetrokken van de patronale basisbijdrage. Vermits de financiering van de kinderbijslag vanaf 1 januari 2015 via een andere weg gebeurt dan via het Globaal Beheer, kan er geen percentage in mindering worden gebracht. De bijdragepercentages blijven in hun totaliteit ongeveer hetzelfde:

Wettelijke basis :

Wet 29/6/1981

Art 38, §3, 1°

Art 38, §3, 2°, lid 1

Art 38, §3, 2°, lid 2

Art 38, §3, 2°, lid 3

Private sector

Openbare sector

Leerlingen en gelijkgestelden tot 18 jaar

Allen

Contractuelen

en niet vastbenoemd academisch en wetenschappelijk personeel van de vrije universiteiten

Statutairen en mandatarissen

(kengetal 675- 673)

(kengetal 035 en 439)

Patronale basisbijdrage

24,92%

24,82%

17,82%

17,82%

Indien nodig in mindering te brengen :

Pensioenen

8,86%

8,86%

8,86%

8,86%

Invaliditeit

2,35%

2,35%

2,35%

2,35%

Gezondheidszorg

3,80%

3,80%

3,80%

3,80%

Werkloosheid

1,46%

1,46%

1,46%

1,46%

Arbeidsongevallen

0,30%

0,30%

0,30%

0,30%

Beroepsziekten

1,00%

1,00%

1,00%

1,00%

Toe te voegen :

Nieuwe bijzondere bijdrage

1,40%

Deze nieuwe methode voor het vaststellen van de percentages kan enkele variaties van de bijdragevoet van de werkgeversbijdragen als gevolg hebben.

Voor de private sector wordt de basisbijdrage verhoogd met 0,05%, maar gecompenseerd door de schrapping van de bijzondere bijdrage voor de begeleiding en opvolging van werklozen (kengetal 854).

Voor de openbare sector wordt:

  • voor de contractuelen die niet bijdroegen aan het stelsel van kinderbijslag de verhoging van 7% gecompenseerd door de schrapping van de rechtstreeks door de werkgever ten laste genomen kinderbijslag
  • en voor de statutairen geen onderscheid meer gemaakt tussen de werknemerskengetallen 675 en 671; het kengetal 671 wordt geschrapt. Bovendien wordt voor de statutairen (kengetal 675 en 673) een bijdrage van 1,40% toegevoegd die ook wordt geïntegreerd in de totale patronale bijdragevoet.

Voor de vrije universiteiten (werkgeverscategorie 075):

  • moet het vastbenoemd personeel aangegeven worden onder kengetal 675,
  • wordt het niet vastbenoemd academisch en wetenschappelijk personeel gelijkgesteld met de openbare sector, aan te geven onder kengetal 493
  • en blijft het administratief en technisch personeel in de private sector aan te geven onder kengetal 495.

De loonmatigingsbijdrage wordt berekend op de patronale basisbijdrage, maar niet op de speciale bijdrage van 1,40%. Ingevolge de aanpassing van de berekeningsbasis zijn er kleine aanpassingen mogelijk aan de bijdragevoet van de loonmatiging.

Het plafond van de bijdragen die in aanmerking komen voor de verminderingen, stemt overeen met de eventueel verminderde patronale basisbijdragen, verhoogd met de loonmatigingsbijdrage, maar zonder de bijzondere bijdrage van 1,40%.

Inning door de RSZ van de bijdrage voor het overheidspensioen

Tot nu toe werden de bijdragen voor het overheidspensioen van statutaire ambtenaren rechtstreeks door de werkgever gestort aan de Pensioendienst voor de Overheidssector (PDOS). Vanaf 2015 zal deze inning gebeuren door de RSZ.

Meer uitleg hierover vindt u in de tussentijdse instructies.

Competitiviteitspactwet

Het competitiviteitspact voorziet onder andere een versterking van het forfait structurele vermindering en een verhoging van de bovengrens van de lagelonencomponent in 3 stappen, namelijk op 1 januari 2015, op 1 januari 2017 en op 1 januari 2019 (wet van 15 mei 2014 – BS van 22  mei 2014).

Daarnaast is ook voorzien dat het forfait sociale maribel in drie stappen wordt verhoogd (koninklijk besluit van 22 mei 2014 – BS van 6 juni 2014).

De realisatie van deze maatregelen zal anders ingepland worden zodat de wijzigingen voor 1 januari 2015 niet als dusdanig zullen worden uitgevoerd. Meer uitleg hierover volgt later.

Jaarbedragen 2015

  • bedrijfsvoertuigen solidariteitsbijdrage: de bedragen moeten vermenigvuldigd worden met 137,48 en vervolgens gedeeld door 114,08; minimum CO2-bijdrage 25,10 EUR
  • geringe vergoeding kunstenaars: maximaal 122,24 EUR/dag en 2.444,74 EUR/jaar
  • herverdeling van de sociale lasten: het bedrag van deze bijdrage wordt jaarlijks begrensd; het plafond bedraagt 197.867,00 EUR
  • Dimona solidariteitsbijdrage: forfaitair bedrag van 2.717,95 EUR

Wijzigingen

De personen

Huispersoneel

Vanaf 1 oktober 2014 zijn enkel nog huisbedienden met beperkte prestaties niet onderworpen. Dienstboden en ander huispersoneel met hoofdzakelijk manuele prestaties zijn steeds onderworpen ongeacht de duur van hun prestaties (koninklijk besluit van 13 juli 2014 - BS van 28 juli 2014).

Mandatarissen van commerciële bedrijven

Link naar de arbeidsovereenkomst voor de aard van de werkrelatie en verwijzing naar de administratieve commissie ter regeling van de arbeidsrelatie.

Studenten

Aanpassing verwijzing naar forfait horeca gelegenheidsarbeid.

Het loonbegrip

Voordelen in natura

Het forfait dat de werkgever moet aangeven als hij een GSM ter beschikking stelt van zijn werknemers.

Terugbetaling kosten

Onder bepaalde voorwaarden mag de werkgever aan de werknemer die zijn eigen PC en/of internetverbinding voor professionele doeleinden gebruikt, een forfaitaire kostenvergoeding toekennen van 20 EUR per maand en dit zowel voor de PC als voor het internet.

Vakantiegeld

Vanaf 1 januari 2014 en in de praktijk vanaf december 2014 wijzigt de afrekening van het enkel en dubbel vertrekvakantiegeld voor de bedienden die hun prestaties in de loop van het jaar bij hun werkgever verminderen.  De werkgever betaalt in december  het dubbel en het enkel vakantiegeld  volgens artikel 46, § 3 van het koninklijk besluit van 30 maart 1967  op basis van het verdiende of gelijkgestelde brutoloon van het vakantiedienstjaar (7,67% enkel vakantiegeld en 7,67% dubbel vakantiegeld), met aftrek van het reeds betaalde enkel en dubbel vakantiegeld in het vakantiejaar.

De vroegere uitbetaling van het vakantiegeld voor het volgende vakantiejaar vervalt (koninklijk besluit van 7 november 2013 - BS van 21 november 2013).

Het is mogelijk dat de werkgever in december van het jaar dat volgt op het jaar waarin de bediende zijn arbeidsprestaties vermindert nog eens enkel en dubbel vakantiegeld betaalt op de wijze zoals vermeld hierboven. De instructies hierover volgen later.

Grensoverschrijdende tewerkstelling

Multi- en bilaterale akkoorden

Bilaterale overeenkomst tussen België en Brazilië van toepassing vanaf 1 december 2014 (wet van 19 januari 2014 - BS van 21 november 2014).

De beperkte onderwerping

Private sector

Vanaf 1 oktober 2014 zijn ook de dienstboden onderworpen aan alle regelingen (koninklijk besluit van 13 juli 2014 - BS van 28 juli 2014).

De verplichtingen

Dimona

Stopzetting kanaal telefoon met druktoetsen

Dimona toepassingsgebied

Bijkomend voorbeeld Dimona zonder onderworpen te zijn - stagiairs met een 'sui generis' overeenkomst.

Schrappen dienstboden als mogelijke uitzondering (koninklijk besluit van 13 juli 2014 - BS van 28 juli 2014; koninklijk besluit van 5 november 2002  BS van 20 november 2002).

Kinderbijslag

Schrappen dienstboden als uitzondering; vanaf 1 oktober 2014 zijn ook de dienstboden onderworpen aan alle regelingen (koninklijk besluit van 13 juli 2014 - BS van 28 juli 2014).

De socialezekerheidsbijdragen

Betaald educatief verlof

Aanpassing bijdrage vanaf 4/2014. Zie ook onderdeel bijzondere bijdragen.

Loonmatigingsbijdragen

De dienstboden zijn niet langer uitgesloten uit het toepassingsgebied van de loonmatiging (koninklijk besluit van 13 juli 2014 - BS van 28 juli 2014; koninklijk besluit van 8 april 1989 - BS van 26 april 1989).

Gelegenheidsarbeid horeca

Precisering register voor werktijdregeling

Verjaring

Tekstuele aanpassingen.

De bijzondere bijdragen

De extralegale pensioenen - de bijdrage 8,86%

Verduidelijking betreffende de financiering uit de algemene reserves van de sectorale inrichter en een link naar de website DB2P.

De bijdrageverminderingen

Structurele vermindering

Dienstboden zijn aan alle regelingen onderworpen en komen dus in aanmerking voor de structurele vermindering (koninklijk besluit van 13 juli 2014 - BS van 28 juli 2014).

Werkbonus

Maximaal verminderingsbedrag vanaf 2014 (wet van 25 april 2014 - BS van 6 juni 2014;  koninklijk besluit van 28 april 2014 - BS van 16 juni 2014).

Het invullen van DmfA

Decava

Verplaatsing van de informatie (vorige kwartalen: zie bijzondere bijdragen, Decava).

Varia

Attesten

Kleine aanpassingen naar analogie met website RSZ.