Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten × Doorgaan

Vers le contenu de cette page

Tussentijdse instructies - 2018/1

Inhoud

Sociale Maribel: bijkomende arbeidsplaatsen in 2018

(29/05/2018)

In het kader van de tax-shift werden de middelen waarover het Fonds Sociale Maribel van de Overheidssector kan beschikken en die aangewend kunnen worden voor de realisatie van bijkomende tewerkstelling in de non-profitsector, verhoogd voor het jaar 2018.

Het Beheerscomité van de Sociale Maribel heeft beslist om een deel van de bijkomende middelen aan te wenden voor de creatie van bijkomende tewerkstelling.

Dit betekent dat in de openbare lokale sector ongeveer 857 voltijdse equivalenten aan nieuwe arbeidsplaatsen kunnen worden toegekend: 669 voltijdse equivalenten in de algemene sector en 188 voltijdse equivalenten in de ziekenhuissector.

Het jaarbedrag waarmee de arbeidsplaatsen zullen gefinancierd worden, werd voor het jaar 2018 verhoogd met 600 EUR. De volgende jaarbedragen zijn van toepassing in beide sectoren:

  • algemene sector (andere dan de ziekenhuizen en psychiatrische verzorgingstehuizen)
    • contractuelen: 30.906,52 EUR
    • statutairen: 35.665,96 EUR
  • sector van de ziekenhuizen en psychiatrische verzorgingsinstellingen
    • contractuelen en statutairen (andere dan logistieke assistenten): 35.665,96 EUR
    • logistieke assistenten: 31.619,80 EUR.

De voormelde bedragen zijn maximumbedragen. De door het Fonds Sociale Maribel verleende financiële tussenkomst blijft steeds beperkt tot de door de werkgever te dragen reële brutoloonkost van de bijkomend aangeworven werknemer, waarbij eveneens rekening gehouden wordt met eventuele subsidies vanwege een ander organisme voor dezelfde arbeidsplaats.

Toekenning van nieuwe arbeidsplaatsen

Een aantal algemene voorwaarden moeten vervuld worden bij de toekenning van bijkomende arbeidsplaatsen.

Het moet steeds gaan om bijkomende tewerkstelling ten opzichte van het aantal arbeidsplaatsen dat bestaat op het ogenblik dat de nieuwe betrekkingen worden toegekend.

De aanwervingen die plaatsvinden vóór de datum van toekenning door het Fonds Sociale Maribel komen niet in aanmerking als bijkomende tewerkstelling.

Bovendien blijkt ook de voorwaarde van de verhoging van het arbeidsvolume zoals voorzien in artikel 50 van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 onverkort gelden. Het totale arbeidsvolume van alle werknemers die in een kalenderjaar bij een werkgever tewerkgesteld zijn met een onder de toepassing van de Sociale Maribel vallende nace-code, wordt vergeleken met het arbeidsvolume van de referentieperiode en dient gestegen te zijn.

In de rubriek 'procedure en te realiseren van bijkomende tewerkstelling' van de RSZ-instructies vindt U meer uitleg over:

  • de concrete berekening van de te creëren bijkomende tewerkstelling (+ enkele voorbeelden)
  • de modaliteiten bij een voorafgaande aanvraag tot afwijking op de tewerkstellingsverbintenis (zoals bepaald in artikel 14 van het bovengenoemde koninklijk besluit)
  • de modaliteiten bij een rechtvaardiging van een niet-gerealiseerde tewerkstellingsverbintenis (zoals bepaald in artikel 50, §2, van het bovengenoemde koninklijk besluit).

Wat de algemene sector betreft, heeft het Fonds voor de te realiseren bijkomende tewerkstelling in het jaar 2018 een aantal specifieke toekenningscriteria vastgelegd.

Voor de provinciale en plaatselijke besturen zullen de arbeidsplaatsen bij voorrang toegekend worden aan de volgende diensten (niet in volgorde):

  • de sociale dienst (zowel administratieve functies als functies van maatschappelijk werker)
  • de coördinatie van de maatschappelijke dienstverlening (clustervorming / samenwerking / coördinatie van dienstverlening);
  • thuiszorg, lokale dienstverlening, woonzorgcentra.

Arbeidsplaatsen voor andere diensten kunnen worden aangevraagd maar zullen pas worden toegekend indien er niet voldoende aanvragen voor de prioritaire plaatsen zijn.

Wat de sector van de ziekenhuizen betreft, kunnen arbeidsplaatsen voor andere diensten aangevraagd te worden, maar bij de toekenning zal rekening gehouden worden met § 7.2. van het 'Sectoraal Akkoord Publieke Sector' van 25 oktober 2017. Hierin werd vastgelegd om bij prioriteit tewerkstelling te creëren voor de versterking van de mobiele equipes (vervanging van afwezige werknemers: ziekte, vakantie, opleiding...), het versterken van de bestaffing op onderbemande diensten en het aanwerven van een expert agressie.   

Aanvraag van nieuwe arbeidsplaatsen

Indien uw bestuur van een financiële tegemoetkoming wenst te genieten voor de realisatie van nieuwe arbeidsplaatsen, dient het hiertoe een aanvraag te richten aan de RSZ met het daartoe bestemde aanvraagformulier.

Het ingevulde en ondertekende formulier moet door uw bestuur per e-mail opgestuurd worden naar maribel@rsz.fgov.be of per post naar RSZ, Directie Sociale Maribel, Victor Hortaplein 11, 1060 Brussel. 

De aangevraagde functies dienen op het aanvraagformulier in volgorde van prioriteit vermeld te worden.

Dit betekent dat, wanneer aan uw bestuur één of meerdere arbeidsplaatsen worden toegekend, deze ingevuld dienen te worden met de opgegeven functies in de volgorde waarin deze vermeld werden in het aanvraagformulier. Indien één of meerdere van de gevraagde functies niet in de vermelde volgorde zijn ingevuld binnen de opgelegde termijn, is overleg binnen het bevoegde syndicaal overlegcomité noodzakelijk om de toegekende arbeidsplaats(en) in een andere volgorde in te vullen.

De  nieuwe arbeidsplaatsen worden met ingang van 1 september 2018 toegekend. De werkgever beschikt vanaf die datum over een termijn van drie maanden om de nieuwe aanwervingen te realiseren. 

Het aanvraagformulier dient ondertekend te worden door de drie representatieve vakorganisaties en het verslag van het bevoegde syndicaal overlegcomité dient bij de aanvraag te worden gevoegd.

Opdat de aanvragen administratief afgehandeld zouden kunnen worden met het oog op de toekenning van de arbeidsplaatsen vanaf voormelde datum van 1 september 2018, moeten zij ten laatste op 13 juli 2018 ingediend zijn bij de RSZ. 

‘Cash for cars’ – mobiliteitsvergoeding

(09/05/2018)

De wet van 30 maart 2018 betreffende de invoering van een mobiliteitsvergoeding (BS van 7 mei 2018) maakt het vanaf 1 januari 2018 voor sommige werknemers mogelijk om hun bedrijfswagen in te ruilen voor een mobiliteitsvergoeding.

Naar bijdragen toe geldt hetzelfde systeem als bij de bedrijfswagen: de mobiliteitsvergoeding zelf is vrijgesteld, maar de werkgever is een solidariteitsbijdrage verschuldigd. Die is even hoog als de solidariteitsbijdrage die de werkgever verschuldigd was voor de ingeruilde bedrijfswagen en wordt op dezelfde manier berekend zolang de mobiliteitsvergoeding wordt toegekend.

De mobilliteitsvergoeding zelf wordt ook geacht de vergoeding voor de woon-werkverplaatsingen te dekken. Daarom worden álle verplaatsingsvergoedingen die de werkgever bovenop de mobiliteitsvergoeding toekent aan de werknemer, loon. Als enige uitzondering komen de vrijgestelde verplaatsingsvergoedingen in aanmerking die de werkgever in het kader van de woon-werkverplaatsing in de drie maanden vóór het inruilen van de wagen ook al toekende bovenop de bedrijfswagen. Het gaat daarbij dan ook enkel om bedragen die in dezelfde grootteorde liggen.

Wanneer kunnen bedrijfswagens worden omgeruild?

  • Enkel de bedrijfsvoertuigen waarvoor de solidariteitsbijdrage verschuldigd is én waarvoor een voordeel alle aard wordt berekend komen in aanmerking.
  • Bedrijfswagens die toegekend werden in ruil voor een vermindering van het brutoloon ('salary sacrifice') of geheel of gedeeltelijk ter vervanging van een premie of ander voordeel, kunnen nooit worden ingeruild tegen de 'mobiliteitsvergoeding', zelfs als er op het omgezette voordeel geen bijdragen verschuldigd waren.
  • De werkgever moet het systeem van inruilen voorzien in de onderneming. Hij moet dit bekend maken en de eventuele voorwaarden communiceren. Werknemers kunnen nadien een aanvraag indienen.
  • De werkgever zelf moet minstens gedurende een ononderbroken periode van minstens 36 maanden één of meerdere bedrijfswagens ter beschikking hebben gesteld. Een uitzondering wordt gemaakt voor startende werkgevers.
  • De werknemer moet reeds een zekere periode over de bedrijfswagen beschikken:
    • minstens 3 maanden ononderbroken op het moment van zijn aanvraag tot inruilen
    • én minstens 12 maanden in de loop van de 36 maanden die de aanvraag voorafgaan.

De solidariteitsbijdrage in het kader van de mobiliteitsvergoeding geeft u aan op het niveau van de natuurlijke persoon (bijdragecode 860). Onder looncode 10 geeft u het fiscaal voordeel van alle aard aan.

De volledige uitleg zal worden opgenomen in de bijwerking van de instructies voor het 2de kwartaal.

Opleidingsproject verpleegkundige 2018-2019 (project 'Vorming 600')

(27/03/2018)

Deze mededeling is enkel van toepassing op de werkgevers die tot de huidige of vroegere federale gezondheidssectoren behoren.

Het project ‘Vorming 600’ biedt reeds verschillende jaren de mogelijkheid aan werknemers uit de federale gezondheidssectoren om, met behoud van loon, een opleiding te volgen tot bachelor in de verpleegkunde (A1) of gegradueerde verpleegkundige (A2).

Het project ‘Vorming 600’ biedt opnieuw de kans aan 200 werknemers (= aantal uitgedrukt in voltijdse equivalenten) uit deze sector om, gedurende maximum 3 schooljaren (HBO5) of maximum 4 schooljaren (Bachelor) een opleiding te volgen vanaf september 2018.

Toelatingsvoorwaarden

Om deze opleiding te kunnen volgen dient de werknemer op 31 augustus 2018 aan de volgende voorwaarden te voldoen:

  • Tewerkgesteld zijn in een openbare instelling behorend tot de huidige of vroegere federale gezondheidssectoren: ziekenhuizen, psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, diensten voor thuisverpleging, rustoorden voor bejaarden en rust- en verzorgingstehuizen, dagverzorgingscentra, wijkgezondheidscentra en revalidatiecentra;
  • Tenminste halftijds tewerkgesteld zijn als statutair, met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur of met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur met de garantie van de werkgever dat de werknemer, eenmaal geselecteerd voor de opleiding, in dienst gehouden wordt voor de duur van de opleiding (schriftelijk bewijs noodzakelijk bij kandidatuurstelling);
  • Een minimumervaring van 3 jaar hebben in één of meerdere instellingen behorend tot de federale gezondheidssector (privé of openbaar);
  • Bij de aanvang van de opleiding nog een voorziene loopbaan hebben van 5 jaar per studiejaar;
  • Niet in het bezit zijn van een brevet, een graduaat of een diploma van bachelor in de verpleegkunde;
  • Voldoen aan de toelatingsvoorwaarden van het onderwijs dat de werknemer wenst te volgen;
  • Zich ertoe verbinden na het slagen in de opleiding minstens 5 jaar te zullen werken als verpleegkundige (voltijds of deeltijds) in de sector.

Procedure

Wij verzoeken u om de werknemers die in aanmerking komen, op de hoogte te brengen van de verlenging van het project in het schooljaar 2018-2019.

De werknemers die geïnteresseerd zijn in dit aanbod en die voldoen aan de toelatingsvoorwaarden, kunnen zich kandidaat stellen door het inschrijvingsformulier, het werkgeversattest, het schoolattest en het attest van medische geschiktheid volledig ingevuld per post terug te sturen naar de RSZ vóór 4 mei 2018 (poststempel geldt als bewijs).

Bijkomende voorwaarden

  1.   Bij de inschrijving voor het project 600 zal de werknemer, bij zijn kandidaatstelling, een attest van de arbeidsgeneesheer moeten afleveren die hem geschikt verklaart om de studies van verpleegkundige te volgen en om het beroep van verpleegkundige uit te oefenen. De PAAG (=preventieadviseur/arbeidsgeneesheer) van de werkgever doet dit voorafgaand onderzoek als mutatie-onderzoek (aanwervingsonderzoek) wegens wijziging van functie. Bij de inschrijving voor een dergelijke studiecyclus verpleegkunde wijzigt immers het takenpakket van de werknemer (nl. opleiding en praktijkstage) waardoor er een voorafgaande gezondheidsbeoordeling door de PAAG van de juridische werkgever vereist is gelet op de nieuwe risico’s verbonden aan deze opleiding en stage. De preventieadviseur/arbeidsgeneesheer vult rubriek A van het “formulier voor de gezondheidsbeoordeling” in (zie model dat is toegevoegd in bijlage II van het koninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers). De werknemer voegt het exemplaar dat hij ontvangen heeft bij zijn kandidaatstelling.
  2. Van kandidaten die reeds een deelcertificaat van de opleiding tot verpleegkundige hebben behaald en die in principe een opleiding van minder dan 3 of 4 jaar zouden kunnen volgen, zal niettemin gevraagd worden om de volledige opleiding van 3 of 4 jaar te volgen indien het behalen van het certificaat dateert van meer dan 5 jaar geleden en m.a.w. behaald werd vóór 1 september 2013. Als die werknemers toch geselecteerd worden, moeten zij zich voor de opleidingsperiode waarop het behaalde certificaat betrekking heeft als vrij student inschrijven en bewijzen (resultaat van de examens en advies van school) dat zij het niveau hebben om de studies verder te zetten.

200 werknemers (aantal uitgedrukt in voltijdse equivalenten) krijgen de kans om gedurende maximum 3 schooljaren (HBO5) en maximum 4 schooljaren (Bachelor) een opleiding te volgen. De selectie van de kandidaten zal gebeuren door het Beheerscomité van het Fonds Sociale Maribel van de Overheidssector bij de RSZ op basis van objectieve criteria. De selectie op basis van het ingediende dossier zal plaatsvinden in de loop van juni 2018. Het resultaat van de selectie zal schriftelijk worden medegedeeld aan de kandidaten evenals aan hun werkgever.

De toelating tot de opleiding is pas definitief nadat de werknemer het reglement, getekend voor akkoord door zowel hemzelf als door zijn werkgever, heeft teruggestuurd en heeft deelgenomen aan één van de informatiesessies die zullen georganiseerd worden. Dit reglement zal hem opgestuurd worden samen met de brief tot kennisgeving van de beslissing dat hij tot de opleiding is toegelaten en zal de bepalingen van het protocolraamakkoord van 28 oktober 2009 betreffende het opleidingsproject tot verpleegkundige in de federale gezondheidssector hernemen.

De werknemer die tot de opleiding is toegelaten dient vervangen te worden door een andere werknemer. Tot financiering van de tewerkstelling van deze vervanger zal de werkgever van het Fonds Sociale Maribel van de Overheidssector een tegemoetkoming ontvangen ten bedrage van maximaal 35.065,96 euro op jaarbasis per voltijds tewerkgestelde werknemer.

Pensioenbijdragen pool der parastatalen - patronale bijdrage in 2018

(20/03/2018)

De patronale pensioenbijdragevoet voor de statutairen van de bij de pool der parastatalen aangesloten besturen is gelijk aan 41% in het jaar 2018 (en was gelijk aan 38% in het jaar 2017).