1.3.11.1. De regularisatiebijdrage
Inhoudstafel
1. Vaststelling van de regularisatiebijdrage
De werknemer die vast benoemd wordt bij een lokaal bestuur, geniet van een overheidspensioen voor de volledige loopbaan in overheidsdienst, met inbegrip van de contractuele dienstjaren.
Een lokaal bestuur dat een contractant vast benoemt, is een regularisatiebijdrage verschuldigd voor alle door de werknemer gepresteerde diensten die meer dan vijf jaar liggen na de begindatum van de eerste arbeidsovereenkomst bij het lokale bestuur. De gepresteerde diensten worden slechts in rekening gebracht vanaf 1-1-2012 en de regularisatiebijdrage is niet verschuldigd voor
- de eerste vijf jaar in contractueel dienstverband bij het lokaal bestuur, ongeacht de datum van de vaste benoeming;
- een periode van schorsing van de arbeidsovereenkomst (bijvoorbeeld loopbaanonderbreking);
- een periode van contractuele tewerkstelling bij een ander (lokaal of openbaar) bestuur.
Derhalve zullen de eerste regularisatiebijdragen slechts vanaf 1-1-2017 verschuldigd zijn.
Voorbeeld één:
Een personeelslid is als contractant in dienst getreden op 1-1-1990 bij een lokaal bestuur en wordt vastbenoemd op 1-1-2016.
Er is geen regularisatiebijdrage verschuldigd omdat de termijn van vijf jaar pas begint te lopen vanaf 1-1-2012 en op de datum van vaste benoeming nog niet bereikt werd.
Voorbeeld twee:
Een personeelslid is als contractant in dienst getreden op 1-1-2000 bij een lokaal bestuur en wordt vastbenoemd op 1-1-2018.
Een regularisatiebijdrage is verschuldigd omdat de termijn van vijf jaar overschreden werd, maar de bijdrage is slechts verschuldigd voor één jaar, namelijk het jaar 2017.
Voorbeeld drie:
De contractanten A, B en C treden in dienst op 1-1-2016 bij een lokaal bestuur en worden respectievelijk vastbenoemd op 1-1-2020, 1-1-2026 en 1-1-2036.
Voor het personeelslid A is de termijn van vijf jaar niet overschreden en is er geen regularisatiebijdrage verschuldigd. Voor de personeelsleden B en C is een regularisatiebijdrage van respectievelijk 5 jaar en 15 jaar verschuldigd.
2. Het bedrag van de regularisatiebijdrage
De regularisatiebijdrage is gelijk aan het verschil tussen:
- de basispensioenbijdrage als vastbenoemde (= persoonlijke en patronale bijdragen ter financiering van het overheidspensioen die op de datum van de betaling van het loon van toepassing geweest zouden zijn als de contractueel op dat moment vast benoemd geweest zou zijn);
- de theoretische pensioenbijdragen als contractueel (= persoonlijke bijdragen van 7,50 % en patronale bijdragen van 8,86 % voor de sector van de rust- en overlevingspensioenen in de regeling van de werknemers die op de datum van de betaling van het loon van toepassing waren).
Het loon waarop de basispensioenbijdrage als vastbenoemde berekend wordt, is het aan pensioenbijdragen onderworpen loon van de vastbenoemden. Het loon bestaat uit de baremieke wedde en alle weddensupplementen die in aanmerking komen voor het overheidspensioen.
Het loon waarop de theoretische pensioenbijdragen als contractueel berekend wordt, is het aan socialezekerheidsbijdragen onderworpen loon, met uitsluiting van de eindejaarspremie en het vakantiegeld. Het loon bestaat uit het basisloon en alle weddensupplementen waarop als contractuele werknemer socialezekerheidsbijdragen (en dus ook pensioenbijdragen) betaald werden.
Voor de periode van contractuele tewerkstelling wordt uitgegaan van de theoretische, niet van de reële, pensioenbijdragen. Een gesubsidieerde contractueel van een plaatselijk bestuur was vrijgesteld van werkgeversbijdragen voor de sector van de rust- en overlevingspensioenen, maar de theoretische pensioenbijdragen zijn gelijk aan de som van 7,50 % persoonlijke bijdragen en 8,86 % patronale bijdragen.