Tussentijdse instructies - 2014/1

Voor de berekening van een doelgroepvermindering voor de gesubsidieerde contractuelen, de vervangers in de (vrijwillige) vierdagenweek en de werknemers, tewerkgesteld op basis van artikel 60, § 7 van de OCMW-wet wordt geen rekening te houden met een ondergrens µ(glob) van 0,275. De vermindering G7 of G13 wordt integraal in rekening worden gebracht zonder de formule met de vaste multiplicatiefactor beta en de prestatiebreuk µ toe te passen.

Een werkgever kan voor een gesubsidieerde contractueel vanaf het eerste kwartaal van 2014 genieten van een doelgroepvermindering waardoor de werkgever de loonmatigingsbijdrage, de werkgeversbijdrage voor het FCUD en de werkgeversbijdrage voor het Asbestfonds betaalt gedurende de volledige duur van de tewerkstelling.
In de instructies 2014-1 die in februari gepubliceerd werden, is er sprake van een forfaitair bedrag van 1.850 euro per kwartaal dat niet weerhouden werd in het wetsontwerp dat op 20 maart 2014 goedgekeurd werd in de Kamer van Volksvertegenwoordigers (DOC 43 3354/005).

Indien de permanente plaats van tewerkstelling van een werknemer die recht geeft op een doelgroepvermindering in de loop van een kwartaal wijzigt waardoor deze niet meer binnen hetzelfde gewest gesitueerd is , wordt een nieuwe tewerkstellingslijn aangemaakt waarop het nummer van de vestigingseenheid van de nieuwe plaats van tewerkstelling vermeld wordt.
Het begrip “belangrijkste vestigingseenheid” wordt niet weerhouden als criterium voor de toepassing van de gewestelijke doelgroepvermindering van een werknemer die in de loop van een kwartaal overgeplaatst wordt naar een vestigingseenheid gesitueerd in een ander gewest.