Het portaal van de sociale zekerheid gebruikt cookies om de site gebruiksvriendelijker te maken.

Meer weten × Doorgaan

Vers le contenu de cette page

Tussentijdse instructies - 2018/2

Inhoud

Forfaitaire raming van GSM - telefoonabonnement - internet

(26/07/2018)

Vanaf 1 januari 2018 zijn de forfaitair geraamde bedragen voor PC, telefoon, tablet, internetaansluiting en telefoonabonnement gewijzigd en opgenomen in de instructies van het 1ste kwartaal 2018. In de instructies van het 3de kwartaal 2018 zal een verduidelijking opgenomen worden wat te doen in het geval van een persoonlijke tussenkomst bij het gebruik van een GSM en hoe om te gaan met een split-bill:

 

Forfaitaire raming van PC - internet - GSM - telefoonabonnement

De forfaitair geraamde bedragen op jaarbasis worden geproratiseerd op maand- of dagbasis voor de gedekte periode.

Als de werknemer een eigen bijdrage betaalt voor het ter beschikking gestelde voordeel, dan wordt het forfaitair bedrag verminderd met de eigen bijdrage. Aangezien er aparte forfaits gelden voor de verschillende voordelen (het toestel, het abonnement en internet) mag alleen het forfait waarvoor de werknemer tussenkomt, verminderd worden.

Voorbeeld: een werkgever komt met zijn werknemer overeen dat deze onbeperkt privé mag bellen met een ter beschikking gestelde GSM, maar dat hij daarvoor 10,00 EUR per maand aan zijn werkgever moet betalen. Dit bedrag mag alleen in mindering gebracht worden van het forfait voor het telefoonabonnement, niet van het forfait voor het toestel of voor het internetgebruik. Het saldo van de werknemerstussenkomst (6,00 EUR per maand), mag niet in mindering gebracht worden van één van de andere forfaitaire bedragen.

Als algemene regel geldt dat een werknemersbijdrage in mindering gebracht mag worden van het forfait voor het kwartaal waarin de werknemer de bijdrage betaalt. De RSZ aanvaardt evenwel dat eenmalige bijdragen (bv. de werknemer betaalt een eenmalig bedrag op het moment dat het toestel hem ter beschikking gesteld wordt), aangerekend worden op het forfait voor het kwartaal waarin de werknemer zijn bijdrage betaalde en de forfaits van de drie daarop volgende kwartalen.

De werkgever die meerdere voordelen van PC, GSM of telefoonabonnement kosteloos ter beschikking stelt, moet elk voordeel apart forfaitair schatten en cumulatief in rekening brengen. Een kosteloos ter beschikking gestelde internetaansluiting daarentegen wordt per werknemer slechts één maal in rekening gebracht.

Uitzondering: Wanneer de werkgever een systeem instelt waarbij de werknemer op een correcte manier zijn volledige privé-telefoongebruik betaalt, dan moet geen voordeel voor het telefoonabonnement (4,00 EUR per maand) en evenmin een voordeel voor het toestel (3,00 EUR per maand) aangegeven worden. Het speelt daarbij geen rol welk systeem gehanteerd wordt (2 SIM-kaarten, een systeem waarbij de werknemer met een toets aangeeft dat het een privé-gesprek betreft, een verantwoord forfait voor beroepsgebruik waarbij de werknemer het verbruik boven dat forfait betaalt, ...), en ook niet of de werknemer zijn privé-aandeel rechtstreeks betaalt aan de provider of aan zijn werkgever.

 


Geschenken/geschenkcheques en syndicale premie - uitsluitingen uit het loonbegrip

(16/07/2018)

Het koninklijk besluit van 3 juli 2018 (BS van 6 juli 2018) verhoogt met ingang van 1 januari 2017 de maximumbedragen waarvoor de geschenken/geschenkcheques toegekend kunnen worden met vrijstelling van socialezekerheidsbijdragen, tot een bedrag van

  • 40,00 EUR per jaar, vermeerderd met 40,00 EUR per jaar voor elk kind ten laste, als zij toegekend worden ter gelegenheid van Sinterklaas, Kerstmis of Nieuwjaar;
  • 120,00 EUR per jaar en per werknemer, als zij toegekend worden naar aanleiding van een eervolle onderscheiding;
  • 40,00 EUR per dienstjaar bij de werkgever, voor zover de totale waarde minimum 120,00 EUR en maximum 1.000 EUR bedraagt, als zij overhandigd worden ter gelegenheid van de pensionering;
  • 245 EUR als de premie toegekend wordt naar aanleiding van een huwelijk of wettelijk samenwonen.

Het ministerieel besluit van 25 juni 2018 (BS van 6 juli 2018) verhoogt met ingang van 1 januari 2017 het vrijgesteld bedrag toegekend wegens aansluiting bij een vakorganisatie tot 145 EUR per jaar en per werknemer. 

De werkgever die geschenken en geschenkcheques zou hebben aangegeven die door de retroactieve verhoging van de maximale bedragen niet meer onderworpen zijn aan socialezekerheidbijdragen, kan bij de RSZ een wijzigende aangifte indienen. Ook mag het stuk van de huwelijkspremie of de syndicale premie die de vroegere plafonds overschreden, tot beloop van het nieuwe plafond retroactief in mindering gebracht worden van de aangegeven bedragen. Het gaat uiteraard enkel over voordelen die in het verleden effectief werden toegekend.

Verenigingswerk

(13/07/2018)

In het kader van het zogenaamde bijklussen, kan men onder bepaalde voorwaarden betaalde activiteiten verrichten ten dienste van een vereniging of organisatie zonder dat deze verenigingswerker onderworpen is aan de RSZ, en waarbij de vergoeding die men ontvangt fiscaal vrijgesteld is.

 

Welke verenigingen zijn beoogd?

Het betreft de vereniging, feitelijke vereniging, private of publieke rechtspersoon die geen vermogensvoordeel uitkeert andere dan aan een in de statuten belangloos doel en die ingeschreven is in de Kruispuntbank van Ondernemingen of (in het geval van een feitelijke vereniging) geïdentificeerd is bij de RSZ.

 

Voor wie is het statuut ‘verenigingswerker’ bedoeld?

De volgende personen komen in aanmerking om verenigingswerk te verrichten :

  • werknemers die minstens 4/5 werken (studentenarbeid komt niet in aanmerking);
  • gepensioneerden (met inbegrip van de personen met een overlevingspensioen);
  • zelfstandigen (alleen in hoofdberoep).

Bij het begin van de verenigingsactiviteiten moet aan deze voorwaarde voldaan zijn. De beoordeling gebeurt op basis van T - 3  (of  op  T - 2 voor gepensioneerden).

Op het moment dat de vereniging de aangifte doet (zie hieronder) wordt deze voorwaarde automatisch gecontroleerd, en wordt er een OK als antwoord gegeven indien de persoon voor wie men de aangifte doet aan de voorwaarde voldoet. 

Volgende personen kunnen waarschijnlijk ook bijklussen, maar er is een tussenkomst van de RSZ nodig om dit mogelijk te maken:

  • een ambtenaar bij een supra- of internationale instelling;
  • een gepensioneerde die wil bijklussen bij de vereniging waar hij als werknemer heeft gewerkt in de periode tussen 12 en 9 maanden voorafgaand aan de startdatum van de klus;
  • personen jonger dan 65 die gepensioneerd zijn in het buitenland, maar wel onderworpen zijn aan belastingen in België;
  • personen die in meerdere landen tewerkgesteld zijn en pas aan de 4/5-voorwaarde kunnen voldoen wanneer de tewerkstelling in een buitenland opgeteld wordt bij de tewerkstelling in België;
  • buitenlanders die in het buitenland wonen en er een professionele activiteit uitoefenen of gepensioneerd zijn.

Voor deze specifieke personen moet contact opgenomen worden met de RSZ op het nummer 02/509.90.91 of via het contactformulier.

 

Wie komt niet in aanmerking?

Al wie door een arbeidsovereenkomst, statutaire aanstelling of dienstverleningsovereenkomst verbonden is met dezelfde vereniging of organisatie komt niet in aanmerking.

Komen evenmin in aanmerking, al wie bij de vereniging tewerkgesteld is:

  • als uitzendkracht,
  • als tijdelijke werknemer (vervanging of inzet bij tijdelijke vermeerdering van het werk), of
  • als werknemer die ter beschikking werd gesteld door de vereniging.

Bovendien geldt dit verbod voor de periode van één jaar voorafgaand aan het begin van het verenigingswerk. Dit verbod geldt niet indien het ging om een tewerkstelling als student en voor een gepensioneerde.

De vereniging mag geen 'verenigingswerker' inzetten ter vervanging van een werknemer die ze de afgelopen 4 kwartalen zelf in dienst had of die in dienst was van een vereniging die deel uitmaakt van dezelfde technische bedrijfseenheid.

 

Welke activiteiten vallen onder verenigingswerk?

De website www.bijklussen.be bevat een overzicht van toegestane activiteiten, evenals verdere informatie over ‘verenigingswerk’, de meer gedetailleerde voorwaarden, bijkomende informatie en de aangifteprocedure.