Vanaf 1 januari 2018 zijn de vrijwillige ambulanciers en de organisatie die ze tewerkstelt, en de vrijwilligers van de Civiele Bescherming en de FOD Binnenlandse Zaken uitgesloten van de onderwerping aan de sociale zekerheid voor zover hun vergoedingen voor ‘niet-uitzonderlijke’ prestaties het bedrag van 785,95 EUR per kwartaal niet overschrijden. Het maximumbedrag van 785,95 EUR is geïndexeerd en bedraagt 1.078,95 EUR voor het eerste kwartaal van 2018. Als het maximumbedrag overschreden wordt in de loop van een kwartaal, zijn socialezekerheidsbijdragen verschuldigd op het totale bedrag van deze vergoedingen.
De regeling die op basis van artikel 17quater van toepassing is op de vrijwillige brandweerlieden van een hulpverleningszone, wordt vanaf 1 januari 2018 uitgebreid naar:
- de vrijwillige ambulanciers van een hulpverleningszone
- de vrijwillige hulpverlener-ambulanciers met een brevet, afgeleverd door een opleidings- of vervolmakingscentrum voor hulpverleners-ambulanciers, van een door de Minister van Volksgezondheid erkende ambulancedienst
- de vrijwilligers van de Civiele Bescherming en de FOD Binnenlandse Zaken.
De vrijwillige ambulanciers van een hulpverleningszone of een erkende ambulancedienst en de vrijwilligers van de Civiele Bescherming kunnen deze activiteiten niet uitvoeren als zij bij dezelfde organisatie verbonden zijn met een arbeidsovereenkomst, statutaire aanstelling of een dienstencontract.
De vergoedingen voor uitzonderlijke prestaties van de vrijwillige ambulanciers en de vrijwilligers van de Civiele Bescherming worden niet in aanmerking genomen voor de vaststelling van het maximumbedrag van 1.078,95 EUR en zijn altijd vrijgesteld van socialezekerheidsbijdragen.
Vanaf 1 januari 2018 moeten alle vergoedingen van de vrijwillige ambulanciers en de vrijwilligers van de Civiele Bescherming uitgesplitst worden in de vergoedingen voor
- ‘niet-uitzonderlijke’ prestaties (oefeningen, opleiding, wachtdiensten…)
- ‘uitzonderlijke’ prestaties die een dringend en onvoorspelbaar karakter hebben.
In de DmfA moeten de vrijwillige ambulanciers en de vrijwilligers van de Civiele Bescherming die een vergoeding voor ‘niet-uitzonderlijke’ prestaties van meer dan 1.078,95 EUR per kwartaal ontvangen, aangegeven worden met de code statuut VA.
In de DmfAPPL moeten de vrijwillige ambulanciers van de hulpverleningszones aangegeven worden met het werknemerskengetal 731 of 732, de looncodes 541 en 542 of 942 en de code statuut VA.Vanaf 2018/1 wordt de looncode 940 (vergoedingen voor prestaties in het kader van de dienst 100) geschrapt.
(KB van 17 december 2017 tot wijziging van artikel 17quater van het KB van 28 november 1969 - Belgisch Staatsblad van 28 december 2017).