e-CreaBis
Procedure tot toekenning van een identificatienummer door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, het zogenaamde "bisnummer", aan vreemdelingen die tijdelijk naar Belgïe komen als gelegenheidswerknemers.
Om de werkgevers in de mogelijkheid te stellen hun verplichtingen inzake sociale zekerheid correct na te komen, moeten vreemdelingen die naar België komen om er te werken in ondergeschikt verband als gelegenheidswerknemers correct worden geïdentificeerd. Aangezien de gemeentebesturen de eerste officiële instanties zijn waarmee de buitenlandse gelegenheidswerknemers bij hun aankomst in België in contact treden, heeft de Ministerraad tijdens zijn vergadering van 20 juli 2005 beslist om een nieuwe opdracht toe te vertrouwen aan de gemeenten. Deze opdracht bestaat erin ervoor te zorgen dat elke tijdelijke buitenlandse werknemer een identificatienummer krijgt van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid bij zijn aankomst in België en bij de aanvang van zijn werkprestaties.
Om de gemeentebesturen in staat te stellen deze nieuwe opdracht naar behoren uit te voeren, werd een geïntegreerde informaticatoepassing gecreëerd.
1 - Dimona-aangifte, verplichte formaliteit voor de toepassing van de sociale zekerheid
Overeenkomstig het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, moet de werkgever, via elektronische weg, bij iedere indienst- en uitdiensttreding een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, de zogenaamde Dimona-aangifte, verrichten bij de bevoegde openbare instelling van sociale zekerheid die is belast met de inning van de socialezekerheidsbijdragen.
Overeenkomstig artikel 8 van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid wordt de werknemer in die aangifte geïdentificeerd aan de hand van zijn rijksregisternummer: ofwel het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen, ofwel het Kruispuntbanknummer (het identificatienummer van de natuurlijke personen die niet ingeschreven zijn in het Rijksregister van de natuurlijke personen en dat door de Kruispuntbank in toepassing van artikel 4 van de wet van 15 januari 1990 wordt toegekend).
In toepassing van het koninklijk besluit van 22 december 2005, tot wijziging van het KB van 14 oktober 2005 "betreffende het bijhouden van een aanwezigheidsregister in bepaalde bedrijfstakken en houdende wijziging van het koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders", zal vanaf 1 juli 2006 de Dimona-aangifte voor gelegenheidswerknemers die actief zijn in de sectoren van de horeca, de land en tuinbouw alsook in de sector van de uitzendarbeid, verplicht zijn.
Inmiddels is het wel mogelijk dat de betrokken werkgevers reeds eerder op vrijwillige basis tot dit systeem toetreden. (na ondertekening van een formulier "vrijwillige instap" en nadat ze van de RSZ de toelating hebben ontvangen om vanaf een welbepaalde datum in het systeem te stappen).
De veralgemening van de Dimona-aangifte voor gelegenheidswerknemers uit landbouw, tuinbouw, horeca en uitzendarbeid, voor zover het een uitzendkracht betreft die als gelegenheidswerknemer aan de slag gaat bij een werkgever uit één van de voornoemde sectoren, stelt in principe geen probleem voor de werknemers die permanent in België verblijven of die eventueel gekend zijn in het wachtregister of bij een OCMW aangezien deze werknemers reeds geïdentificeerd zijn. Sommige van deze sectoren stellen echter traditioneel een groot aantal buitenlandse (binnen / buiten Europese Unie) gelegenheidswerknemers tewerk die tijdelijk in België verblijven en die niet gekend zijn.
Ze zijn niet ingeschreven in een Belgisch bevolkings- of vreemdelingenregister en kunnen bijgevolg niet aan de hand van een identificatiennmmer van het Rijksregister van de natuurlijke personen worden geïdentificeerd. De betrokken personen moeten aldus kunnen worden geïdentificeerd aan de hand van een Kruispuntbanknummer (bisnummer) opdat hun werkgever vervolgens een Dimona-aangifte zou kunnen indienen.
2 - Beschrijving van de nieuwe opdracht van de gemeenten
Wanneer een buitenlandse gelegenheidswerknemer zich bij een gemeente aanbiedt om zijn inschrijving te verzoeken in toepassing van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (hierna `Vreemdelingenwet' genoemd), dient het gemeentebestuur in de eerste plaats na te gaan of de vreemdeling naar België komt om er arbeid te verrichten. Indien de vreemdeling aangeeft dat hij effectief in België gaat werken in loondienst en de vereiste documenten daartoe kan voorleggen (zie infra), moet de gemeentebeambte, voor zover deze persoon niet reeds over een identificatienummer beschikt, een zogenaamd bisnummer of `Kruispuntbanknummer' aanvragen bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, door middel van de informaticatoepassing die hiervoor speciaal werd ontworpen.
Een "Kruispuntbanknummer" zal aldus worden aangevraagd voor de buitenlandse gelegenheidswerknemers wanneer ze zich bij het gemeentebestuur van hun verblijfplaats aanbieden.
Voor de onderdanen van de staten buiten de Europese Economische Ruimte (E.E.R.)¹ zal het Kruispuntbanknummer worden aangevraagd bij de uitreiking van bijlage 3 van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, met andere woorden van de "aankomstverklaring" die aan de buitenlander wordt uitgereikt wanneer hij zich onderwerpt aan de verplichting om zich binnen de drie werkdagen na zijn aankomst in België aan te bieden bij de gemeente (artikel 5 van de Vreemdelingenwet), en voor zover de betrokken vreemdeling het bewijs van zijn werkzaamheid in loondienst voorlegt aan de hand van een arbeidskaart of een vrijstelling ervan.
Voor de onderdanen van de Europese Economische Ruimte wordt het Kruispuntbanknummer aangevraagd bij de uitreiking van bijlage 3ter van voormeld koninklijk besluit, met andere woorden van de melding van aanwezigheid die wordt uitgereikt aan een onderdaan van de Europese Unie of een gelijkgestelde waarvan de te verwachten verblijfsduur korter is dan drie maanden.
De onderdanen van de Europese Economische Ruimte, met uitzondering van Kroatië, moeten het bewijs van hun werkzaamheid in loondienst leveren door middel van een door de werkgever verstrekte verklaring van indienstneming of van tewerkstelling, waarin de duur van de tewerkstelling is vermeld, of door een door de bevoegde autoriteit gewaarmerkte arbeidsovereenkomst.
Het Kruispuntbanknummer zal eveneens worden aangemaakt voor de vreemdeling die op hotel of in een ander logementhuis dat onderworpen is aan de wetgeving betreffende de controle der reizigers, verblijft en die in die hoedanigheid niet verplicht is om zich bij het gemeentebestuur aan te bieden. Deze vreemdeling zal door zijn werkgever worden verzocht om zich bij het gemeentebestuur van zijn arbeidsplaats aan te bieden. Wanneer hij zich aanbiedt, zal een Kruispuntbanknummer worden aangevraagd op basis van zijn reisdocument en het werkgeversattest of de werkvergunning waarvan hij in het bezit is.
Wanneer de inschrijving in de gemeenteregisters van de vreemdelingen die langer dan drie maanden in België zullen verblijven om diverse redenen niet onmiddellijk kan plaatsvinden, moet de gemeente een Kruispuntbanknummer aanvragen bij de uitreiking van de bijlage 15 van voormeld koninklijk besluit. De Bijlage 15 is een voorlopig document dat in de afwachting van een inschrijving of een beslissing wordt uitgereikt.
De gemeentebesturen worden uitgenodigd als volgt te werk te gaan. Door middel van de nieuwe informaticatietoepassing moeten zij het Rijksregister van de natuurlijke personen raadplegen ten einde na te gaan of de betrokken persoon niet over een identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen beschikt, en de Kruispuntbankregisters, om na te gaan of de betrokken persoon niet over een Kruispuntbanknummer beschikt.
Indien de betrokken persoon niet gekend is noch bij het Rijksregister, noch bij de Kruispuntbankregisters, zal de gemeente na een minimaal aantal identificatiegegevens van betrokkene te hebben ingewonnen (zie punt 3) aan de hand van de nieuwe toepassing de toekenning van een Kruispuntbanknummer aanvragen bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid.
¹ Europese Economische Ruimte: de 28 lidstaten van de Europese Unie, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein
3 - Informatie betreffende het Kruispuntbanknummer
De gemeente moet aan betrokkene de volgende identificatiegegevens vragen:
- de naam
- de eerste voornaam
- de geboortedatum
- alsook het verblijfsadres in België en/of het verblijfsadres in het buitenland en/of de geboorteplaats.
Op basis van deze gegevens mag de gemeentebeambte aan de hand van de nieuwe toepassing de aanmaak van een "Kruispuntbanknummer" aanvragen.
In toepassing van artikel 4 van de wet van 15 januari 1990 moeten de gemeenten, wanneer ze de minimale identificatiegegevens van betrokkene ter beschikking stellen van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, aan de kwaliteitsnormen voldoen. De gemeenten moeten bovendien de stukken of de kopieën van de stukken bijhouden waarop ze zich hebben gebaseerd om de toekenning van een Kruispuntbanknummer aan te vragen.
Volledigheidshalve wordt vermeld dat het tcegekende Kruispuntbanknummer uit 11 cijfers bestaat:
- de eerste 6 cijfers stemmen overeen met de geboortedatum;
- de volgende 3 zijn een volgnummer;
- de laatste 2 vormen het controlenummer.
Er wordt bovendien aan de gemeenten meegedeeld dat het derde en het vierde cijfer de geboortemaand aangeven, vermeerderd met 40 indien het geslacht van de persoon gekend is op het moment van de toekenning van het nummer, of vermeerderd met 20 indien het geslacht van de persoon niet gekend is op het moment van de toekenning. De informatie van het type "geslacht" en "geboortedatum" kan afgeleid worden van het Kruispuntbanlrnummer. Deze gegevens hebben echter slechts een indicatieve waarde. Indien ze wijzigen, wordt het Kruispuntbanknummer niet overeenkomstig aangepast.