- SPFSS - FODSZ
- SPFSS - FODSZ lead
- SPFSS - FODSZ
- SPFSS - FODSZ lead
Vergoedingen bij arbeidsongeschiktheid
- Arbeidsongeschiktheidsuitkering voor werknemers
- Blijvende arbeidsongeschiktheid bij arbeidsongeval
- Blijvende arbeidsongeschiktheid bij beroepsziekte
- Een invaliditeitspensioen als mijnwerker
- Gewaarborgd loon
- Invaliditeitsuitkering voor werknemers
- Invaliditeitsuitkering voor zelfstandigen
- Oorlogsinvaliditeitspensioen
- Tijdelijke arbeidsongeschiktheid bij arbeidsongeval
- Tijdelijke arbeidsongeschiktheid bij beroepsziekte
Gewaarborgd loon
Gewaarborgd loon
Als een werknemer arbeidsongeschikt is wegens ziekte of ongeval, andere dan beroepsziekte of arbeidsongeval, heeft hij voor een bepaalde periode recht op het behoud van loon ten laste van zijn werkgever. In geval van een arbeidsongeval of beroepsziekte gelden specifieke regels.
Voorwaarden
De voorwaarden om in aanmerking te komen voor dit gewaarborgd loon verschillen naargelang de werknemer een arbeider dan wel een bediende is:
- Bediende aangeworven voor een onbepaalde tijd, voor een bepaalde tijd van ten minste 3 maanden of voor een duidelijk omschreven werk waarvan de uitvoering normaal een tewerkstelling van ten minste 3 maanden vereist, kunnen aanspraak maken op gewaarborgd loon
- Bediende aangeworven voor een bepaalde tijd van minder dan 3 maanden of voor een duidelijk omschreven werk waarvan de uitvoering normaal een tewerkstelling van minder dan 3 maanden vereist, dienen één maand ononderbroken in dienst van de onderneming te zijn om aanspraak te maken op gewaarborgd loon
- Arbeiders moeten één maand ononderbroken in dienst van de onderneming te zijn om aanspraak te maken op gewaarborgd loon
Periode
Voor bedienden is het loon gewaarborgd gedurende de eerste 30 dagen van de arbeidsongeschiktheid. Een bediende die is aangeworven voor een bepaalde tijd van minder dan 3 maanden of voor een duidelijk omschreven werk waarvan de uitvoering normaal een tewerkstelling van minder dan 3 maanden vereist, behoudt slechts recht op loon onder dezelfde voorwaarden als arbeiders.
Voor arbeiders is het loon gewaarborgd gedurende de eerste 7 dagen; daarna krijgen ze gedurende 7 dagen 85,88% van hun normale loon. Van de 15e tot de 30e dag arbeidsongeschiktheid hebben arbeiders recht op een percentage van hun loon. Ook dat percentage wordt door de werkgever betaald. Tijdens deze laatste periode wordt het gewaarborgd loon aangevuld met een uitkering van het ziekenfonds. .
Door de afschaffing van de carenzdag, hebben arbeiders vanaf 1 januari 2014 net zoals bedienden recht op hun gewaarborgd loon vanaf de eerste dag arbeidsongeschiktheid.
Wat moet ik doen?
Een werknemer die om gezondheidsredenen niet meer in staat is om te werken, moet:
- zijn werkgever onmiddellijk van zijn toestand op de hoogte brengen.
- zijn werkgever binnen de voorziene termijn een medisch attest bezorgen
- zich indien nodig onderwerpen aan het onderzoek van een controlearts.
- bij langere afwezigheid het ziekenfonds verwittigen via een getuigschrift van arbeidsongeschiktheid. Termijn voor arbeiders is 14 dagen. Voor bedienden bedraagt de termijn 28 dagen.
Bedrag
Het gewaarborgd loon is hetzelfde als het normale loon.
Daarna, tijdens de periode van primaire arbeidsongeschiktheid (het eerste jaar), na de periode van gewaarborgd loon, krijgt de werknemer een uitkering van het ziekenfonds. De uitkering bedraagt de uitkering 60% van het begrensde brutoloon.
Vanaf het tweede jaar ongeschiktheid begint de periode van invaliditeit. De werknemer blijft uitkeringen ontvangen van het ziekenfonds:
- 65% van het begrensde brutoloon voor een werknemer die ten minste één persoon ten laste heeft
- 55% voor een alleenstaande werknemer
- 40% voor een samenwonende werknemer.