Vergoeding bij overlijden door beroepsziekte

Wat gebeurt er na overlijden?

Als een slachtoffer van een beroepsziekte overlijdt, brengt de Kruispuntbank van Sociale Zekerheid het Federaal agentschap voor beroepsrisico's (Fedris) hiervan op de hoogte. Fedris neemt dan zelf het initiatief om de uitbetaling van een vergoeding stop te zetten en een eventueel teveel verschuldigd bedrag terug op te vragen bij de bank.

Als de beroepsziekte de directe of indirecte oorzaak is van het overlijden, hebben de nabestaanden recht op een aantal vergoedingen. Bij een aantal ziekten waar dit frequent het geval is, stuurt Fedris de nabestaanden van het slachtoffer het aanvraagformulier 340 N op. Dit is bijvoorbeeld het geval bij longziekten. Bij andere ziekten (bv. doofheid) stuurt Fedris geen formulier op, omdat de ziekte vrijwel onmogelijk de dood kan veroorzaken. De nabestaanden kunnen natuurlijk altijd zelf een aanvraag indienen.

Hoe dien ik een aanvraag in?

Als nabestaande moet je Fedris de volgende documenten bezorgen:

  • het formulier 340 N: een arts moet hier de omstandigheden en de oorzaken van het overlijden vermelden,
  • een overlijdensakte van het slachtoffer, en
  • als het slachtoffer nog niet gekend is bij Fedris: het formulier 501 N en 503 N (met de administratieve en medische gegevens van het slachtoffer).

De nabestaanden van het personeel tewerkgesteld via een gemeente of provincie moeten altijd zelf een aanvraag indien via de openbare instelling.

Welke nabestaanden krijgen een vergoeding?

De echtgenote of de wettelijk samenwonende ontvangt een jaarlijkse vergoeding. die overeen komt met 30% van het basisloon van het overleden slachtoffer. Deze vergoeding wordt maandelijks uitbetaald. Indien de nabestaande gepensioneerd is telt dezelfde regeling als voor de slachtoffers die op pensioen zijn.

Ook de echtgenote die gescheiden is of de wettelijk samenwonende van wie het contract ontbonden is, ontvangt jaarlijks een vergoeding van 30% van het basisloon van het overleden slachtoffer. In dit geval mag de vergoeding nooit meer bedragen dan het onderhoudsgeld.

Kinderen van wie de ouder overleden is aan een beroepsziekte, krijgen – zolang zij recht hebben op kinderbijslag – een vergoeding van 15% van het basisloon van het overleden slachtoffer (20% als beide ouders gestorven zijn).

Bijkomende vergoeding begrafeniskosten

Als de aanvraag voor een vergoeding wegens overlijden is goedgekeurd, kan je ook sommige begrafeniskosten laten terugbetalen door Fedris. De persoon die effectief de kosten heeft gemaakt, zal ook de terugbetaling krijgen. Dit kan aangevraagd worden door een eenvoudige brief te versturen met het verzoek tot terugbetaling en  de bewijsstukken van betaling. In de brief moet je uiteraard ook je rekeningnummer vermelden en het dossiernummer van Fedris.

De bijkomende vergoedingen die Fedris uitbetaalt, zijn:

  • terugbetaling van de kost om de overledene naar zijn begraafplaats te brengen (opsturen van werkelijke kosten nodig), en
  • terugbetaling van algemene begrafeniskosten (bewijs van betaling nijvoegen).
    • Als de overleden in de privésector werkte, krijgt je een som gelijk aan 30x zijn gemiddelde dagvergoeding.
    • Als de overledene bij een gemeente of provincie werkt, krijg je een som gelijk aan het laatste bruto maandloon.