- FEDRIS
- FEDRIS lead
- FEDRIS
- FEDRIS lead
Beroepsziekte
- Beroepsziekte: procedure voor de erkenning
- Blijvende arbeidsongeschiktheid bij beroepsziekte
- De asbestziekten en het Asbestfonds
- Een ander werk na een beroepsziekte
- Geneeskundige zorgen bij beroepsziekte
- Gratis onderzoek voor ex-houtbewerkers
- Hulp van een derde persoon
- Op pensioen na een beroepsziekte
- Preventie van lage rugpijn
- Tijdelijke arbeidsongeschiktheid bij beroepsziekte
- Vaccinatie als preventie voor een beroepsziekte
- Vergoeding bij overlijden door beroepsziekte
- Wat is een beroepsziekte?
- Werk definitief stoppen na beroepsziekte
- Werk tijdelijk stoppen na beroepsziekte
Vergoeding blijvende arbeidsongeschiktheid bij beroepsziekte
Soorten vergoedingen
Als slachtoffer van een beroepsziekte kun je recht hebben op volgende vergoedingen van het Federaal agentschap voor beroepsrisico's (Fedris):
- een vergoeding voor een blijvende arbeidsongeschiktheid,
- een vergoeding voor een tijdelijke arbeidsongeschiktheid,
- een vergoeding voor tijdelijk uit het schadelijk arbeidsmilieu te gaan,
- een vergoeding voor blijvend uit het schadelijk arbeidsmilieu te gaan,
- de terugbetaling van medische kosten nodig voor de behandeling van je beroepsziekte, of
- een vergoeding voor de hulp van een andere persoon.
Vergoeding bij blijvende arbeidsongeschiktheid
Ziekten die een permanent karakter hebben, kunnen je blijvend arbeidsongeschikt maken. Slachtoffers die blijvend arbeidsongeschiktheid zijn, hebben recht op een schadevergoeding van Fedris. De vergoeding is gebaseerd op je loon en het percentage arbeidsongeschiktheid.
Als je beroepsziekte zou verergeren, is het mogelijk om na een tijdje een herzieningsaanvraag in te dienen. Fedris kan dan het percentage van arbeidsongeschiktheid verhogen.
Hoeveel bedraagt mijn vergoeding?
Werknemers uit de privésector die volledig blijvend arbeidsongeschikt zijn, hebben recht op 100% van hun basisloon.
Werk je in de privésector, maar ben je gedeeltelijk (1 tot 99%) blijvend arbeidsongeschikt, dan heb je recht op een gedeelte van je basisloon. Meer bepaald gaat het om een percentage dat berekend wordt op basis van de graad van arbeidsongeschiktheid en in functie van de vermindering van de kansen op de arbeidsmarkt.
De vergoedingen zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, behalve als je percentage blijvende arbeidsongeschiktheid minder dan 16% is. Op 1 januari 2017 bedraagt het minimumbedrag van het basisloon € 6 568,38 en het maximumbedrag € 42 270,08.
Als het percentage arbeidsongeschiktheid lager is dan 5%, dan wordt de vergoeding verminderd met 50%. Als het percentage arbeidsongeschiktheidspercentage tussen 5 en 9% ligt, dan wordt de vergoeding verminderd met 25%.
Voor werknemers bij provincies of gemeenten gelden dezelfde principes, maar wordt de vergoeding berekend op basis van de jaarlijkse bezoldiging waarop men recht heeft op het tijdstip dat de beroepsziekte werd vastgesteld. De jaarlijkse bezoldiging is net als het basisloon voor de werknemers uit de privésector een geplafonneerd bedrag. Het maximumbedrag bedraagt € 24 338,02 aan index 1,38. Er is geen minimumbedrag vastgelegd voor de medewerkers van de provinciale en gemeentelijke overheden.
Vanaf wanneer heb ik recht op mijn vergoeding?
Als werknemer uit de privésector heb je recht op een vergoeding vanaf de datum dat de arbeidsongeschiktheid is begonnen, met die beperking dat die datum nooit eerder kan vallen dan 120 dagen vóór de datum waarop de aanvraag is ingediend bij Fedris.
Als werknemers bij een provincie of gemeente krijg je je vergoeding vanaf de vaststelling van de beroepsziekte.
Vrij snel nadat je je beslissing hebt ontvangen, ontvang je je eerste vergoeding. Vaak is dit de maand volgend op je beslissing.
Bij de goedkeuring van je aanvraag heb je recht op alle vergoedingen vanaf een bepaalde datum. Vaak is dit een datum die vroeger is dan de datum waarop je zelf de aanvraag hebt ingediend. Toch zul je wellicht maar een beperkt bedrag krijgen van deze achterstallige bedragen omdat je ondertussen onder andere van je ziekenfonds al voorschotten hebt gekregen in afwachting van de ontvangst van je vergoeding. De achterstallige bedragen zijn dus in de eerste plaats bestemd voor de terugbetaling aan andere instellingen.
Hoelang moet ik wachten op een volgende vergoeding?
Als werknemer uit de privésector krijg je je vergoeding voor een blijvende of tijdelijke arbeidsongeschiktheid op maandelijkse basis uitbetaald. De betaling gebeurt gewoonlijk op het einde van de maand. De achterstallen volgen na de verrekening van al uitbetaalde vergoedingen tijdens die periodes (vnl. gewaarborgd loon, ZIV-uitkeringen).
Als het bedrag van de nettovergoeding vrij klein is, wordt de betaling slechts driemaandelijks uitgevoerd, namelijk op het einde van de maanden maart, juni, september en december.
Werknemers bij provincies of gemeenten informeren zich best bij de personeelsdienst van hun administratie hoe de uitbetaling wordt geregeld. Vaak is de regeling gelijkaardig aan die van de privésector, maar er kunnen uitzonderingen zijn. Vergoedingen van minder dan 16% worden maar één maal per jaar uitbetaald.
Bij provinciale en gemeentelijke ambtenaren die blijven werken bij blijvende arbeidsongeschiktheid wordt het percentage arbeidsongeschiktheid beperkt tot 25%.
Zijn er afhoudingen?
Over het algemeen houdt Fedris al op voorhand een socialezekerheidsbijdrage en een bedrijfsvoorheffing af van de vergoedingen voor voormalige of huidige werknemers uit de privésector. Als het percentage arbeidsongeschiktheid hoger dan is 20% wordt er ook nog een bedrijfsvoorheffing afgehouden. Werknemers uit de overheidssector informeren zich best bij de personeelsdienst van hun administratie.
Als je je vergoeding moet vermelden op je belastingaangifte (d.w.z. in het geval dat je meer dan 20% arbeidsongeschikt bent), stuurt Fedris je een belastingsfiche. Bij een elektronische aangifte van je belastingen zal de vergoeding beroepsziekten al automatisch ingevuld zijn.