DEEL 5: TEWERKSTELLINGSMAATREGELEN EN BIJDRAGEVERMINDERINGEN
TITEL 2: DOELGROEPVERMINDERINGEN
HOOFDSTUK 3: DOELGROEPVERMINDERING VOOR LANGDURIG WERKZOEKENDEN – DOORSTROMINGSPROGRAMMA

5.2.302 A. DOORSTROMINGSPROGRAMMA IN HET VLAAMS GEWEST
5.2.303 1. Betrokken werkgevers
5.2.304 2. Betrokken werknemers
5.2.305 3. Toekenningsvoorwaarden
5.2.306 4. Toegekende voordelen
5.2.307 5. Vermindering van de patronale socialezekerheidsbijdragen
5.2.308 6. Terbeschikkingstelling van een werknemer
5.2.309 7. Controle
5.2.310 8. Overgangsbepalingen
5.2.311 9. Meer informatie
5.2.312 B. DOORSTROMINGSPROGRAMMA IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST.
5.2.313 1. Betrokken werkgevers
5.2.314 2. Betrokken werknemers
5.2.315 3. Toekenningsvoorwaarden
5.2.316 4. Aanvraag
5.2.317 5. Praktische modaliteiten
5.2.318 6. Tussenkomst van de overheden
5.2.319 7. Toezicht

5.2.301

Het koninklijk besluit van 9-6-1997 tot uitvoering van artikel 7, §1, derde lid, m van de besluitwet van 28-12-1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders betreffende de doorstromingsprogramma's beoogt het stelsel van de werkloosheidsuitkeringen op een meer actieve wijze te gebruiken, door het oprichten van doorstromingsprogramma's. De doorstromingsprogramma’s hebben tot doel de inschakelingkansen van langdurig werklozen en werkzoekenden op de arbeidsmarkt te verhogen via werkervaring.

De werkgevers genieten voor de in het kader van deze programma’s tewerkgestelde werklozen volgende financiële voordelen:


De doorstromingsprogramma's moeten erkend zijn door de voor de tewerkstelling bevoegde Gewestminister, volgens de regels, voorwaarden en modaliteiten, vastgesteld door het betrokken Gewest. De algemene principes van deze programma’s werden vastgesteld in het Samenwerkingsakkoord van 4-3-1997 tussen de federale Staat en de Gewesten betreffende de doorstromingsprogramma’s.
Top


A. DOORSTROMINGSPROGRAMMA IN HET VLAAMS GEWEST

5.2.302

In het Vlaams Gewest kunnen – ingevolge het Besluit van de Vlaamse Regering van 10-7-2008 betreffende werkervaring – werkervaringsprojecten ingericht worden die in aanmerking komen voor een doelgroepvermindering in het kader van een doorstromingsprogramma.

De werkervaringsprojecten bestaan uit twee gelijktijdig lopende onderdelen:
- een periode van ‘werkervaring’ op één of meer werkplekken waarbij de werkzoekende op de werkplek begeleid wordt;
- een periode van ‘inschakeling’ die gericht is op de versterking van de generieke competenties van de werkzoekende met het oog op uitstroom naar werk; dit omvat ook een nazorgtraject waarin gedurende zes maanden na het beëindigen van het werkervaringsproject administratieve ondersteuning verleend wordt aan de doelgroepwerknemer.
Top


1. Betrokken werkgevers

5.2.303

Volgende bij de RSZPPO aangesloten besturen kunnen werkervaringsprojecten aanbieden:


- de gemeenten en de aan de gemeenten ondergeschikte instellingen;
- de verenigingen van gemeenten;
- de openbare instellingen die afhangen van die verenigingen;
- de OCMW's en de verenigingen van OCMW's;
- de provincies en de aan de provincies ondergeschikte instellingen;
- de Vlaamse Gemeenschapscommissie.
Top


2. Betrokken werknemers

5.2.304

De werknemers die in het kader van een doorstromingsprogramma kunnen aangeworven worden, de zogenaamde “doelgroepwerknemers”, moeten aan één van de volgende voorwaarden voldoen:


Worden gelijkgesteld met een periode van vergoede volledige werkloosheid:
Top

3. Toekenningsvoorwaarden

5.2.305

Opdat de werkgevers zouden kunnen genieten van de voordelen die verbonden zijn aan de doorstromingsprogramma's moeten de volgende voorwaarden vervuld zijn:

4. Toegekende voordelen

5.2.306

Het doorstromingsprogramma neemt, voor elke betrokken werknemer, maandelijks de wedde en de gehele of gedeeltelijke vrijstelling van partronale socialezekerheidsbijdragen ten laste voor het bedrag van:
a. Tussenkomst van de federale overheid

De federale overheid verleent een tussenkomst bij wijze van een forfaitaire vergoeding die de werkgever in mindering mag brengen van het netto-loon van de werknemer.

Deze forfaitaire vergoeding wordt uitbetaald door de RVA en “integratie-uitkering” genoemd indien de werknemer op de dag voor zijn indiensttreding gedurende minstens 24 maanden uitkeringsgerechtigd volledig werkloze was.

Deze forfaitaire vergoeding bedraagt maandelijks: Deze maandelijkse bedragen worden met 50 euro verhoogd indien de werknemer voor zijn tewerkstelling werkzaamheden heeft uitgevoerd in het kader van de plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen.

Wanneer de aangeworven werknemer gewoonlijk verblijft in een gemeente waar de werkloosheidsgraad 20% hoger ligt dan de gemiddelde werkloosheidsgraad van het Vlaamse Gewest, bedraagt de maandelijkse vergoeding:
Het bedrag van de integratie-uitkering, het verlaagd leefloon of de verlaagde financiële maatschappelijke hulp wordt in elk geval beperkt tot het nettoloon waarop de doelgroepwerknemer voor de betrokken kalendermaand recht heeft. De uitkering wordt beschouwd als deel uitmakend van het loon van de werknemer waarop de socialezekerheidsbijdragen worden berekend.

b. Premie van het Vlaamse Gewest De werkgever ontvangt van de Vlaamse gewestelijke overheid voor een doelgroepwerknemer een loonpremie van:
Het bedrag van de loonpremie evolueert op dezelfde wijze en in dezelfde mate als de gezondheidsindex.

Bovenop de loonpremie kan de werkgever nog de volgende premies ontvangen:
De premies en vergoedingen worden uitbetaald door het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.

Een uit dienst getreden doelgroepwerknemer kan, met behoud van de toegekende premie, worden vervangen indien deze vervanging gebeurt binnen 6 maanden te rekenen vanaf de dag van de uitdiensttreding van de werknemer die vervangen wordt.
Top


5. Vermindering van de patronale socialezekerheidsbijdragen

5.2.307

Het volledige bedrag van de aan de doelgroepwerknemer toegekende vergoeding, met inbegrip van de integratie-uitkering, het verlaagde leefloon of verlaagde financiële maatschappelijke hulp, wordt beschouwd als loon waarop socialezekerheidsbijdragen worden berekend. Evenwel geniet de werkgever voor de doelgroepwerknemers die hij tewerkstelt in het kader van een werkervaringsproject een vermindering van de patronale socialezekerheidsbijdragen. Voor deze werknemers geniet de werkgever met name een doelgroepvermindering voor langdurig werkzoekenden.
  1. Voor de werknemer van minder dan 25 jaar oud die niet beschikt over een diploma, getuigschrift of attest van het hoger middelbaar onderwijs en wacht- of werkloosheidsuitkeringen geniet sedert minstens 9 maanden zonder onderbreking, alsmede voor de werknemer van minder dan 45 jaar oud die wachtuitkeringen geniet sedert minstens 12 maanden zonder onderbreking wordt een doelgroepvermindering toegekend van:
    - 1.000 euro gedurende het kwartaal van indiensttreding en de vier daaropvolgende kwartalen;
    - 400 euro gedurende de vier daaropvolgende kwartalen.
  2. Voor de werknemer van minder dan 45 jaar oud die werkloosheidsuitkeringen geniet sedert minstens 24 maanden zonder onderbreking wordt een doelgroepvermindering toegekend van:
    - 1 000 euro in het kwartaal van indiensttreding en de acht daaropvolgende kwartalen.
  3. Voor de werknemer van minstens 45 jaar oud die wachtuitkeringen geniet sedert minstens 12 maanden zonder onderbreking wordt een doelgroepvermindering toegekend van:
    - 1.000 euro in het kwartaal van indiensttreding en de vier daaropvolgende kwartalen;
    - 400 euro tijdens de acht daaropvolgende kwartalen.
  4. Voor de werknemer van minstens 45 jaar oud die werkloosheidsuitkeringen geniet sedert minstens 24 maanden zonder onderbreking wordt een doelgroepvermindering toegekend van
    - 1.000 euro tijdens het kwartaal van indiensttreding en de twaalf daaropvolgende kwartalen.
De werknemersbijdragen voor sociale zekerheid blijven evenwel verschuldigd.
Top


6. Terbeschikkingstelling van een werknemer

5.2.308

Een werkgever kan een werknemer tijdens een periode van tewerkstelling in een doorstromingsprogramma gedurende maximaal zes maanden ter beschikking stellen van een derde gebruiker. Top

7. Controle

5.2.309

De controle op de naleving van de werkervaringsprojecten gebeurt door het Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en door de VDAB. Top

8. Overgangsbepalingen

5.2.310

Een doelgroepwerknemer die een arbeidsovereenkomst afgesloten heeft vóór 1-1-2009 en die een premie ontvangt van het Vlaamse Gewest op basis van het besluit van de Vlaamse Regering van 17-6-1997 houdende harmonisering van diverse stelsels, blijft gerechtigd op de premie gedurende het volledige werkervaringsproject. Top

9. Meer informatie

5.2.311

Een brochure (en de aanvraagformulieren) van het Vlaams doorstromingsprogramma (= werkervaringsprojecten) vindt u op de Portaalsite voor Werk en Economie (www.werk.be).


Informatie over de procedure kan u ook verkrijgen bij het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap via het (gratis) groen nummer 0800/141.87 (Gecofoon), of de projectadviseur van uw regio.
Top


B. DOORSTROMINGSPROGRAMMA IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST.

5.2.312

Het doorstromingsprogramma in het Brussels Gewest is van toepassing door

Top

1. Betrokken werkgevers

5.2.313

Doorstromingsprogramma’s kunnen worden ingericht door al de bij de RSZPPO aangesloten werkgevers van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

De doorstromingsprogramma's kunnen slechts in de non-profit sector opgericht worden. Met nonprofit sector wordt bedoeld, de sectoren die tegelijk aan de volgende voorwaarden voldoen:

Top

2. Betrokken werknemers

5.2.314

De werknemers die onder de toepassing van de doorstromingsprogramma’s vallen, moeten cumulatief de volgende voorwaarden vervullen op het ogenblik van de aanwerving:

1. werkloos of werkzoekend zijn:

- ofwel volledig uitkeringsgerechtigde werkloze zijn die wachtuitkeringen geniet en ingeschreven is als werkzoekende sedert ten minste 12 maanden;
- ofwel volledig (uitkeringsgerechtigde) werkloze zijn die werkloosheidsuitkeringen geniet sedert ten minste 24 maanden (onder wie de werklozen die diensten hebben verstrekt in het kader van het plaatselijk werkgelegenheidsagentschap);
- ofwel werkzoekende zijn die een leefloon geniet sedert minstens 12 maanden;
- ofwel werkzoekende zijn van minder dan 25 jaar en

2. geen diploma, getuigschrift of brevet van hoger secundair onderwijs behaald hebben. Indien het doorstromingsproject dit rechtvaardigt, kunnen de bevoegde Ministers van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering andere kwalificatieniveaus toelaten.

De begunstigden van sociale hulp die ingeschreven zijn in het vreemdelingenregister worden gelijkgesteld met de gerechtigden op een leefloon. Worden gelijkgesteld met een periode van vergoede volledige werkloosheid: - de periodes die aanleiding hebben gegeven tot betaling van een uitkering bij toepassing van wets- of reglementsbepalingen inzake verplichte verzekering tegen ziekte- of invaliditeit of inzake moederschapsverzekering, gelegen in een periode van volledige werkloosheid;
- de periodes van volledige werkloosheid, gedekt door vakantiegeld;
- de periodes van hechtenis of gevangenzetting, gelegen in een periode van volledige werkloosheid;
- de periodes van verblijf in het buitenland van een werknemer die samenwoont met een Belg, die werkzaam is in het kader van de stationering van de Belgische Strijdkrachten;
- de periodes van aanwezigheid onder de wapens, wegens oproeping of wederoproeping en van dienst als gewetensbezwaarde;
- de periodes van wachttijd in de zin van artikel 36, § 1, eerste lid, 4° van het besluit van 25-11-1991, tijdens dewelke de werkzoekende niet verbonden is door een arbeidsovereenkomst, onderworpen aan de wet van 27-6-1969;
- de periodes van tewerkstelling in toepassing van artikel 60, § 7, van de organieke wet van 8-7-1976 betreffende de openbare centra van maatschappelijk welzijn, alsmede de periodes van gerechtigde op het bestaansminimum of de ermee gelijkgestelde periodes die deze periode van tewerkstelling in toepassing van voormeld artikel 60, § 7 onmiddellijk voorafgaan;
- de periodes van tewerkstelling in een doorstromingsprogramma met genot van uitkeringen;
- de periodes van tewerkstelling in het kader van een erkende arbeidspost gedurende dewelke de werknemer de uitkering genoot bedoeld in artikel 8, § 1 van het Koninklijk Besluit van 8-8-1997;
- de andere onderbrekende gebeurtenissen, inzonderheid de periodes tijdens dewelke de werknemer verbonden is door een arbeidsovereenkomst, met een samengevoegde duur van ten hoogste vier maanden.
Top


3. Toekenningsvoorwaarden

5.2.315

Om te kunnen genieten van de voordelen van de doorstromingsprogramma's moeten de werkgevers de volgende voorwaarden vervullen:


- uitsluitend aanwervingen voorzien in de non-profit sector. Met non-profit sector wordt bedoeld, de sectoren die tegelijk aan de volgende voorwaarden voldoen:

- zich ertoe verbinden bijkomende arbeidsplaatsen te scheppen in verhouding tot het gemiddelde van het aantal werknemers, uitgedrukt in voltijdse equivalenten, door de werkgever tewerkgesteld gedurende de 4 kwartalen die de aanvraag voorafgaan. Het moet om bijkomende arbeidsplaatsen gaan ten opzichte van:
- zich ertoe verbinden om in het kader van de doorstromingsprogramma's bijkomende arbeidsplaatsen te scheppen in verhouding tot het aantal werknemers uitgedrukt in voltijdse equivalenten tewerkgesteld in de wedertewerkstellingsprogramma's voor wie de Gewesten trekkingsrechten ontvangen.
Top


4. Aanvraag

5.2.316

De werkgever die werknemers wenst aan te werven in het kader van de doorstromingsprogramma's richt een aanvraag aan de Actiris.

De Actiris sluit een overeenkomst met de werkgever na goedkeuring door de Ministers van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering die bevoegd zijn voor Tewerkstellingsbeleid en Begroting. Top


5. Praktische modaliteiten

5.2.317

a. Modaliteiten betreffende de arbeidsovereenkomst en de tewerkstellingsperiode.

De Actiris stelt de kandidaten voor die kunnen tewerkgesteld worden in de doorstromingsprogramma's, rekening houdend met de werkloosheidsstructuur in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

De werkgevers zijn ertoe verplicht de werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur in dienst te nemen, waarvan het werkregime minstens halftijds is.

De Samenwerkingsovereenkomst van 15-5-1998 stelt de maximale tewerkstellingsduur in het kader van het doorstromingsprogramma vast op 2 jaar.
De maximale tewerkstellingsduur wordt verlengd tot 3 jaar voor de werknemers die voorheen prestaties hadden geleverd in het kader van de plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen en voor de werknemers die verblijven in een gemeente met een werkloosheidsgraad die minstens 20% hoger ligt dan het gemiddelde van het Gewest.

De werkgever en de werknemer sluiten een schriftelijke arbeidsovereenkomst in 4 exemplaren, waarvan het model door de Actiris is opgesteld. Een exemplaar is bestemd voor de Actiris en één voor de RVA.

De aanwervingen moeten geschieden binnen de 6 maanden na de betekening van de beslissing tot erkenning van het programma.
Voor de projecten die een tewerkstelling in fasen vereisen, nemen de termijnen van indienstneming pas een aanvang op de data vermeld in de beslissing tot erkenning.
Ingeval van vervanging moet de indienstneming gerealiseerd zijn binnen de 6 maanden na de uitdiensttreding van de te vervangen werknemer.

Een werkgever kan een werknemer tijdens een periode van tewerkstelling van een doorstromingsprogramma gedurende maximaal negen maanden ter beschikking stellen van een gebruiker die ook zelf in aanmerking komt als werkgever in het kader van de reglementering van de doorstromingsprogramma’s.

b. Modaliteiten betreffende de bezoldiging.

De werknemers tewerkgesteld in het kader van het doorstromingsprogramma ontvangen een bezoldiging en een eindejaarstoelage, onder minstens dezelfde voorwaarden als de contractuelen die door dezelfde werkgever tewerkgesteld zijn.

Zij genieten dezelfde vakantieregeling als deze contractuelen.
Top


6. Tussenkomst van de overheden

5.2.318

Het doorstromingsprogramma neemt, voor elke betrokken werknemer, maandelijks de wedde en de gehele of gedeeltelijke vrijstelling van partronale socialezekerheidsbijdragen ten laste voor het bedrag van:

- de toegekende tussenkomst door de federale overheid;
- de toegekende gewest- en/of gemeenschapspremie;
- de doelgroepvermindering langdurig werkzoekende in het kader van het activaplan.

a) Tussenkomst van de federale overheid

De federale overheid verleent een tussenkomst bij wijze van een forfaitaire vergoeding die de werkgever in mindering mag brengen van het netto-loon van de werknemer. Deze forfaitaire vergoeding wordt:

- uitbetaald door de RVA en “integratie-uitkering” genoemd indien de werknemer op de dag voor zijn indiensttreding gedurende minstens 24 maanden uitkeringsgerechtigd volledig werkloze was;
- uitbetaald door het OCMW en “verlaagd leefloon” of “verlaagde financiële maatschappelijke hulp” genoemd indien de werknemer op de dag voor zijn indiensttreding ingeschreven was als werkzoekende en minstens 12 maanden gerechtigd was op een leefloon of op financiële maatschappelijke hulp. Deze forfaitaire vergoeding bedraagt maandelijks:

- 250 euro wanneer de werknemer minstens halftijds tewerkgesteld is;
- 325 euro wanneer de werknemer minstens vier vijfden tewerkgesteld is.

De maandelijkse bedragen worden met 50 euro verhoogd indien de werknemer voor zijn tewerkstelling werkzaamheden heeft uitgevoerd in het kader van de plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. Wanneer de aangeworven werknemer gewoonlijk verblijft in een gemeente waar de werkloosheidsgraad 20% hoger ligt dan de gemiddelde werkloosheidsgraad van het Vlaamse Gewest, bedraagt de maandelijkse vergoeding: - 435 euro voor een tewerkstelling die minstens halftijds is;
- 545 euro bij een tewerkstelling die minstens 4/5e tijds is.

Het bedrag van de integratie-uitkering, het verlaagd leefloon of de verlaagde financiële maatschappelijke hulp wordt in elk geval beperkt tot het nettoloon waarop de doelgroepwerknemer voor de betrokken kalendermaand recht heeft.

De uitkering wordt beschouwd als deel uitmakend van het loon van de werknemer waarop de socialezekerheidsbijdragen worden berekend.

b) Premie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

De Gewesten, in voorkomend geval samen met de Gemeenschappen of de Gemeenschapscommissies, investeren in de doorstromingsprogramma's tenminste evenveel financiële middelen als de Federale Staat.

Het bedrag van de premie wordt berekend op grond van de effectieve tewerkstelling. Enkel de werkelijk gepresteerde arbeidsdagen en de ermee gelijkgestelde dagen geven recht op de premie. Het bedrag van de premie wordt bepaald door de Minister in verhouding tot de duur van de overeenkomst, de loonkost en het werkregime.

Alle inlichtingen omtrent de berekening van de gewestpremie kunnen verkregen worden bij de diensten van de Actiris.

c) Vermindering van de patronale socialezekerheidsbijdragen

Het volledige bedrag van de aan de doelgroepwerknemer toegekende vergoeding, met inbegrip van de integratie-uitkering, het verlaagde leefoon of verlaagde financiële maatschappelijke hulp, wordt beschouwd als loon waarop socialezekerheidsbijdragen worden berekend.
Evenwel geniet de werkgever voor de doelgroepwerknemers die hij tewerkstelt in het kader van een doorstromingsprogramma van het Brussels Gewest een vermindering van de patronale socialezekerheidsbijdragen. Voor deze werknemers geniet de werkgever met name een doelgroepvermindering voor langdurig werkzoekenden.

1. Voor de werknemer van minder dan 25 jaar oud die niet beschikt over een diploma, getuigschrift of attest van het hoger middelbaar onderwijs en wacht- of werkloosheidsuitkeringen geniet sedert minstens 9 maanden zonder onderbreking alsmede voor de werknemer van minder dan 45 jaar oud die wachtuitkeringen geniet sedert minstens 12 maanden zonder onderbreking wordt een doelgroepvermindering toegekend van:

- 1.000 euro tijdens het kwartaal van indiensttreding en de vier daaropvolgende kwartalen;
- 400 euro gedurende de vier daaropvolgende kwartalen.

2. Voor de werknemer van minder dan 45 jaar oud die werkloosheidsuitkeringen geniet sedert minstens 24 maanden zonder onderbreking wordt een doelgroepvermindering toegekend van:

- 1.000 euro tijdens het kwartaal van indiensttreding en de acht daaropvolgende kwartalen.

3. Voor de werknemer van minstens 45 jaar oud die wachtuitkeringen geniet sedert minstens 12 maanden zonder onderbreking wordt een doelgroepvermindering toegekend van:

- 1.000 euro tijdens het kwartaal van indiensttreding en de vier daaropvolgende kwartalen;
- 400 euro tijdens de acht daaropvolgende kwartalen.

4. Voor de werknemer van minstens 45 jaar oud die werkloosheidsuitkeringen geniet sedert minstens 24 maanden zonder onderbreking wordt een doelgroepvermindering toegekend van:

- 1.000 euro tijdens het kwartaal van indiensttreding en de twaalf daaropvolgende kwartalen.

De werknemersbijdragen voor sociale zekerheid blijven evenwel verschuldigd.
Top


7. Toezicht

5.2.319

De werkgevers moeten de RVA het bewijs leveren dat de werknemers, die zij in het doorstromingsprogramma tewerkstellen, bijkomende werknemers zijn. Indien deze voorwaarde niet vervuld is, zijn de werkgevers verplicht aan de RVA een forfaitaire schadevergoeding te betalen en aan de subsidiërende overheden de ontvangen subsidies terug te storten.


De Actiris ziet toe op de naleving van de wettelijke bepalingen en moet een kopie van de driemaandelijkse socialezekerheidsaangifte ontvangen binnen 3 maanden volgend op het kwartaal tijdens welk de werkgever werknemers tewerkstelde in het kader van de doorstromingsprogramma's.
Top