Alle arbeidstijdgegevens worden voor de aangifte gegroepeerd in codes. Dat betekent dat u niet elke component uit de code apart moet aangeven, maar dat u deze componenten moet samenvoegen en aangeven onder de voorgeschreven code.
Hierbij wordt nogmaals herhaald dat het essentieel is dat de prestaties (net als de lonen die erop betrekking hebben) opgesplitst worden per tewerkstellingslijn.
Op die manier hebben alle sectoren van de sociale zekerheid voldoende gegevens om hun opdracht te vervullen. Enkel waar er zich in de loop van een kwartaal een sociaal risico voordoet, moeten bijkomende gegevens worden doorgestuurd, via de aangifte van een sociaal risico.
Verder is het belangrijk te weten dat een bepaalde dag of periode slechts één keer wordt aangegeven. U kan dus nooit een bepaalde dag onder meer dan één code plaatsen.
Na een korte beschrijving van de belangrijkste wijzigingen en een gedetailleerd overzicht van de prestatiecodes, vindt u op het einde van dit hoofdstuk twee tabellen waarin de relatie wordt gelegd tussen de in de DMFAPPL te gebruiken codes en de vóór 2005 op de RSZPPO-aangifte te vermelden prestatiecodes. De lijst met de arbeidstijdgegevens bevindt zich in de gestructureerde bijlage 8 van het glossarium.
1.6.302. DE BELANGRIJKSTE WIJZIGINGEN
1.6.303. GEWONE CODES
1.6.304. INDICATIEVE CODES
1.6.305. VERGELIJKENDE TABEL VAN DE PRESTATIECODES VÓÓR 2005 EN DE CODIFICATIE VAN ARBEIDSTIJDGEGEVENS IN DE DMFAPPL
De gegevens in verband met de indienst- en uitdiensttreding worden verkregen via de Dimona-aangifte en moeten geen tweede keer vermeld worden in de socialezekerheidsaangifte. De prestatiecodes 001 tot 099, waarmee in de RSZPPO-aangifte vóór 1.1.2005 het begin of einde van een arbeidsrelatie aangeduid werd, kunnen in de DMFAPPL niet meer gebruikt worden.
De prestatiecodes 101 tot 199 die vóór 1.1.2005 bestemd waren om de periodes aan te duiden waarvoor de werkgever een loon uitkeert dat aanleiding geeft tot het betalen van socialezekerheidsbijdragen, zijn in de DMFAPPL vervangen door één prestatiecode (de code 1).
CODE 1
- normale werkelijke arbeid (ook aangepaste arbeid met loonverlies);
- meerprestaties zonder inhaalrust;
- inhaalrust andere dan inhaalrust in het kader van arbeidsduurvermindering;
- arbeidsongeschiktheid met gewaarborgd loon 1ste week of gewaarborgd maandloon;
- periode van opzegtermijn of periode gedekt door verbrekingsvergoeding;
- kort verzuim;
- dwingende reden met behoud van loon;
- afwezigheid met gewaarborgd dagloon wegens arbeidsongeschiktheid;
- gewaarborgd dagloon wegens een andere reden dan arbeidsongeschiktheid;
- technische stoornis;
- sluiting ter bescherming van het leefmilieu;
- feestdagen tijdens de arbeidsovereenkomst, feestdagen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst en vervangingsdagen van een feestdag;
- andere afwezigheid met behoud van normaal loon met socialezekerheidsbijdragen (b.v. toegestane afwezigheid met behoud van loon, opleidingsverlof, politiek verlof, ...);
- wettelijke vakantie.
Deze code bevat alle prestaties waarvoor er een loon wordt betaald waarop socialezekerheidsbijdragen verschuldigd zijn, en die niet apart moeten worden opgegeven. Elke prestatie waarvoor u een loon heeft betaald en die u niet onder een andere code kan plaatsten, wordt in deze code gegroepeerd.
Ook de periode waarin het gaat om de verbreking van de arbeidsovereenkomst met betaling van een verbrekingsvergoeding wordt onder deze code aangegeven. De huidige regels inzake koppeling van die vergoeding aan periodes en dagen blijven daarbij behouden.
Concreet betekent dit dat deze dagen als volgt vermeld worden:
- op de eerste tewerkstellingslijn de dagen die overeenstemmen met de periode van tewerkstelling;
- op een tweede tewerkstellingslijn de dagen die overeenstemmen met het gedeelte van de verbrekingsvergoeding m.b.t. het kwartaal van de verbreking;
- op een volgende tewerkstellingslijn de dagen die overeenstemmen met het gedeelte van de vergoeding m.b.t. de overige kwartalen van het lopende kalenderjaar;
- enz. voor elk der latere kalenderjaren.
De aanduiding van de periode waarop de vergoeding betrekking heeft (d.w.z. de begin- en einddatum van iedere tewerkstellingslijn), gebeurt dus altijd op het moment waarop de vergoeding zelf wordt aangegeven.
In de DMFAPPL moeten de arbeidstijdgegevens voor een zaterdag of een zondag noch met de code 1, noch met een andere code vermeld worden. Zoals reeds gezegd wordt een feestdag die de werkgever moet betalen en die valt na het einde van de arbeidsovereenkomst, steeds vermeld op de aangifte van het kwartaal waarin de arbeidsovereenkomst eindigt, zelfs als die feestdag in het daaropvolgende kwartaal valt.
Wat betreft de afwezigheden met gewaarborgd loon is het belangrijk te noteren dat bij herval na een werkhervatting in geval van een ziekte van gemeen recht of een ongeval dat geen arbeidsongeval is, er slechts opnieuw gewaarborgd loon verschuldigd is indien de herneming ten minste veertien dagen duurt. Bij een arbeidsongeval en bij beroepsziekte daarentegen is er bij herval na een werkhervatting steeds opnieuw gewaarborgd loon verschuldigd.
De wettelijke vakantiedagen die een bediende niet heeft kunnen opnemen omwille van arbeidsongeschiktheid, mogen niet onder deze code worden aangegeven. U moet ze aangeven met de indicatieve code voor de arbeidsongeschiktheid.
CODE 2
- wettelijke vakantie voor arbeiders (enkel te gebruiken bij kunstenaars).
Met deze code vermeldt u de dagen wettelijke vakantie die een kunstenaar tijdens het kwartaal opnam. Het zijn de dagen gedekt door een vakantiecheque van de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie.
CODE 10
- gewaarborgd loon tweede week;
- feestdagen en vervangingsdagen tijdens periode van tijdelijke werkloosheid;
- functie van rechter sociale zaken (afwezigheid wegens het uitoefenen van de functie van rechter of raadsheer in sociale zaken in arbeidsgerechten en arbeidshoven of wegens het zetelen in commissies opgericht met het oog op de toepassing van de sociale wetgeving – artikel 28, 3° van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten)
- staatsburgerlijke verplichtingen en burgerlijke opdrachten bezoldigde afwezigheid wegens het vervullen van een staatsburgerlijke verplichting of een burgerlijke opdracht, zoals het bijwonen van een familieraad, persoonlijke verschijning of getuigen voor de rechtbank, deelneming aan een jury, zetelen in een kiesbureau (artikel 30 van de wet van 3.7.1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en KB van 28.8.1963) - enkel voor contractuele personeelsleden
De dagen tijdelijke volledige arbeidsongeschiktheid ingevolge een arbeidsongeval of een beroepsziekte die recht geven op schadeloosstelling zijn niet in deze code vervat, maar worden aangegeven onder een specifieke indicatieve code.
CODE 11
- arbeidsongeschiktheid met aanvulling naar analogie met C.A.O. nr. 12bis/13bis
Hier gaat het om:
- de dagen na de tweede week ziekte of ongeval van gemeen recht, waarvoor de werkgever een supplement betaalt bovenop de uitkering van de ziekteverzekering
- de dagen na de eerste week arbeidsongeval waarvoor de werkgever een supplement betaalt bovenop de uitkering in het kader van de arbeidsongevallenregeling van de privé-sector.
Deze prestaties werden in de RSZPPO-aangifte tot 31.12.2004 niet afzonderlijk vermeld. De zeven dagen die volgen op de eerste zeven dagen arbeidsongeschiktheid ingevolge ziekte of ongeval van gemeen recht worden niet vermeld onder deze code, maar onder de code 10. Het gaat dan namelijk over dagen 'arbeidsongeschiktheid met gewaarborgd loon tweede week'.
CODE 13
- sociale promotie (de dagen waarop wordt deelgenomen aan vervolmakingscursussen zoals bedoeld in artikel 1, 1° van de wet van 1.7.1963 houdende toekenning van een vergoeding voor sociale promotie; de dagen waarop wordt deelgenomen aan stages of studievergaderingen gewijd aan de arbeidersopvoeding of aan de syndicale vorming, ingericht door de representatieve werknemersorganisaties of door gespecialiseerde instellingen die door de bevoegde Minister erkend zijn)
CODE 21
- de dagen staking (op voorwaarde dat deze staking gehouden wordt met het akkoord of de steun van één der interprofessionele syndicale organisaties, vertegenwoordigd in de Nationale ArbeidsRaad)
- lock-out
Onder deze code plaatst u de dagen van staking waaraan de werknemer heeft deelgenomen en de dagen waarop de werknemer van het werk afwezig was ingevolge een lock-out.
Indien er sprake is van tijdelijke werkloosheid voor volledige dagen ingevolge een staking waaraan de werknemers niet hebben deelgenomen, worden die dagen aangegeven onder de indicatieve code voor tijdelijke werkloosheid.
CODE 22
- syndicale opdracht als afgevaardigde in een syndicale afvaardiging, een nationaal of regionaal syndicaal comité of een nationaal syndicaal congres)
Onder deze code plaatst u de dagen van syndicale opdracht, waarvoor u geen loon heeft uitbetaald. Heeft u voor deze periode wel een loon betaald, dan plaatst u ze onder code 1.
CODE 23
- carensdag (eerste dag van een minder dan 14 dagen durende periode van tijdelijke arbeidsongeschiktheid ingevolge ziekte of ongeval waarvoor geen loon uitbetaald wordt (artikel 52, § 1, 2e lid wet van 3.7.1978) - enkel voor contractuele handarbeiders en voor contractuele hoofdarbeiders aangeworven op proef of voor minder dan 3 maanden)
Ook hier geldt dat het enkel gaat om dagen waarvoor u geen loon betaalt. Indien dat wel het geval is, plaatst u deze dag onder code 1.
CODE 24
- verlof om dwingende redenen zonder behoud van loon
Het gaat hier om afwezigheid op het werk ingevolge de schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst in toepassing van artikel 30bis van de arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978, wegens een niet voorziene gebeurtenis die losstaat van het werk.
De werkgevers van onthaalouders moeten deze code gebruiken voor de maximum 20 onbezoldigde vakantiedagen en de wettelijke feestdagen zonder opvang van kinderen (art. 3, 9° en art. 27bis van het KB van 28.11.1969).
CODE 25
- burgerplichten zonder behoud van loon
- openbaar mandaat
Ook hier gaat het uitsluitend om de dagen waarvoor u geen loon uitbetaalt.
CODE 30
- verlof zonder wedde;
- alle andere arbeidstijdgegevens waarvoor de werkgever geen loon of vergoeding betaalt, met uitzondering van deze die onder een andere code vermeld worden
Deze code is een restcategorie. Zij groepeert alle dagen waarop de werknemer niet gewerkt heeft en waarvoor u geen loon heeft betaald en die niet ten laste kunnen worden genomen van de sociale zekerheid.
U plaatst dus enkel dagen onder deze code indien ze niet onder een andere (gewone of indicatieve) code kunnen worden geplaatst.
De code 30 moet niet vermeld worden voor de werknemers in loopbaanonderbreking waarvoor de werknemer een vergoeding ontvangt van de RVA. In de DMFAPPL moeten er geen prestaties meer vermeld bij de volgende verloven:
- volledige loopbaanonderbreking (vóór 1.1.2005 aangegeven met de prestatiecode 302)
- gedeeltelijke loopbaanonderbreking (vóór 1.1.2005 aangegeven met de prestatiecode 303)
- loopbaanonderbreking of vermindering van prestaties voor het verstrekken van palliatieve zorgen (vóór 1.1.2005 aangegeven met de prestatiecode 306)
- ouderschapsverlof in het kader van de onderbreking van de beroepsloopbaan (vóór 1.1.2005 aangegeven met de prestatiecode 307)
- loopbaanonderbreking voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid (vóór 1.1.2005 aangegeven met de prestatiecode 308).
Voor de werknemers in loopbaanonderbreking moet er wel een nieuwe werknemerslijn en een nieuwe tewerkstellingslijn gecreëerd worden (zie 1.4.308). Hun afwezigheden komen tot uiting in het verminderd aantal uren in de zone “gemiddeld aantal uren per week van de werknemer”.
CODE 301
- alle arbeidstijdgegevens gedekt door loon met vrijstelling van socialezekerheidsbijdragen, met uitzondering van deze die onder een andere code vermeld worden
De waarde wordt gebruikt voor de prestaties gedekt door een vergoeding die nog niet vermeld wordt met een andere prestatiecode. Het betreft de prestaties die corresponderen met de vergoedingen voor de vrijgestelde overuren van de vastbenoemden (looncode 401), de vrijgestelde bijkomende vergoedingen van het onderwijzend personeel (looncodes 501, 502, 503 en 506) en de vrijgestelde vergoedingen van de vrijwillige brandweer (looncodes 541 en 542).
De code 301 wordt niet vermeld voor de prestaties waarvan de vergoeding wordt aangegeven met een andere prestatiecode, en waarvan een supplement (met een ander onderwerpingregime) wordt uitgekeerd. Bijvoorbeeld: voor de nachtprestaties ontvangt het verplegend en verzorgend personeel een supplement van 0,81 EUR per uur dat vrijgesteld is van socialezekerheidsbijdragen; de nachtprestaties zijn reeds vermeld met de prestatiecode 1 en worden geen tweede maal aangegeven met de code 301.
Naast de hierboven besproken “gewone” codes, moet u eventueel ook een aantal gegevens met een indicatieve code meedelen.
Aan de hand van deze indicatieve codes weten de verschillende sectoren van sociale zekerheid welke informatie zij zullen ontvangen van de andere sectoren.
Het gebruik van deze codes vermijdt tevens hiaten in het aangiftekwartaal en is daarenboven noodzakelijk omdat het de RSZPPO in staat stelt te zien met welke dagen/uren de werkgever rekening hield bij de berekening van de bijdrageverminderingen.
De aangifte met een indicatieve code gebeurt op dezelfde manier als de aangifte van de andere arbeidstijdgegevens (d.w.z. dus ook in uren en dagen).
De volgende indicatieve codes zijn voorzien:
Het gaat steeds om afwezigheden waarvoor de werkgever geen loon uitbetaalt.
Deze indicatieve codes worden slechts gebruikt voor afwezigheden die niet met een gewone code worden meegedeeld; ieder type van aan- of afwezigheid mag immers slechts met één code worden meegedeeld
CODE 50 (ziekte of ongeval van gemeen recht en profylactisch verlof)
de dagen van arbeidsonderbreking ingevolge een ongeval dat geen arbeidsongeval is of een ziekte die geen beroepsziekte is (met uitsluiting van de carensdag en de dagen vergoed met volledig loon) - enkel voor contractuele personeelsleden
de dagen van afwezigheid in het kader van een toegelaten arbeidshervatting na een periode van volledige arbeidsonderbreking ingevolge een ongeval dat geen arbeidsongeval is of een ziekte die geen beroepsziekte is (artikelen 230 en 232 KB van 3.7.1996) - enkel voor contractuele personeelsleden
profylactisch verlof = de dagen van arbeidsonderbreking die opgelegd worden ingevolge het contact met een persoon die aangetast is door een besmettelijke ziekte (artikel 239, § 1 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994)
afwezigheid na het eerste jaar wegens ongeval dat geen arbeidsongeval is of een ziekte die geen beroepsziekte is - enkel voor contractuele personeelsleden.
CODE 51 (moederschapbescherming)
moederschapverlof/vaderschapsverlof: de rustdagen voor het moederschap (ten vroegste vanaf de zevende week vóór de vermoedelijke bevallingsdatum tot acht weken na de bevalling; de dag van de bevalling moet in het postnataal rustverlof begrepen worden). Wanneer de bevalling na de voorziene datum plaatsheeft, wordt de duur van het prenataal rustverlof verlengd tot de werkelijke datum van de bevalling, zonder dat de duur van het verlof na de bevalling verminderd wordt. Indien de werkneemster haar arbeidsprestaties effectief minder dan zeven weken vóór de vermoedelijke bevallingsdatum gestaakt heeft, wordt het postnataal rustverlof verlengd met een termijn die overeenstemt met de periode gedurende dewelke zij verder gewerkt heeft vanaf de zevende week vóór de werkelijke datum van de bevalling (artikel 39 van de arbeidswet van 16.3.1971). Bij het overlijden of de hospitalisatie van de moeder tijdens het bevallingsverlof kan de vader, op zijn verzoek, vaderschapsverlof nemen om de opvang van het kind te verzekeren (artikel 39, alinea 6 van de arbeidswet van 16.3.1971 en KB van 17.10.1994) - enkel voor contractuele personeelsleden
zwangere werkneemster of werkneemster die haar kind zoogt: de dagen van arbeidsonderbreking door een zwangere werkneemster of een werkneemster tijdens de lactatie, die hetzij haar nachtarbeid, hetzij ingevolge de blootstelling aan een risico (anders dan risico van een beroepsziekte) haar normale arbeid niet kan voortzetten en voor wie het bovendien niet mogelijk is haar andere arbeid te laten verrichten die met haar toestand verenigbaar is. Voor de werkneemster die haar kind zoogt mag deze code evenwel slechts gebruikt worden tot vijf maanden na de bevalling (artikelen 42 tot 43bis van de arbeidswet van 16.3.1971) - enkel voor contractuele personeelsleden.
borstvoedingspauzes: schorsing van de arbeidsprestaties van twee halve uren of één uur per volledige arbeidsdag om borstvoeding te geven of melk af te kolven tot zeven maanden na de geboorte van het kind (artikel 116bis van de gecoördineerde wet van 14.7.1994) - enkel voor contractuele personeelsleden.
CODE 52 (vaderschapsverlof of adoptieverlof)
al de door de ziekte uitkeringsverzekering betaalde dagen, volgend op de drie door de werkgever betaalde dagen (wet van 10 augustus 2001 en KB van 11 juni 2002) – enkel voor contractuele personeelsleden
CODE 60 (arbeidsongeval)
dagen van arbeidsongeval voor werknemers die ressorteren onder arbeidsongevallenregeling van de privé-sector, georganiseerd door de wet van 10 april 1971 op de arbeidsongevallen (enkel te gebruiken voor geneesheer in opleiding tot geneesheer-specialist, onthaalouder of kunstenaar of voor werknemers van een intercommunale zonder vastbenoemd personeel)
CODE 61 (beroepsziekte)
dagen van beroepsziekte voor werknemers die ressorteren onder beroepsziektenregeling van de privé-sector, georganiseerd door de gecoördineerde wetten van 3 juni 1970 betreffende schadeloosstelling voor beroepsziekten (enkel te gebruiken voor onthaalouder of kunstenaar)
CODE 70 (tijdelijke werkloosheid andere dan de codes 71 en 72)
CODE 71 (economische werkloosheid)
de dagen of daggedeelten waarop geen arbeidsprestaties worden verricht ingevolge gebrek aan werk wegens economische oorzaken (artikel 51 van de wet van 3.7.1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten)
CODE 72 (tijdelijke werkloosheid ingevolge slecht weer)
de dagen van arbeidsonderbreking wegens slecht weder (artikel 50 van de wet van 3.7.1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten)
CODE 73 (jeugdvakantiedagen)
aanvullende vakantiedagen voor jeugdige werknemers (wet van 28.06.1971 – artikel 5)
CODE 74 (niet geleverde prestaties erkende onthaalouder)
fictieve aantal uren die overeenstemmen met voorziene maar niet geleverde prestaties van een onthaalouder, wegens de afwezigheid van kinderen die normaal opgevangen worden om redenen buiten zijn/haar wil (art. 3, 9° en art. 27bis van het KB van 28.11.1969)
De afwezigheidsdagen ingevolge een gereglementeerde onderbreking van de loopbaan worden niet opgegeven onder een indicatieve code, omdat dit gegeven tot uiting komt op de tewerkstellingslijn (zie hoger).