DEEL 2: De verplichtingen van de werkgever
TITEL 1: Verplichtingen tegenover de RSZ
HOOFDSTUK 6: DIMONA - De onmiddellijke aangifte van tewerkstelling

2.1.601 A. ALGEMEEN
2.1.601 1. Verplichting
2.1.602 2. Concept en terminologie
2.1.603 3. Kanalen: internet, vocale server, batch en SMS
2.1.604 B. TOEPASSINGSGEBIED
2.1.604 1. Betrokken personen
2.1.605 2. Uitsluitingen
2.1.606 C. WELKE BASISGEGEVENS MEEDELEN
2.1.606 1. De identificatie van de werkgever
2.1.607 2. De identificatie van de werknemer
2.1.609 b. Type werknemer
2.1.611 2. Dimona OUT
2.1.612 3. Wijziging van de begindatum en einddatum van de periode
2.1.613 4. Wijziging van de karakteristieken
2.1.614 E. DIMONA VOOR GELEGENHEIDSWERKNEMERS
2.1.614 1. Algemeen
2.1.615 2. Dimona-full (met uren)
2.1.615 a. Toepassingsgebied
2.1.616 b. Regels voor Dimona-full
2.1.617 c. Wijziging van data en uren
2.1.618 3. Dimona-light (met duur van de prestatie kort of lang)
2.1.618 a. Toepassingsgebied
2.1.619 b. Regels voor Dimona-light
2.1.620 c. Wijziging van begindatum en -uur en duur van de prestatie

A. ALGEMEEN

1. Verplichting

2.1.601

Vanaf 1 januari 2003 zijn alle werkgevers van zowel de privé- als de openbare sector verplicht alle aanwervingen en alle uitdiensttredingen van hun werknemers elektronisch mee te delen aan de RSZ.

Het gaat om de onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, ook wel DIMONA (déclaration immédiate - onmiddellijke aangifte) genoemd. De aangifte signaleert onmiddellijk aan de instellingen van sociale zekerheid, het begin en het einde van een arbeidsrelatie tussen werknemer en werkgever.

De aangiften, doorgestuurd door de werkgever en onmiddellijk gecontroleerd door de RSZ, voeden een databank gekend als het "personeelsbestand". De werkgever kan het personeelsbestand consulteren in een beveiligde omgeving via diverse zoekcriteria, zoals de karakteristieken of combinaties van karakteristieken.

Bij het niet respecteren van deze verplichting, voorziet artikel 12bis van het KB van 5 november 2002 de toepassing van strafsancties.

Bovendien zal de werkgever in geval van nalatigheid een solidariteitsbijdrage aan de RSZ verschuldigd zijn.
Top


2. Concept en terminologie

2.1.602

-"Relatie werkgever-werknemer" : deze relatie van het koppel "werkgever-werknemer", bevat de stabiele gegevens (identificatienummer van de werkgever, INSZ van de werknemer, begindatum van de relatie en eventueel de einddatum), die dus ongewijzigd blijven zelfs in geval van de creatie, het afsluiten, het wijzigen of het annuleren van een periode. Deze relatie begint met de eerste aanwerving van de werknemer en eindigt aan het einde van zijn laatste tewerkstellingsperiode. In het personeelsbestand, is de relatie "werkgever-werknemer" het eerste consultatieniveau. Het tweede niveau bevat de Dimona periodes;

-"Dimona periode" :een periode wordt gecreëerd door een aangifte IN, dus aan het begin van iedere nieuwe tewerkstelling van de werknemer. Zij wordt afgesloten met een einddatum aan het einde van iedere tewerkstelling. De relatie werkgever-werknemer daarentegen blijft behouden tot het einde van de laatste tewerkstelling. Binnen één relatie werkgever-werknemer kunnen dus eventueel meerdere Dimona periodes bestaan. Het is op dit tweede niveau dat de veranderingen gebeuren die gegenereerd worden door een aangifte OUT, een wijziging (UPDATE) of een annulatie (CANCEL).
De Dimona periode wordt geïdentificeerd door een
"identificatienummer van de periode". Dat nummer wordt toegekend bij elke aangifte IN en is de unieke identificatiesleutel van die periode om een aangifte OUT, een wijziging of een annulatie te doen;

-"Dimonanummer": iedere Dimona aangifte (IN, OUT, UPDATE, CANCEL, ...) ontvangt een Dimonanummer. Voor een aangifte IN is dit het identificatienummer van de periode (zie hierboven);

-"Dimona karakteristieken" : deze karakteristieken zijn verplichte gegevens. Zij zijn steeds gekoppeld aan een periode. In het geval dat de karakteristieken verschillen, kunnen er dus tegelijkertijd meerdere periodes bestaan. Er zijn vier karakteristieken: het nummer van het paritair comité, het type werknemer, de deelentiteit (voorbehouden voor sommige werkgevers van de overheidssector) en de gebruiker (alleen voor de uitzendkrachten);

-"Ontvangstbevestiging": bevestigt dat de aangifte goed is aangekomen voor de webgebruikers (verschijnt onmiddellijk op het scherm), vocale server (mondeling meegedeeld aan het eind van de aangifte) en SMS (meegedeeld via GSM);

-"Ontvangstbewijs": dit bestaat uit een technisch "ontvangstbewijs" dat aangeeft of het bestand bruikbaar is voor de RSZ. Het is een elektronisch bericht dat enkel de batch-verzenders aanbelangt. Het "ontvangstbewijs" bevat het ticketnummer (= identificatienummer van het bestand) en het statuut van het bestand: aanvaard of geweigerd afhankelijk van het feit of het bestand leesbaar is.
De feedback van de verwerking van de Dimona aangifte wordt meegedeeld met een "
notificatie";

-"Notificatie": geeft onmiddellijk het resultaat van de vorm- en inhoudscontroles. Er zijn drie types van notificatie: positief (Dimona is aanvaard), negatief (Dimona is geweigerd) of voorlopig (enkel indien er problemen zijn met de identificatie van de werknemer). De voorlopige notificatie wordt steeds gevolgd door een positieve of negatieve notificatie. Na ontvangst van de notificatie heeft de werkgever vijf werkdagen de tijd om de in de notificatie vermelde gegevens te betwisten. Na het verstrijken van deze termijn worden zij als definitief beschouwd. In geval van betwisting moet de werkgever contact opnemen met het Contactcenter Eranova (tel: 02/511 51 51, email: contactcenter@eranova.fgov.be). Let op, indien de werkgever aangesloten is bij een sociaal secretariaat, zou het kunnen dat hij geen notificaties ontvangt. In dat geval worden de notificaties elektronisch naar het sociaal secretariaat gestuurd, ook als ze betrekking hebben op aangiften die de werkgever zelf deed. De werkgever heeft echter wel toegang tot het personeelsbestand waar hij alle gegevens kan consulteren.
Top


3. Kanalen: internet, vocale server, batch en SMS

2.1.603

De Dimona aangiften moeten verplicht via elektronische weg ingediend worden, in de vorm en volgens de modaliteiten bepaald door de RSZ. De Dimona aangiften kunnen ingediend worden via verschillende communicatiekanalen:
De keuze voor eender welk kanaal is van geen belang voor de aangifte zelf. De werkgever kan dus steeds vrij kiezen welk kanaal hij gebruikt. Ook voor eventuele wijzigingen van de aangifte kan eender welk aangiftekanaal gebruikt worden. Het speelt dus geen rol via welk kanaal de oorspronkelijke aangifte doorgestuurd werd.
Top


B. TOEPASSINGSGEBIED

1. Betrokken personen

2.1.604

De Dimona aangifte moet gebeuren voor:

- werknemers onderworpen aan de Belgische sociale zekerheid die door hun werkgever uitgestuurd worden naar het buitenland (en daardoor niet meer onder de Belgische sociale zekerheid vallen);
- personen verbonden door een Individuele Beroepsopleiding (IBO);
- personen verbonden door een beroepsinlevingsovereenkomst.

Voor werknemers die hun prestaties uitoefenen in meerdere landen van de Europese Economische Ruimte voor één of meerdere werkgevers, en die niet onderworpen zijn aan de Belgische sociale zekerheid (bijvoorbeeld omdat zij niet in België wonen), moet toch een Dimona aangifte gebeuren door elke werkgever die voor hen de Belgische wetgeving inzake sociale documenten moet naleven.
Top


2. Uitsluitingen

2.1.605

Alleen voor de personen hieronder opgesomd moet er geen Dimona gebeuren: Top

C. WELKE BASISGEGEVENS MEEDELEN

1. De identificatie van de werkgever

2.1.606

Om een Dimona te kunnen verrichten, is één van de hiernavermelde nummers absoluut vereist:

-definitief RSZ-nummer

-voorlopig RSZ-nummer

-ondernemingsnummer.


Wie geen van deze nummers heeft, zal zich eerst als werkgever moeten laten identificeren alvorens zijn eerste Dimona te kunnen doen. Deze identificatie verloopt via de toepassing "Wide" -
Werkgevers-IDentificatie/ion-Employeurs -, die geïntegreerd is in de Dimona toepassing.

Het “voorlopig RSZ-nummer” is een nummer dat de werkgever ontvangt in afwachting van een definitieve identificatie bij de RSZ.

Dit voorlopige nummer mag alleen gebruikt worden om andere Dimona aangiften te doen tot het moment dat de werkgever zijn definitief RSZ-nummer ontvangen heeft. Op dat moment vervalt het voorlopige nummer en mag het niet meer gebruikt worden. Automatisch worden alle RSZ-nummers in de reeds bestaande Dimona aangiften aangepast. Pas op dat moment kan de werkgever (of zijn mandataris) de gegevens consulteren in het personeelsbestand.

Werkgevers uit de openbare sector moeten eraan denken dat:

Top

2. De identificatie van de werknemer

2.1.607

Tijdens een eerste contact, d.w.z. bij de eerste tewerkstelling van een werknemer van wie de werkgever het INSZ niet kent, moet hij al de Minimale Identificatie Data (MID) meedelen.

Tijdens de volgende contacten kan de werknemer geïdentificeerd worden door enkel het INSZ mee te delen.
Het INSZ is het identificatienummer van de werknemer bij de sociale zekerheid. Dit nummer staat in de rechterbovenhoek van de sociale identiteitskaart (SIS-kaart).

Om een Dimona te verrichten voor gelegenheidswerknemers is het gebruik van het INSZ van de werknemer verplicht. De werkgever moet voor deze werknemers in het bezit zijn van een geldig INSZ of een geldig bisnummer. Als een werknemer dat niet heeft, kan hij via Dimona niet in dienst worden gemeld. De werknemer moet dan eerst naar de administratieve diensten van de gemeente/stad waar hij/zij verblijft of op hotel is. Die gemeente zal dan een bisnummer aanmaken.
Top


3. Belangrijkste karakteristieken
a. Het nummer van het paritair comité

2.1.608

De werkgever duidt het paritair comité aan dat betrekking heeft op de werknemer waarvoor hij de aangifte doet. De zes onderstaande nummers zijn in dit verband absoluut vereist. De andere paritaire comités mogen doorgegeven worden met de aanduiding XXX (paritair comité voor de andere sectoren).

- 124 voor arbeiders en leerlingen uit de bouwsector (PC 124), met uitzondering van de arbeiders tewerkgesteld in de bouwsector door een uitzendkantoor. Voor hen moet PC 322 meegedeeld worden (en dus niet 124).

- 140 voor arbeiders en leerlingen uit de transportsector (PC 140);

- 144 voor gelegenheidsarbeiders uit de landbouw (PC 144);

- 145 voor gelegenheidsarbeiders uit de tuinbouw (PC 145);

- 302 voor gelegenheidswerknemers uit de Horeca (PC 302);

- 322 voor arbeiders en bedienden uit de uitzendsector (PC 322).

OPMERKINGEN:

Top

b. Type werknemer

2.1.609

Aan de hand van de volgende codes moet het "type werknemer" gepreciseerd worden:

- BCW: voor een werknemer of een erkende leerling (of daarmee gelijkgestelde) in de bouwsector;

- EXT: voor een gelegenheidswerknemer tewerkgesteld in de landbouwsector, tuinbouwsector, horeca of uitzendsector;

- IVT: voor een persoon die een individuele beroepsopleiding bij een werkgever volgt, maar gedurende zijn opleiding nog steeds het statuut van werkloze heeft en door de werkgever dus niet in de DmfA aangifte moet opgenomen worden.

- RTA: voor een erkende leerling of gelijkgestelde behalve indien zij tewerkgesteld zijn in de bouwsector;

- STU: voor een student, d.w.z. iemand die aangeworven wordt met een specifieke arbeidsovereenkomst voor studenten. Voor hen moet altijd een Dimona-aangifte gebeuren. Het speelt daarbij geen rol of voor deze student al dan niet de gewone RSZ-bijdragen moeten worden betaald, enkel de aard van de overeenkomst is hier belangrijk;

- STX: voor de student die werkt als gelegenheidswerknemer;

- OTH: voor de andere werknemers hierboven niet vernoemd.

OPMERKING

STU-STX: indien de student tewerkgesteld wordt op een andere plaats dan de maatschappelijke zetel van de onderneming of op het officiële adres van de overheidsdienst, moet de werkgever het adres meedelen van de plaats waar de student fysiek zal tewerkgesteld zijn. Indien hij tijdens de periode op meerdere plaatsen zal werken, moet alleen de eerste plaats meegedeeld worden. Indien de plaats van tewerkstelling verandert tijdens de periode, moet er geen wijziging doorgegeven worden. Top


D. AANGIFTEN EN WIJZIGINGEN - ANNULATIES

1. Dimona IN

2.1.610

Een Dimona IN creëert een periode en moet ten laatste verricht zijn voor het moment waarop de werknemer effectief begint te werken. Als begindatum wordt de datum vermeld waarop de contractuele of juridische band met de werknemer start. Het moment waarop de aangifte verricht wordt en de mee te delen begindatum, stemmen dus niet noodzakelijk overeen.

Voorbeeld: de arbeidsovereenkomst (de contractuele band) start op 1 mei. Indien de eerste effectieve werkdag van de werknemer 5 mei is, moet de Dimona IN uiterlijk op die dag doorgestuurd worden maar als begindatum vermeldt de werkgever 1 mei. De Dimona IN mag echter ook vroeger doorgestuurd worden, bijvoorbeeld in de loop van de maand april.

Voor een gewone werknemer met een contract van bepaalde duur, mag tegelijk met de begindatum ook de einddatum ingevuld worden. Voor een student en een IBO-er (Individuele Beroeps Opleiding), is de werkgever verplicht de einddatum mee te delen bij de Dimona IN. Dit geldt ook voor uitzendkrachten en gelegenheidswerknemers.

Indien de werkgever de einddatum meedeelt bij de Dimona IN, hoeft hij nadien geen aparte Dimona OUT meer te verrichten voor deze periode. Indien echter later blijkt dat de opgegeven einddatum niet de juiste is, moet de oorspronkelijke aangifte worden gewijzigd volgens de regels die hierna worden uitgelegd.

Indien een personeelslid een contract van bepaalde duur heeft, maar na verloop van dit contract in dienst blijft ingevolge het afsluiten van een nieuw contract, is geen nieuwe aangifte nodig indien er bij de oorspronkelijke aangifte geen einddatum opgegeven werd. Indien de oorspronkelijke aangifte wel een einddatum bevat, kan die verwijderd worden door een wijziging.

Elke Dimona IN ontvangt een "Dimonanummer". Voor een Dimona IN is dit gelijk aan het "identificatienummer van de periode". Top


2. Dimona OUT

2.1.611

Een Dimona OUT sluit een periode en moet verricht worden ten laatste op de eerste werkdag die volgt op de datum waarop de juridische of contractuele band tussen werkgever en werknemer wordt verbroken. Het gaat dus om de datum waarop de werknemer juridisch of contractueel gezien niet langer in dienst is. In dat laatste geval is de einddatum gelijk aan de laatste dag van het contract.

Indien de werknemer wordt ontslagen of ontslag neemt zonder dat er een opzeggingstermijn in acht wordt genomen, verricht de werkgever de Dimona OUT ten laatste op de werkdag na de dag waarop de overeenkomst wordt verbroken.

Indien de werknemer wel een opzeggingsperiode geniet, valt de einddatum op het einde van deze opzeggingsperiode.

Schorsingen in de uitvoering van de arbeidsprestaties zijn geen uitdiensttreding en geven dus geen aanleiding tot een Dimona OUT. Bij deze schorsingen of afwezigheden - ook al zijn zij van lange duur zoals detachering naar het buitenland voor enkele jaren - wordt de juridische of contractuele band tussen werkgever en werknemer immers niet verbroken.

Indien een werknemer overschakelt van een voltijdse naar een halftijdse tewerkstelling (of vice versa) blijft de arbeidsrelatie bestaan. Er is geen Dimona OUT, Dimona IN of wijziging van de eerder gedane aangifte nodig. Top


3. Wijziging van de begindatum en einddatum van de periode

2.1.612

Een wijziging van de begin- of einddatum van een eerder gedane aangifte kan slechts in drie gevallen: 4. Wijziging van de karakteristieken

2.1.613

Indien een karakteristiek (nr. van het paritair comité, type werknemer, deelentiteit of gebruiker) verandert, kan zij enkel aangepast worden door een Dimona OUT gevolgd door een Dimona IN, die de nieuwe karakteristiek herneemt. Daarentegen, indien een karakteristiek aangepast moet worden omdat een foutieve karakteristiek was meegedeeld, moet de werkgever de periode annuleren en opnieuw creëren. De annulatie verwijdert de volledige Dimona periode. Dit betekent dat het geheel van de aangiften die betrekking hebben op een tewerkstelling geannuleerd worden: de Dimona IN, de Dimona OUT en de DIMONA UPDATE. Top

E. DIMONA VOOR GELEGENHEIDSWERKNEMERS

1. Algemeen

2.1.614

Zowel in de land- en tuinbouw als in de horeca, zijn er specifieke regelingen ingevoerd voor 'gelegenheidsarbeid'. Intussen werd het systeem van de 'superextra's' in de horeca vanaf het 3de kwartaal 2007 omgevormd naar een meer algemene regeling 'gelegenheidsarbeid'. Werknemers die via een uitzendkantoor bij een gebruiker actief in één van deze sectoren onder dezelfde omstandigheden werken, worden eveneens als 'gelegenheidswerknemers' behandeld.


De gelegenheidswerknemers moeten verplicht worden aangegeven met een Dimona-full, met uitzondering van de gelegenheidswerknemers in de horeca sector.
Voor deze werknemers bestaan vanaf 1 juli 2007 twee systemen van Dimona aangiften naast elkaar: Dimona-full en Dimona-light. Het is aan de werkgever om een keuze te maken.
Top


2. Dimona-full (met uren)
a. Toepassingsgebied

2.1.615

Dimona-full is van toepassing op volgende gelegenheidswerknemers:

Top

b. Regels voor Dimona-full

2.1.616

De aangifte Dimona-full moet gebeuren per prestatie en per dag. Dit betekent dat de begindatum en einddatum dezelfde moeten zijn. Voor elke dag waarop de gelegenheidswerknemers een prestatie verrichten, moet een nieuwe aangifte gebeuren. Het beginuur van de prestatie en het (verwachte) einduur moet worden meegedeeld.

Indien de prestaties van de gelegenheidswerknemer gespreid zijn over twee kalenderdagen, is het mogelijk dat de begin- en einddatum verschillen als gevolg van het doorlopen van prestaties na middernacht. In dat geval moeten de "feitelijke" data en uren meegedeeld worden.

Voorbeeld: een werknemer in de horeca begint te werken op 11 april om 22:00 uur en eindigt zijn dienst op 12 april om 02:00 uur.

De werkgever moet de feitelijke gegevens meedelen: - datum en uur in dienst: 11 april om 22:00 uur - datum en uur uit dienst: 12 april om 02:00 uur

In de notificatie en het personeelsbestand zijn het deze reële gegevens die opgenomen zijn. Indien de werkgever echter een opzoeking naar actieve werknemers uitvoert, moet hij dit doen op basis van de begindatum (11 april in het voorbeeld). Een opzoeking op basis van de einddatum (12 april in het voorbeeld) geeft geen resultaten. Top


c. Wijziging van data en uren

2.1.617

1. Datum en uur van indiensttreding

Als de werknemer zijn prestaties vroeger aanvangt dan het oorspronkelijk meegedeelde beginuur, dan moet het beginuur gewijzigd zijn uiterlijk op het moment dat de werknemer zijn prestaties aanvangt.

Als de werknemer zijn prestaties aanvangt later dan het oorspronkelijk meegedeelde beginuur, dan moet het beginuur gewijzigd zijn uiterlijk tegen middernacht van dag waarop hij begon te werken.

Als de tewerkstelling plaatsvindt op een vroegere dag dan oorspronkelijk meegedeeld, moet de datum gewijzigd worden. Deze wijziging moet gebeuren voordat de werknemer zijn prestaties aanvangt. Als de effectieve datum later is dan de oorspronkelijk meegedeelde, dan moet de oorspronkelijke aangifte geannuleerd worden, en moet er een nieuwe gedaan worden.

Wanneer een aangifte werd gedaan en de werknemer kwam niet opdagen of verrichtte geen prestaties, moet de betrokken aangifte uiterlijk om middernacht, van de kalenderdag waarop de aangifte slaat, geannuleerd worden.

2. Uur van uitdiensttreding

Wanneer een prestatie vroeger wordt stopgezet dan oorspronkelijk gemeld was, heeft de werkgever tijd tot middernacht volgend op het oorspronkelijk voorziene einduur om het werkelijke einduur van de prestatie door te geven.

Wanneer de prestatie op een later moment wordt stopgezet dan oorspronkelijk gemeld was, beschikt de werkgever over een termijn van 8 uren, volgend op het oorspronkelijk voorziene einduur, om het correcte (latere) einduur te melden. Indien het oorspronkelijke einduur tussen 20u en 24u was voorzien, heeft de werkgever echter tot 8u ’s morgens de tijd om het correcte einduur door te geven. Top


3. Dimona-light (met duur van de prestatie kort of lang)
a. Toepassingsgebied

2.1.618

Dimona-light is enkel van toepassing op werkgevers uit de horecasector (PC 302) die gelegenheidswerknemers in dienst nemen.


Uitzendkantoren kunnen geen gebruik maken van Dimona-light. Zij moeten voor hun gelegenheidswerknemers in de horeca steeds een Dimona-full doen.

Meer inlichtingen vindt u terug in de gebruikershandleiding op het portaal: https://www.socialsecurity.be/site_nl/Applics/dimona/documents/pdf/dimona_light_N.pdf
Top


b. Regels voor Dimona-light

2.1.619

In dit systeem moet de werkgever noch de datum, noch het uur van het einde van de prestaties meedelen.

De werkgever moet enkel de datum en het beginuur van de prestatie aangeven en het type prestatie aanduiden:

Met uitzondering van de uitzendkantoren, die verplicht zijn steeds een Dimona-full te doen, moet de werkgever kiezen welk systeem hij voor zijn gelegenheidswerknemers zal toepassen: Dimona-full of Dimona-light. Door voor de eerste keer een aangifte in één van de twee systemen te doen, maakt de werkgever een keuze die bindend is voor één kalenderjaar en voor al zijn gelegenheidswerknemers. Om voor het daarop volgende kalenderjaar van systeem te wijzigen, moet de werkgever dat ten laatste op 1 oktober van het lopende kalenderjaar meedelen. De wijziging start dan op 1 januari van het daarop volgende kalenderjaar.

Alle Dimona aangiften voor gelegenheidswerknemers die de werkgever verricht moeten dus coherent zijn met de keuze die hij maakte en die in het werkgeversrepertorium is opgeslagen: hetzij Dimona-light, hetzij Dimona-full. Top


c. Wijziging van begindatum en -uur en duur van de prestatie

2.1.620

1. Begindatum en beginuur

Als de werknemer zijn prestaties vroeger aanvangt dan het oorspronkelijk meegedeelde beginuur, dan moet het beginuur gewijzigd zijn uiterlijk op het moment dat de werknemer zijn prestaties aanvangt.

Als de werknemer zijn prestaties later aanvangt dan het oorspronkelijk meegedeelde beginuur, dan moet het beginuur gewijzigd zijn uiterlijk tegen middernacht van dag waarop hij begon te werken.

Als de tewerkstelling plaatsvindt op een vroegere dag dan oorspronkelijk meegedeeld, moet de datum gewijzigd worden. Als de effectieve datum later is dan de oorspronkelijk meegedeelde, dan moet de oorspronkelijke aangifte geannuleerd worden, en moet er een nieuwe gedaan worden.

Wanneer een aangifte werd gedaan maar er zijn geen prestaties geleverd, moet de betrokken aangifte uiterlijk om middernacht, van de kalenderdag waarop de aangifte slaat, geannuleerd worden.

2. Duur van de prestatie

Indien een aangifte met bepaalde duur van de prestatie (kort of lang) werd gedaan, en de werkgever geeft er zich voor de aanvang van de prestaties rekenschap van dat hij een andere duur had moeten aangeven, dan mag hij de situatie rechtzetten door de oorspronkelijke aangifte te annuleren en een nieuwe te doen met de juiste duur. Dit moet gebeuren vooraleer de prestaties aanvangen.

Indien hij echter pas na de aanvang van de prestaties vaststelt dat de aangegeven duur niet juist is, dan kan er geen wijziging in Dimona meer gebeuren. Wat de DmfA betreft geldt dan het volgende. Het forfait dat overeenstemt met een duur van 11 uur moet aangegeven worden als in Dimona een duur van 5 uur werd aangegeven maar de werknemer meer dan 5 uur werkt. Als daarentegen in Dimona een duur van 11 uur werd aangegeven, moet het forfait dat met een duur van 11 uur overeenstemt worden aangegeven, ook al werkt de werknemer minder dan 5 uur. Top