DEEL 3: Berekening van de bijdragen
TITEL 2: De gewone bijdragen
HOOFDSTUK 2: De bijdragepercentages

3.2.201 A. TABEL
3.2.202 B. DE LOONMATIGINGSBIJDRAGE
3.2.204 C. DE WERKLOOSHEIDSBIJDRAGE VAN 1,60%

A. TABEL

3.2.201



Van de bijdrage van 16,27% bestemd voor de vakantieregeling, wordt een gedeelte van 10,27% slechts jaarlijks geïnd.

In bepaalde gevallen is voor de werkloosheidsregeling een bijkomende werkgeversbijdrage van 1,60% verschuldigd (zie verder). Top


B. DE LOONMATIGINGSBIJDRAGE

3.2.202

De loonmatigingsbijdrage is in principe verschuldigd voor iedereen die bij de RSZ wordt aangegeven.

Ze is gelijk aan 5,67% van het loon van de werknemer, verhoogd met 5,67% van de verschuldigde werkgeversbijdragen, waarin begrepen de bijdragen voor betaald educatief verlof en sluiting van ondernemingen. Voor de bedienden die onder toepassing vallen van de wetten op de jaarlijkse vakantie der werknemers, wordt de bijdrage met 0,40% verhoogd.

Aan de universitaire instellingen deelt de RSZ het bedrag van de vermindering van deze bijdrage mee, dat zij ingevolge speciale berekeningsmodaliteiten voor sommige leden van hun personeel mogen toepassen op de betaling van hun driemaandelijkse bijdragen aan de RSZ. Top


3.2.203

De loonmatigingsbijdrage is niet verschuldigd voor de volgende categorieën van werknemers.
Tevens is de loonmatigingsbijdrage niet verschuldigd op de getrouwheidspremie die het Fonds voor Bestaanszekerheid voor de Stoffering en de Houtbewerking betaalt aan de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de Stoffering en de Houtbewerking.

Op de kwartaalaangiften is de loonmatigingsbijdrage, voor de werknemers voor wie de bijdrage verschuldigd is, opgenomen in het globale bijdragepercentage.

Eindejaarspremies van de met fooien bezoldigden zijn aan te geven in de werknemerscategorie voor de met reëel loon betaalden. De loonmatiging is dus op deze premies verschuldigd. Top


C. DE WERKLOOSHEIDSBIJDRAGE VAN 1,60%

3.2.204

Niet iedereen is de bijdrage van 1,60% (1,69% onder invloed van de loonmatigingsbijdrage) verschuldigd. Ze geldt enkel voor werkgevers die tijdens de referteperiode gemiddeld ten minste 10 werknemers tewerkstelden.


referteperiode:
De periode gedekt door het 4de kwartaal van het (kalenderjaar - 2) en het 1ste tot en met het 3de kwartaal van het (kalenderjaar - 1).

gemiddeld aantal:


Om het aantal werknemers op het einde van elk kwartaal te bepalen, houdt men rekening met alle werknemers die bij de werkgever werkten in uitvoering van een arbeidsovereenkomst, met de leerlingen en met de werknemers die uitsluitend onder de regeling der geneeskundige verzorging vallen. Komen voor die berekening eveneens in aanmerking, de werknemers van wie de arbeid geschorst is wegens een wettelijke oorzaak zoals ziekte of ongeval, rust bij zwangerschap of bevalling, gedeeltelijke of toevallige werkloosheid en wederoproeping onder de wapens, met uitzondering evenwel van de werknemers in volledige loopbaanonderbreking.

Bij de vaststelling of deze bijdrage verschuldigd is, houdt de RSZ bij de telling geen rekening met de volgende categorieën van occasioneel tewerkgestelde werknemers: Het is duidelijk dat de RSZ zich het recht voorbehoudt de ingediende aangiften te wijzigen indien zou blijken dat bepaalde werknemers ten onrechte onder één van deze categorieën ondergebracht werden, louter met als doel de bijdrage van 1,60 niet te moeten betalen.

Indien tijdens de referteperiode gedurende één of meerdere kwartalen geen aangifte voor de betrokken werkgever werd ingediend, gebeurt de berekening van het gemiddelde uitsluitend op basis van de kwartalen waarvoor wel een aangifte werd ingediend. Indien de werkgever voor geen van de kwartalen tijdens de referteperiode een aangifte moet overmaken, gebeurt de bepaling van het gemiddelde aan de hand van het aantal werknemers tewerkgesteld op het einde van het kwartaal waarbinnen de eerste tewerkstelling plaatsvond na de referteperiode.

Zelfs werkgevers die tijdens de referteperiode gemiddeld meer dan 10 personen tewerkstelden, zijn geen bijdrage verschuldigd voor hun werknemers die niet onder de vakantiewetgeving van de privé-sector vallen. Om uit te maken of het aantal van 10 bereikt is, tellen deze werknemers echter wel mee.
Top