5.2.701
Onder bepaalde voorwaarden kunnen de werknemers eveneens genieten van een werkuitkering of een inschakelingsuitkering. De hiernavolgende tekst beoogt enkel de verduidelijking van de bepalingen omtrent de werkgeversbijdragevermindering. Het toekennen van de uitkeringen valt onder de bevoegdheid van de RVA of van het OCMW.
In dit en de volgende hoofdstukken worden achtereenvolgens de algemene categorie behandeld, de doorstromingsprogramma’s en tenslotte de sociale inschakelingseconomie
5.2.702
Zijn evenwel uitgesloten:
5.2.703
Onder het puntje 'vermindering' kan u een tabel raadplegen met de vereiste dagen niet-werkend werkzoekend zijn, de verminderingscodes en de overeenkomstige RVA-codes op de werkkaart.
Vanaf 1 januari 2007 is de categorie ACTIVA-sluiting opgenomen in de doelgroepvermindering herstructurering.
5.2.704
5.2.705
5.2.706
(1) activa voor de indienstname van preventie- en veiligheidspersoneel (stadswachten) bij de gemeenten
De op de werkkaart vermelde codes zijn specifiek voor de RVA en bepalen onder andere of de betrokken werknemer recht heeft op een werkuitkering. In de tabel vindt u de overeenkomstige RSZ-verminderingscode terug. De RSZ-verminderingscodes houden geen rekening met het recht op een eventuele werkuitkering. Een aantal RVA-codes zijn enkel toepasselijk op werknemers, tewerkgesteld bij werkgevers die hun aangifte doen bij de RSZPPO.
Vanaf 1 januari 2010 worden in het kader van de crisismaatregelen een aantal activeringen versterkt en nieuwe ingevoerd als algemene aanwervingsmaatregel. De werkuitkering kan tot 1.100,00 EUR bedragen, afhankelijk van de leeftijd, duur van de inschrijving als werkzoekende, dienstencheques, hoogste diploma en prestatiebreuk. De maatregel is tijdelijk en geldt voor indienstnames vanaf 1 januari 2010 tot en met 31 december 2011. Het aantal mogelijke RVA-codes werd uitgebreid om de rechten op werkuitkering te kunnen attesteren. Meer informatie over deze maatregel kan u terugvinden op de website van de RVA http://www.rva.fgov.be/frames/frameset.aspx?Path=D_opdracht_crisis_aanwerving/&Language=NL&Items=1.
De in de tabel opgenomen verminderingskwartalen slaan enkel op de 'doelgroepvermindering langdurig werkzoekenden'. De werknemers met een werkkaart C24 en C29 openen geen recht op de doelgroepvermindering langdurig werkzoekenden maar genieten wel van een werkuitkering. Zij kunnen wel in aanmerking komen voor de 'doelgroepvermindering jonge werknemers'.
Indien een werkgever deze doelgroepvermindering, de overgangsmaatregelen activa of de maatregelen activa reeds genoten heeft voor een werknemer die hij opnieuw in dienst neemt binnen de 30 maanden na het einde van de vorige arbeidsovereenkomst en deze werknemer nog een geldige werkkaart kan voorleggen, wordt deze tewerkstelling ononderbroken geacht wat betreft het vaststellen van het recht op de vermindering G1 of G2 en het aantal resterende kwartalen dat hij hierop nog recht heeft. De periode van onderbreking verlengt dus de periode gedurende dewelke de voordelen kunnen worden toegekend, niet.
De werkgever kan geen aanspraak maken op deze doelgroepvermindering voor de werknemer die hij terug in dienst neemt binnen een periode van 12 maand na beëindiging van de vorige arbeidsovereenkomst die gesloten was voor onbepaalde duur wanneer hij voor deze tewerkstelling genoten heeft van de voordelen van het banenplan.
5.2.707
Indien de werkzoekende op het ogenblik van zijn indienstneming niet in het bezit is van een geldige werkkaart, dan kan ook de werkgever de kaart aanvragen bij de RVA. De aanvraag die van de werkgever uitgaat zal enkel geldig zijn indien zij voor iedere werkzoekende afzonderlijk gebeurt, en wordt slechts aanvaard voor zover op die aanvraag de namen van de werkgever en van de werknemer vermeld zijn, alsook het domicilie van de werknemer, zijn identificatienummer voor de sociale zekerheid en de datum van zijn indiensttreding.
De aanvraag voor een werkkaart moet gebeuren bij het regionaal bureau van de RVA, uiterlijk de 30e dag die volgt op de datum van indienstneming. Wanneer de werkgever deze termijn van 30 dagen niet eerbiedigt, wordt de periode van vermindering van bijdragen ingekort met een periode die aanvangt op de dag van de indienstneming en die eindigt op de laatste dag van het kwartaal waarin de laattijdige aanvraag van de werkkaart gebeurde.
De werkkaart moet binnen dezelfde termijn worden aangevraagd voor de indienstnemingen die gebeuren bij het beëindigen van één van de hierboven opgesomde periodes waarvoor de hoedanigheid van werkzoekende op het moment van indienstneming niet vereist is.
Indien de aanvraag van de werkkaart per post gebeurt, dan wordt de postdatum als datum van indiening beschouwd. De werkkaart draagt als geldigheidsdatum:
Wanneer een nieuwe werkkaart wordt aangevraagd tijdens de geldigheidsduur van een vorige werkkaart, wordt een werkkaart gegeven met dezelfde geldigheidsperiode als de vorige werkkaart.
De geldigheid van de werkkaart is verlengbaar met periodes van telkens drie maanden voor zover de werkzoekende aantoont dat hij op de datum van indiening van de nieuwe aanvraag of op de datum van de indienstneming opnieuw voldoet aan de gestelde voorwaarden.