Niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen zijn uitgesloten uit het loonbegrip tot een maximumbedrag van 2.200,00 EUR per kalenderjaar per werknemer per werkgever (niet-geïndexeerd). Zij zijn dan evenwel onderworpen aan een bijzondere bijdrage van 33%.
Voor 2009 bedraagt het maximumbedrag 2314,00 EUR;
Voor 2010 bedraagt het maximumbedrag 2299,00 EUR.
Voor systemen van niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen die in de loop van 2009 opgezet werden en die het maximale vrijgestelde bedrag vooropstelden, heeft de onverwachte daling van het grensbedrag als gevolg dat dit wel eens overschreden zou kunnen worden. De RSZ aanvaardt het grensbedrag voor 2009 voor een systeem dat ten laatste opgezet werd op 30 september 2009 (datum van bekendmaking gezondheidsindex september 2009, op basis waarvan de maximumgrens voor 2010 kon worden bepaald) en uitbetaald wordt in 2010. Voor systemen opgestart vanaf 1 oktober 2009, ligt de situatie anders omdat vanaf dan in principe het grensbedrag 2010 gekend was. Dit heeft uiteraard enkel invloed op de niet-recurrente voordelen die het grensbedrag voor 2010 (2.299,00 EUR) overschrijden.
Elk bedrag uitbetaald in het kader van een systeem niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen moet aangegeven worden met een specifieke code in een apart blok in de aangifte van het kwartaal waarin de premie wordt uitbetaald. Wanneer de werkgever een premie uitkeert aan een werknemer die dat kwartaal niet meer in dienst is, moet hij dit voordeel bijvoegen bij de aangifte van het laatste kwartaal dat de werknemer tewerkgesteld was.
Wanneer de werknemer een bedrag ontvangt maar in de loop van dat kalenderjaar (jaar n) bij de werkgever geen prestaties meer heeft verricht, moeten deze voordelen ook bijgevoegd worden bij de aangifte van het laatste kwartaal met prestaties, maar op een onderscheiden manier.
Het controleprogramma houdt met dit bedrag dan geen rekening bij de confrontatie met het maximumbedrag voor het kalenderjaar waarop de aangifte betrekking heeft (jaar n – 1). Als de werknemer in de loop van het kalenderjaar van uitbetaling (jaar n), opnieuw tewerkgesteld wordt bij dezelfde werkgever, wordt dit bedrag wel in rekening gebracht bij het totaal van dat jaar (jaar n).
Concreet:
Uitbetaling van de niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen in het jaar 2008, aangifte in het jaar 2008:
werknemerskengetal 888, type 0 en maximumgrens op jaarbasis 2008 van 2.200,00 EUR;
Uitbetaling van de niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen in het jaar 2009, bijgevoegd in een aangifte 2008:
werknemerskengetal 888, type 1 en maximumgrens op jaarbasis 2009 van 2.314,00 EUR;
Uitbetaling van de niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen in het jaar 2009, aangifte in 2009:
werknemerskengetal 888, type 0 en maximumgrens op jaarbasis 2009 van 2.314,00 EUR;
Uitbetaling van de niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen in het jaar 2010, bijgevoegd in een aangifte 2009:
werknemerskengetal 888, type 1 en maximumgrens op jaarbasis 2010 van 2.299,00 EUR;
Uitbetaling van de niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen in het jaar 2010, aangifte in 2010:
werknemerskengetal 888, type 0 en maximumgrens op jaarbasis 2010 van 2.299,00 EUR.