DEEL 4: De bijzondere bijdragen
TITEL 2: De bijzondere bijdragen ten laste van de werkgever
HOOFDSTUK 2: Basisbijdrage Fonds Sluiting Ondernemingen

4.2.202 A. WERKGEVERS MET EEN INDUSTRIEEL OF COMMERCIEEL DOEL
4.2.202 1. Betrokken werkgevers en werknemers
4.2.203 2. Bedrag van de bijdrage
4.2.204 3. Te vervullen formaliteiten
4.2.205 B. WERKGEVERS ZONDER INDUSTRIEEL OF COMMERCIEEL DOEL
4.2.205 1. Betrokken werkgevers en werknemers
4.2.206 2. Bedrag van de bijdrage
4.2.207 3. Te vervullen formaliteiten

4.2.201

Oorspronkelijk werd het Fonds tot Vergoeding van de in Geval van Sluiting van Ondernemingen Ontslagen Werknemers (hierna Fonds voor Sluiting van Ondernemingen genoemd ) opgericht om tussen te komen wanneer een werkgever zijn verplichtingen ten opzichte van zijn werknemers niet meer naleeft (in het algemeen bij faillissement). Tot 2008 werd deze tussenkomst gefinancierd door bijdragen ten laste van werkgevers met een handels- of industriële finaliteit.

Vanaf het 2e kwartaal 2008 zijn ook de werkgevers van de niet-commerciële sector, conform de wet van 26 juni 2002 betreffende de sluiting van ondernemingen, een basisbijdrage voor het Fonds voor sluiting van ondernemingen verschuldigd. Dit betekent dat nog slechts een handvol werkgevers de basisbijdrage FSO niet verschuldigd zijn. Top


A. WERKGEVERS MET EEN INDUSTRIEEL OF COMMERCIEEL DOEL

1. Betrokken werkgevers en werknemers

4.2.202

Alle werkgevers (natuurlijke of rechtspersoon) die een onderneming uitbaten met een handels- of industriële finaliteit, zijn deze bijdrage verschuldigd voor al hun werknemers die aan de Belgische sociale zekerheid onderworpen zijn (arbeiders, bedienden, leerlingen en leerplichtigen,...). De autonome overheidsbedrijven bedoeld in artikel 1, § 4 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, worden eveneens geacht een "onderneming" uit te baten met een handels- of industriële finaliteit maar zijn de basisbijdrage FSO enkel verschuldigd voor hun contractueel personeel.


Buitenlandse werkgevers van een land van de Europese Unie, met of zonder exploitatiezetel in België, zijn nu eveneens de basisbijdrage FSO verschuldigd voor al hun werknemers die aan de Belgische sociale zekerheid onderworpen zijn.
Buitenlandse werkgevers van buiten de Europese Unie zijn deze bijdrage enkel verschuldigd als zij een Belgische exploitatiezetel hebben en dan voor al hun werknemers onderworpen aan de Belgische sociale zekerheid.

De bijdrage wordt niet geïnd voor de werknemers voor wie louter een bijzondere bijdrage verschuldigd is (studenten voor wie enkel de solidariteitsbijdrage verschuldigd is, bruggepensioneerden en pseudo-bruggepensioneerden, ...).
Top


2. Bedrag van de bijdrage

4.2.203

Enerzijds verschilt deze bijdrage naargelang de werkgever gemiddeld minder dan 20 werknemers of 20 werknemers en meer tewerkstelde tijdens het 4de kwartaal van het (kalenderjaar - 2) en het 1ste tot en met het 3de kwartaal van het (kalenderjaar - 1), en anderzijds ondergaat zij de invloed van de loonmatiging. De percentages tussen haakjes gelden voor de werkgevers die de loonmatigingsbijdrage verschuldigd zijn.

Vanaf het 1ste kwartaal van 2010 is ze als volgt vastgesteld.

Brutolonen zijn de lonen die in aanmerking komen voor het berekenen van de socialezekerheidsbijdragen (aan 108% voor de handarbeiders).

Opgelet: op deze algemene percentages bestaan uitzonderingen voor bepaalde categorieën van werkgevers en werknemers; in Deel 8 vindt u de percentages die voor hen gelden.

Berekening van het gemiddeld aantal tewerkgestelde werknemers

Het gemiddeld aantal werknemers tewerkgesteld tijdens de referteperiode, bekomt u:

Indien de werkgever voor geen van de kwartalen tijdens de referteperiode een aangifte moet overmaken, gebeurt de bepaling van het gemiddelde aan de hand van het aantal werknemers tewerkgesteld op het einde van het kwartaal waarbinnen de eerste tewerkstelling plaatsvond na de referteperiode.
Top


3. Te vervullen formaliteiten

4.2.204

Er zijn geen bijzondere formaliteiten na te leven. De RSZ verwerkt de bijdrage op basis van een FSO-code, die aan iedere werkgever wordt toegekend in functie van zijn eigenschappen (grote bijdrage commerciële werkgevers/kleine bijdrage commerciële werkgevers/bijdrage niet-commerciële werkgevers/geen bijdrage verschuldigd). De FSO-code wordt toegekend op basis van de rechtsvorm en/of van de werkgeverscategorie. Het is dus niet de categorie die determineert welke bijdrage verschuldigd is, maar ze kan wel een goede oriëntatie geven om uit te maken of het gaat om een commerciële of niet-commerciële werkgever.

Werkgevers die menen dat de RSZ voor hen een verkeerde FSO-codering toepast, kunnen hun redenen schriftelijk laten kennen aan de Directie Identificatie van de RSZ. Top


B. WERKGEVERS ZONDER INDUSTRIEEL OF COMMERCIEEL DOEL

1. Betrokken werkgevers en werknemers

4.2.205

Vanaf het 2e kwartaal 2008 zijn ook de werkgevers die geen handels- of industriële finaliteit hebben een basisbijdrage voor het Fonds voor sluiting van ondernemingen verschuldigd.

Het betreft werkgevers van de private sector die tot één van de volgende categorieën behoren:


Buitenlandse werkgevers die behoren tot de niet-commerciële sector, zijn deze bijdrage niet verschuldigd.

De openbare sector (zowel Belgisch als internationaal) blijft eveneens uitgesloten van de basisbijdrage FSO voor de niet-commerciële sector. Het gaat hier om de openbare sector in de ruime betekenis van het woord, dus zowel Federale overheidsdiensten, Gemeenschappen en Gewesten,openbare instellingen ... als bv. de kerkfabrieken en sociale huisvestingsmaatschappijen.

De bijdrage is verschuldigd voor alle werknemers (arbeiders, bedienden, gesubsidieerde contractuelen, leerlingen en leerplichtingen, ...). Ze wordt niet geïnd voor de werknemers voor wie louter een bijzondere bijdrage verschuldigd is (studenten voor wie enkel de solidariteitsbijdrage verschuldigd is, bruggepensioneerden en pseudo-bruggepensioneerden, ...) en evenmin voor de dienstboden en het ander huispersoneel (al dan niet onderworpen aan de sociale zekerheid).
Top


2. Bedrag van de bijdrage

4.2.206

Voor 2010 bedraagt de bijdragevoet voor alle kwartalen 0,05% (ongeacht met of zonder loonmatiging) van de brutolonen. Brutolonen zijn de lonen die in aanmerking komen voor de berekening van de socialezekerheidsbijdragen (aan 108% voor de arbeiders). Top

3. Te vervullen formaliteiten

4.2.207

Er zijn geen bijzondere formaliteiten na te leven. De RSZ verwerkt de bijdrage op basis van een FSO-code, die aan iedere werkgever wordt toegekend in functie van zijn eigenschappen (grote bijdrage commerciële werkgevers/kleine bijdrage commerciële werkgevers/bijdrage niet-commerciële werkgevers/geen bijdrage verschuldigd). De FSO-code wordt toegekend op basis van de rechtsvorm en/of van de werkgeverscategorie. Het is dus niet de categorie die determineert welke bijdrage verschuldigd is, maar ze kan wel een goede oriëntatie geven om uit te maken of het gaat om een commerciële of niet-commerciële werkgever.

Werkgevers die menen dat de RSZ voor hen een verkeerde FSO-codering toepast, kunnen hun redenen schriftelijk laten kennen aan de Directie Identificatie van de RSZ. Top