DEEL 1: Toepassingssfeer van de socialezekerheidswetgeving
TITEL 1: Over de personen
HOOFDSTUK 4: De gelijkaardige voorwaarden als die van een arbeidsovereenkomst

1.1.402 A. LASTHEBBERS VAN BEPAALDE VERENIGINGEN EN ORGANISATIES
1.1.403 B. HUISARBEIDERS
1.1.404 C. PERSONENVERVOERDERS
1.1.405 D. GOEDERENVERVOERDERS
1.1.406 E. MINDERVALIDEN
1.1.407 F. STUDENTEN
1.1.408 G. GENEESHEREN IN OPLEIDING TOT SPECIALIST
1.1.409 H. BURSALEN
1.1.410 I. ONTHAALOUDERS
1.1.411 J. PERSOONLIJKE ASSISTENTEN

1.1.401

Zoals gezegd is het socialezekerheidsstelsel voor werknemers in de eerste plaats toepasselijk op de personen die verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst. Daarnaast is dit stelsel toepasselijk op de personen die arbeid verrichten in gelijkaardige voorwaarden als die van een arbeidsovereenkomst. Het is zeer belangrijk te beseffen dat iemand presteert in gelijkaardige voorwaarden van zodra hij de prestaties levert binnen de door de wetgever gegeven omschrijving. Het is dus niet nodig dat deze prestaties worden geleverd in een band van ondergeschiktheid.

De hieronder besproken personen moeten verplicht bij de RSZ worden aangegeven. Waar het problemen kan opleveren wordt aangegeven wie werkgever is. Top


A. LASTHEBBERS VAN BEPAALDE VERENIGINGEN EN ORGANISATIES

1.1.402

Het zijn de personen voor wie het dagelijks beheer of de dagelijkse leiding van deze verenigingen of organisaties de voornaamste bedrijvigheid uitmaakt. Zij moeten voor die prestaties een ander loon dan kost en inwoning genieten.

Worden alleen bedoeld de verenigingen of organisaties die geen industriële of handelsverrichtingen uitvoeren, noch ernaar streven hun leden materieel voordeel te verschaffen. In het algemeen voldoen aan deze voorwaarden: de ziekenfondsen, verbonden en landsbonden die erkend en gemachtigd zijn voor het verlenen van prestaties van verplichte en vrijwillige verzekering in geval van ziekte of invaliditeit, de organisaties van werknemers, van werkgevers en van zelfstandigen, sommige coöperatieve vennootschappen en de VZW's. Top


B. HUISARBEIDERS

1.1.403

Het zijn de personen die op een door hen gekozen plaats grondstoffen of gedeeltelijk afgewerkte producten bewerken die één of verschillende handelaars hun hebben toevertrouwd. Deze uitbreiding van de toepassing van de sociale zekerheid geldt alleen voor manuele arbeid. Dit betekent dat u personen die intellectuele huisarbeid verrichten (bv. vertalen, typen,...), slechts bij de RSZ moet aangeven indien zij werken in uitvoering van een arbeidsovereenkomst.

Wanneer de huisarbeider zelf werknemers aanwerft om hem te helpen kunnen zich twee mogelijkheden voordoen.

Top

C. PERSONENVERVOERDERS

1.1.404

Het gaat hier over de personen die vervoer van personen verrichten dat hun door een onderneming wordt opgedragen, indien het vervoer gebeurt met een voertuig waarvan zij geen eigenaar zijn of waarvan de aankoop gefinancierd of de financiering gewaarborgd wordt door de ondernemer.

Werken eveneens in gelijkaardige voorwaarden, de personen aan wie een onderneming diensten verleent in verband met het hun opgedragen vervoer (bv. taxichauffeurs aangesloten bij een centrale die hun opdrachten doorgeeft). De ondernemer of onderneming die het vervoer toevertrouwt is de werkgever.

De volgende taxibestuurders en de ondernemers die hen tewerkstellen zijn evenwel niet onderworpen:


Onder « taxibestuurders » wordt verstaan de bestuurders van voertuigen behorend tot een taxidienst zoals bepaald door de bevoegde overheid.
Top


D. GOEDERENVERVOERDERS

1.1.405

Het zijn de personen die vervoer van goederen verrichten dat hun door een onderneming wordt opgedragen, indien het vervoer gebeurt met een voertuig waarvan zij geen eigenaar zijn of waarvan de aankoop gefinancierd of de financiering gewaarborgd wordt door de ondernemer. De ondernemer of onderneming die het vervoer toevertrouwt is de werkgever. Top

E. MINDERVALIDEN

1.1.406

Het zijn de mindervaliden aangeworven in uitvoering van hetzij een speciale leerovereenkomst voor de omscholing van mindervaliden, hetzij een overeenkomst voor omscholing of beroepsopleiding.

De private persoon of het centrum waarmee de overeenkomst wordt afgesloten, is de werkgever. Top


F. STUDENTEN

1.1.407

Het zijn de personen, tewerkgesteld in uitvoering van een overeenkomst voor de tewerkstelling van studenten bedoeld bij titel VII van de arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978. In algemene zin betreft het alle studenten die volledig dagonderwijs volgen, met uitzondering van hen die reeds minstens sedert zes maanden werken en daardoor gewone werknemers werden. Hierna zal blijken dat men bepaalde studenten niet hoeft aan te geven indien zij slechts gedurende een korte periode werken. Top

G. GENEESHEREN IN OPLEIDING TOT SPECIALIST

1.1.408

De personen die in het kader van de regelen bepaald ter uitvoering van artikel 215, § 4 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, een opleiding tot geneesheer-specialist volgen.

De verplegingsinstelling waar de opleiding plaatsvindt is werkgever. Top


H. BURSALEN

1.1.409

Het betreft:
Voor elk van deze categorieën geldt dat het genoemde instituut of de genoemde instelling werkgever is.

Personen die gerechtigd zijn op andere beurzen worden slechts bij de RSZ aangegeven indien zij voor hun prestaties verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst. Top


I. ONTHAALOUDERS

1.1.410

Het gaat om de natuurlijke personen die instaan voor de opvang van kinderen in een woning voor de opvang in gezinsverband en die aangesloten zijn bij een dienst waarmee zij niet zijn verbonden door een arbeidsovereenkomst, dienst die daartoe werd erkend door de bevoegde instelling krachtens ofwel het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 29 maart 1993 houdende algemene reglementering inzake opvangvoorzieningen gesubsidieerd door de "Office de la Naissance et de l'Enfance" (Dienst voor Geboorte en Kinderwelzijn), ofwel het besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2001 houdende de voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van kinderdagverblijven en diensten voor opvanggezinnen, ofwel het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 24 juni 1999 betreffende de opvang van jonge kinderen.

De erkende opvangdienst wordt als hun werkgever beschouwd. Top


J. PERSOONLIJKE ASSISTENTEN

1.1.411

Vanaf 1 januari 2005 voorziet de sociale zekerheidswetgeving expliciet dat arbeid verricht in het kader van het persoonlijke-assistentiebudget in een situatie waar van een arbeidsovereenkomst geen sprake kan zijn, onder bepaalde voorwaarden de sociale zekerheid voor loontrekkenden van kracht is.


Het gaat meer bepaald over de personen die in het kader van een persoonlijke-assistentiebudget toegekend door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, arbeid verrichten als persoonlijke assistent voor een familielid tot de tweede graad of voor een persoon die deel uitmaakt van het gezin. De houder van het persoonlijke-assistentiebudget neemt de functie op als werkgever. Dit is ofwel de persoon met een handicap of zijn wettelijke vertegenwoordiger aan wie het Vlaams Agentschap het budget heeft toegekend.
Top