A. ALGEMEEN 1. Begrippen
2.1.601
Het gaat om de onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, ook wel DIMONA (déclaration immédiate - onmiddellijke aangifte) genoemd. De aangifte signaleert onmiddellijk aan de instellingen van sociale zekerheid, het begin en het einde van een arbeidsrelatie tussen werknemer en werkgever. Bij het niet respecteren van deze verplichting, voorziet artikel 12bis van het KB van 5 november 2002 de toepassing van strafsancties. De aangiften, doorgestuurd door de werkgever en aanvaard door de RSZ, zijn de basis voor de opmaak van een databank met alle relaties tussen werkgever en werknemer. Ze zijn consulteerbaar in een beveiligde omgeving, gekend als het "Personeelsbestand".
2.1.602
Op het ogenblik dat een nieuwe werkgever een Dimona-aangifte doet voor de eerste werknemer voldoet hij aan deze meldingsplicht en wordt de identificatieprocedure automatisch opgestart. De nieuwe werkgever moet dan geen bijkomende melding doen om een identificatienummer te krijgen.
2.1.603
Bovendien kunnen alle werkgevers (zowel privé als openbaar) het eigen personeelsbestand te allen tijde consulteren en dit in een beveiligde omgeving; iedere lijn in het personeelsbestand komt overeen met een Dimonarelatie en elke relatie bestaat uit alle Dimona-aangiften die voor deze relatie ingediend werden. Meer uitleg over deze toegang vindt u op het portaal: https://www.socialsecurity.be/site_nl/Infos/registration_gen/index.htm
2.1.604
De eerste is een niet beveiligde toepassing. U moet alle gevraagde gegevens ingeven.
De tweede biedt de mogelijkheid meerdere aangiften tegelijkertijd te verrichten. Het betreft de toepassing Multi-Dimona. Men kan ze gebruiken voor één persoon of voor meerdere personen. Hierbij worden de reeds beschikbare gegevens uit het elektronisch personeelsbestand als basis gebruikt voor een nieuwe reeks aangiften. Dit biedt het belangrijke voordeel dat een groot aantal gegevens niet meer moet worden ingeven. Hierdoor verkleint de kans op fouten. De bestaande gegevens zijn bovendien in sommige gevallen al gecontroleerd, wat het ganse proces versnelt;
- via vocale server: deze bekende techniek (ook gebruikt voor phone-banking) biedt de mogelijkheid de aangifte per telefoon te doen. De werkgever telefoneert naar het nummer 02/511 51 51. Deze toepassing is bestemd voor werkgevers met weinig werknemers die niet veel aangiften moeten doen. Men geeft de werknemers één voor één in. De aangifte via vocale server is alleen mogelijk indien de werkgever reeds een (voorlopig) identificatienummer bij de RSZ heeft en de gegevens op de SIS-kaart van de werknemer kent. Via de vocale server kan men immers alleen cijfergegevens doorgeven;
- via batch of gestructureerde berichten: indien de werkgever of een tussenpersoon een groot aantal Dimona-aangiften moet versturen (wekelijks enkele tientallen of meer), bestaat de mogelijkheid om deze aangiften via bestandsoverdracht naar de RSZ te sturen;
- via SMS: Dimona met een gsm. Dit kanaal is uitsluitend bestemd voor de aangifte van gelegenheidswerknemers (uit de horecasector en de land- en tuinbouw, met inbegrip via uitzendcontract).
2.1.605
- via vocale server: het nummer wordt uitgesproken op het einde van de aangifte;
- via batch of gestructureerde berichten: de RSZ verstuurt een elektronisch bericht met het nummer;
- via SMS: het nummer wordt via gsm meegedeeld.
Na ontvangst van de Dimona-aangifte wordt zij verwerkt. Zo wordt onder andere de juistheid van de identificatiegegevens nagegaan en wordt aan elke indienstmelding een uniek nummer (= 'Dimona-nummer') toegekend. Bij een indienstmelding is dit hetzelfde nummer van het ontvangstbewijs. Ten hoogste tien werkdagen later ontvangt de werkgever een Dimona-bericht waarin de gegevens van de aangifte worden hernomen, vervolledigd en/of aangepast.
Het Dimona-bericht geldt voor de werkgever als het wettelijke bewijs dat de aangifte correct werd uitgevoerd.
Na ontvangst van het Dimona-bericht heeft de werkgever vijf werkdagende tijd om de in het bericht vermelde gegevens te betwisten. Na het verstrijken van deze termijn worden zij als definitief beschouwd.
In geval van de betwisting moet de werkgever contact opnemen met het contactcenter Eranova:
2.1.606
Alleen voor de personen hieronder opgesomd moet er geen Dimona gebeuren:
Voor de gelegenheidswerknemers van de sectoren landbouw (PC 144), tuinbouw (PC 145) en horeca (PC 302) - inclusief degenen aangeworven als uitzendkracht (PC 322) - geldt een specifiek systeem van Dimona.
2.1.607
Werkgevers uit de openbare sector moeten eraan denken dat:
- indien de werkgever aangesloten is bij de CDVU maar toch een eigen RSZ-nummer heeft, het volstaat om het eigen nummer door te geven;
- indien de werkgever geen enkel nummer kan gebruiken, hij alle identificatiegegevens dient op te geven die bij de aangifte worden gevraagd. Bemerk dat de niet-numerieke identificatiegegevens niet via de telefoon kunnen worden doorgestuurd, wel via de website.
- indien de werkgever meldingen verricht als onderwijsinstelling voor de personeelsleden die niet uit de eigen werkingsmiddelen worden betaald, gebruikt hij het identificatienummer van respectievelijk het Nederlands-, Frans- of Duitstalige onderwijs;
- indien de onderwijsinstelling echter meldingen verricht voor personeelsleden die wel uit de eigen werkingsmiddelen worden betaald, gebruikt zij haar eigen identificatienummer.
2.1.608
2.1.609
124 voor arbeiders en leerlingen uit de bouwsector (PC 124);
140 voor arbeiders en leerlingen uit de transportsector (PC 140);
322 voor arbeiders en bedienden uit de uitzendsector (PC 322).
Opgelet: werknemers die een uitzendkantoor tewerkstelt met een arbeidsovereenkomst in het kader van de dienstencheques, zijn niet gebonden door een arbeidsovereenkomst voor uitzendkrachten. Voor hen mag het PC 322 niet gebruikt worden. Voor arbeiders die een uitzendkantoor tewerkstelt in de bouwsector moet wel PC 322 meegedeeld worden (en dus niet 124).
144 voor gelegenheidsarbeiders uit de landbouw (PC 144);
145 voor gelegenheidsarbeiders uit de tuinbouw (PC 145);
302 voor gelegenheidswerknemers uit de Horeca (PC 302).
Gelegenheidswerknemers, tewerkgesteld via een uitzendkantoor, moeten steeds aangegeven worden met PC 322, doch wel als 'gelegenheidswerknemer' en dus steeds met begin- en einduur (zie hierna). De gebruikers moeten verplicht behoren tot de landbouw-, tuinbouw- of horecasector.
2.1.610
Een 'IBO-er' is iemand die een individuele beroepsopleiding bij een werkgever volgt, maar gedurende zijn opleiding nog steeds het statuut van werkloze heeft en door de werkgever dus niet in de DmfA-aangifte moet worden opgenomen.
Een 'student' is iemand die aangeworven wordt met een specifieke arbeidsovereenkomst voor studenten. Voor hen moet altijd een Dimona-aangifte gebeuren. Het speelt daarbij geen rol of voor deze student al dan niet de gewone RSZ-bijdragen moeten worden betaald, enkel de aard van de overeenkomst is hier belangrijk.
Voorheen moest de werkgever een kopie van deze overeenkomst opsturen naar de inspectie der sociale wetten. Deze verplichting verdwijnt door de invoering van de Dimona-aangifte. Voorwaarde voor deze vereenvoudiging is wel dat de werkgever bij de indienstmelding de plaats waar de student wordt tewerkgesteld precies opgeeft. Het is dus van het grootste belang dat de correcte plaats van tewerkstelling wordt opgegeven.
Indien de student niet tewerkgesteld wordt op het adres dat de werkgever aan de RSZ heeft doorgegeven als zijnde het adres van de maatschappelijke zetel van zijn onderneming of het officiële adres van de overheidsdienst, moet hij hier het adres invullen van de plaats waar de student fysiek zal tewerkgesteld zijn. Indien de student wel tewerkgesteld zal worden op het officiële adres van de maatschappelijke zetel of van de overheidsdienst, duidt de werkgever dit aan zonder dat hij verdere gegevens moet invullen.
De werkgever kan voor de aangifte van een student dus enkel de telefoon gebruiken, indien de plaats waar deze student tewerkgesteld zal worden de maatschappelijke zetel van de onderneming of het officiële adres van de overheidsdienst is. Indien het nodig is een ander adres op te geven, moet de aangifte via een ander kanaal worden doorgestuurd.
2.1.611
Voorbeeld: de arbeidsovereenkomst (de contractuele band) start op 1 mei. Indien de eerste effectieve werkdag van de werknemer 5 mei is, moet de Dimona-aangifte uiterlijk op die dag doorgestuurd worden maar als ‘datum van indiensttreding’ vermeldt de werkgever 1 mei. De indienstmelding mag echter ook vroeger doorgestuurd worden, bijvoorbeeld in de loop van de maand april.
Voor een gewone werknemer met een contract van bepaalde duur, mag tegelijk met de datum van indiensttreding ook de datum van uitdiensttreding ingevuld worden. Voor een student en een IBO-er (Individuele Beroeps Opleiding), is de werkgever verplicht de datum van de uitdiensttreding te melden in de indienstmelding. Dit geldt ook voor uitzendkrachten en gelegenheidswerknemers.
Indien de werkgever de datum 'uit dienst' meedeelt bij de indienstmelding, hoeft hij nadien geen aparte uitdienstmelding meer te verrichten. Indien echter later blijkt dat de opgegeven datum 'uit dienst' niet de juiste is, moet de oorspronkelijke aangifte worden gewijzigd volgens de regels die hierna worden uitgelegd.
Indien een personeelslid een contract van bepaalde duur heeft, maar na verloop van dit contract in dienst blijft ingevolge het afsluiten van een nieuw contract, is alleen een nieuwe aangifte nodig indien er bij de oorspronkelijke aangifte een uitdienstmelding opgegeven werd. De datum indienst van die nieuwe aangifte is dan de dag die volgt op de eerder meegedeelde datum uit dienst.
2.1.612
Indien de werknemer wordt ontslagen of ontslag neemt zonder dat er een opzeggingstermijn in acht wordt genomen, meldt de werkgever de uitdiensttreding ten laatste op de werkdag na de dag waarop de overeenkomst wordt verbroken.
Indien de werknemer wel een opzeggingsperiode geniet, valt de datum van de uitdiensttreding op het einde van deze opzeggingsperiode.
Schorsingen in de uitvoering van de arbeidsprestaties zijn geen uitdiensttreding en geven dus geen aanleiding tot een uitdienstmelding. Bij deze schorsingen of afwezigheden - ook al zijn zij van lange duur zoals detachering naar het buitenland voor enkele jaren - wordt de juridische of contractuele band tussen werkgever en werknemer immers niet verbroken.
Indien een werknemer overschakelt van een voltijdse naar een halftijdse tewerkstelling (of vice versa) blijft de arbeidsrelatie bestaan. Er is geen uitdienstmelding, indienstmelding of wijziging van de eerder gedane aangifte nodig.
2.1.613
- de opgegeven datum van uitdiensttreding is niet correct; de werkelijke datum ligt vroeger in de tijd: de werkgever moet de wijziging melden volgens dezelfde regels als deze die gelden voor het melden van een uitdiensttreding, dus ten laatste op de eerste werkdag die volgt op de datum waarop de contractuele band tussen werkgever en werknemer wordt verbroken. Indien echter de werkelijke datum van uitdiensttreding later is dan de meegedeelde datum, dan mag er noch gewijzigd, noch geannuleerd worden. In dat geval moet er een nieuwe aangifte gebeuren met als begindatum de dag die volgt op de eerder (verkeerdelijk) meegedeelde einddatum.
2.1.614
In de praktijk kan eveneens een annulatie uitgevoerd worden voor:
- het opkuisen van dubbele dimonarelaties (eenzelfde dimonarelatie bevindt zich meermaals in het personeelsbestand).
2.1.615
De gelegenheidswerknemers moeten verplicht worden aangegeven met een full-Dimona, met uitzondering van de gelegenheidswerknemers in de horeca sector. Voor deze werknemers bestaan vanaf 1 juli 2007 twee systemen van Dimona-aangiften naast elkaar: full-Dimona en Dimona-light. Het is aan de werkgever om een keuze te maken. Beide systemen stellen op ondubbelzinnige en uniforme wijze de band vast tussen een werknemer en zijn werkgever. Deze informatie wordt automatisch doorgestuurd naar de instellingen binnen het netwerk van de sociale zekerheid, zodat de werkgever kan genieten van volgende voordelen:
2.1.616
- de werknemers tewerkgesteld bij een werkgever die valt onder het Paritair Comité voor de Uitzendarbeid (PC 322), voor zover die uitzendkracht wordt tewerkgesteld als gelegenheidswerknemer bij een gebruiker uit de land- of tuinbouwsector of uit de horecasector.
2.1.617
Het gebruik van het INSZ (identificatienummer bij de sociale zekerheid) van de werknemer is verplicht. Om gelegenheidswerknemers kunnen aan te geven, dient de werkgever voor deze werknemers in het bezit te zijn van een geldig INSZ- of INSZ-bisnummer. Als een werknemer dat niet heeft, kan hij via Dimona niet in dienst worden gemeld. De werknemer moet dan eerst naar de administratieve diensten van de gemeente/stad waar hij/zij verblijft of op hotel is. Die gemeente zal dan een bisnummer aanmaken.
Meer inlichtingen vindt u in de handleiding Dimona: https://www.socialsecurity.be/site_nl/Applics/dimona/documents/pdf/manuel_dimona_N.pdf
2.1.618
Als de werknemer zijn prestaties aanvangt later dan het oorspronkelijk meegedeelde beginuur, dan moet het beginuur gewijzigd zijn uiterlijk tegen middernacht van dag waarop hij begon te werken.
Als de tewerkstelling plaatsvindt op een vroegere dag dan oorspronkelijk meegedeeld, moet de datum gewijzigd worden. Deze wijziging moet gebeuren voordat de werknemer zijn prestaties aanvangt. Als de effectieve datum later is dan de oorspronkelijk meegedeelde, dan moet de oorspronkelijke aangifte geannuleerd worden (zie d. 'Een aangifte annuleren), en moet er een nieuwe gedaan worden.
Wanneer de prestatie op een later moment wordt stopgezet dan oorspronkelijk gemeld was, beschikt de werkgever over een termijn van 8 uren, volgend op het oorspronkelijk voorziene einduur, om het correcte (latere) einduur te melden. Indien het oorspronkelijke einduur tussen 20u en 24u was voorzien, heeft de werkgever echter tot 8u ’s morgens de tijd om het correcte einduur door te geven.
2.1.619
3. Dimona-light (met tijdsblok) a. Toepassingsgebied
2.1.620
Meer inlichtingen vindt u terug in de gebruikershandleiding op het portaal: https://www.socialsecurity.be/site_nl/Applics/dimona/documents/pdf/dimona_light_N.pdf
2.1.621
Om voor het daarop volgende kalenderjaar van systeem te wijzigen, moet de werkgever ten laatste op 1 oktober van het lopende kalenderjaar zijn keuze kenbaar maken. De wijziging start dan op 1 januari van het daarop volgende kalenderjaar.
Opgelet, uitzendkantoren hebben geen keuze en moeten voor hun werknemers steeds een full-Dimona doen.
2.1.622
Als de werknemer zijn prestaties later aanvangt dan het oorspronkelijk meegedeelde beginuur, dan moet het beginuur gewijzigd zijn uiterlijk tegen middernacht van dag waarop hij begon te werken.
Als de tewerkstelling plaatsvindt op een vroegere dag dan oorspronkelijk meegedeeld, moet de datum gewijzigd worden. Als de effectieve datum later is dan de oorspronkelijk meegedeelde, dan moet de oorspronkelijke aangifte geannuleerd worden (zie d. 'Een aangifte annuleren'), en moet er een nieuwe gedaan worden.
Indien hij echter pas na de aanvang van de prestaties vaststelt dat het aangegeven tijdsblok niet juist is, dan kan er geen wijziging in Dimona meer gebeuren. Wat de DmfA betreft geldt dan het volgende. Het forfait dat overeenstemt met het blok van 11 uur moet aangegeven worden als in Dimona het blok van 5 uur werd aangegeven maar de werknemer meer dan 5 uur werkt. Als daarentegen in Dimona het blok van 11 uur werd aangegeven, moet het forfait dat met het blok van 11 uur overeenstemt worden aangegeven, ook al werkt de werknemer minder dan 5 uur.
2.1.623