Tussentijdse Instructies

M. Werkbonus
(oktober 2008)

Vanaf 1 oktober 2008 wordt de werkbonus versterkt voor de laagste lonen, waarbij het complement vanaf het GGMMI degressief vermindert. Overeenkomstig het interprofessioneel akkoord 2007-2008, wordt het GGMMI op zich met ingang van 1 oktober 2008 verhoogd met 25,00 EUR, met een aanpassing van de loongrenzen voor de berekening van de werkbonus dus als gevolg. De coëfficiënten die u bij de berekening nodig hebt, ondergaan eveneens een wijziging.

Hieronder vindt u in tabelvorm de nieuwe bedragen vanaf 1 oktober 2008 (zie § 5.3.106 van de Onderrichtingen voor de werkgevers). Voor de openbare sector gelden ook de loonschijven en verminderingsbedragen die gelden voor de privé-sector.



(*) Onder 'Bedienden' moet worden verstaan: de werknemers die moeten worden aangegeven aan 100 %, dus ook bijvoorbeeld arbeiders in de openbare sector.
(**) Onder 'Arbeiders' moet worden verstaan: de werknemers die moeten worden aangegeven aan 108 %, dus ook bijvoorbeeld kunstenaars.

L. Huisarbeiders – aantal arbeidsdagen

De RSZ aanvaardt dat het aantal arbeidsdagen voor huisarbeiders berekend wordt op basis van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen (zie § 3.1.205 van de Onderrichtingen). Als gevolg van de evolutie van het indexcijfer der consumptieprijzen, bedraagt het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen 1.387,49 EUR met ingang van 1 oktober 2008.

K. Kunstenaars – fictief forfaitair dagloon en fictief forfaitair uurloon

Als gevolg van de evolutie van het indexcijfer bedraagt voor het 4de kwartaal 2008 het fictief forfaitair dagloon 64,04 EUR en het fictief forfaitair uurloon 8,43 EUR. Deze bedragen worden gebruikt als grensbedragen in het kader van de bijdragevermindering voor kunstenaars (zie § 5.3.1204 van de Onderrichtingen) en worden berekend op basis van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen.

J. Forfaitaire daglonen
(oktober 2008)

Dit bericht vervangt het eerder gepubliceerde bericht onder puntje H.

Als gevolg van de overschrijding van de spilindex in de loop van de maand juli 2008 (zeevisserij) en augustus 2008 (fooien horeca, gelegenheidsarbeid horeca, land- en tuinbouw) en nu ook rekening houdend met de verhoging van het GGMMI vanaf 1 oktober 2008 met 25,00 EUR, verhogen de forfaitaire daglonen.

Daarnaast werd de gefaseerde alignering met de conventionele lonen in de horecasector afgerond.

De tabellen hieronder bevatten de dagforfaits die gelden vanaf 1 oktober 2008, zoals opgesteld overeenkomstig de richtlijnen van en bevestigd door de FOD Sociale Zekerheid, variërend naargelang de sector, de uitgeoefende functie en de leeftijd van de werknemer op de laatste dag van het kwartaal.

Voor het berekenen van de gewijzigde bedragen vanaf 1 oktober 2008 voor de hoofdzakelijk met fooien betaalden in de horeca, werd cumulatief rekening gehouden met volgende elementen:

Voor het berekenen van de forfaitaire bedragen vanaf 1 oktober 2008 voor de zeevissers werd enkel rekening gehouden met de indexatie van de basisforfaits.

Voor de gelegenheidsarbeiders in de sectoren van de landbouw en de tuinbouw, worden de bijdragen eveneens berekend op basis van een forfaitair dagloon. De tabel hieronder bevat het forfaitair dagloon zoals het van toepassing is vanaf 1 oktober 2008 zoals opgesteld overeenkomstig de richtlijnen van en bevestigd door de FOD Sociale Zekerheid.


Voor het berekenen van de gewijzigde bedragen vanaf 1 oktober 2008 voor de gelegenheidswerknemers in de land- en de tuinbouw werd enkel rekening gehouden met




Voor de gelegenheidswerknemers in de horecasector die aangegeven werden door een Dimona-light aangifte, worden de bijdragen eveneens berekend op basis van een forfaitair dagloon. De tabel hieronder bevat het forfaitair dagloon zoals het van toepassing is vanaf 1 oktober 2008 zoals opgesteld overeenkomstig de richtlijnen van en bevestigd door de FOD Sociale Zekerheid.

Voor het berekenen van de gewijzigde bedragen vanaf 1 oktober 2008 voor de gelegenheidswerknemers in de horecasector werd enkel rekening gehouden met

(1) Zowel voor het functienummer 96 als het functienummer 97, moet naast het forfait (aangegeven met looncode 1) ook een forfait toegevoegd worden van 6,70 EUR voor een tewerkstelling op zaterdag of de dag vóór een feestdag en van 13,40 EUR voor een tewerkstelling op zondag of op een feestdag (bedragen geldig vanaf 1 oktober 2008 eveneens aangepast volgens de berekeningen ons overgemaakt door de FOD Sociale Zekerheid, aan te geven onder looncode 8). Voor de berekening van de socialezekerheidsbijdragen moeten deze bedragen eveneens verhoogd worden met 8 % voor de vakantieregeling arbeiders.

I. Proratisering van de forfaitaire daglonen in de Horeca
(oktober 2008)

Voor handarbeiders van wie het loon geheel of gedeeltelijk uit fooien of bedieningsgeld bestaat, gold tot voor 1 oktober 2007 de regel dat de bijdragen berekend werden op basis van één forfait per dag, en dit ongeacht of de handarbeider voltijds of deeltijds werd tewerkgesteld, en ongeacht het aantal uren dat er op een dag gewerkt werd (zie § 3.2.304 e.v. van de instructies).

Het ministerieel besluit van 12 juli 2007 (BS van 30 juli 2007) bracht hierin verandering. Vanaf 1 oktober 2007 geldt een systeem van proratisering van de dagforfaits voor deeltijdse handarbeiders voor een aantal weinig voorkomende functies.

Het ministerieel besluit voorziet een uitbreiding vanaf 1 oktober 2008 van dit systeem naar alle functies. De RSZ heeft echter de bevestiging gekregen van het kabinet van de minister van Sociale Zaken dat de inwerkingtreding van de uitbreiding verdaagd wordt.


H. Forfaitaire daglonen
(oktober 2008)

Dit bericht werd vervangen door het bericht onder puntje J.

G. Werkbonus
(september 2008)

Ingevolge de evolutie van het indexcijfer der consumptieprijzen, is er met ingang van 1 september 2008 een aanpassing van de loongrenzen voor de berekening van de werkbonus. Twee coëfficiënten die u bij de berekening nodig hebt, ondergaan eveneens een wijziging.
Hieronder vindt u in tabelvorm de nieuwe bedragen vanaf 1 september 2008 (zie § 5.3.106 van de Onderrichtingen voor de werkgevers).
Voor de openbare sector gelden ook de loonschijven en verminderingsbedragen die gelden voor de privé-sector.


(*) Onder 'Bedienden' moet worden verstaan: de werknemers die moeten worden aangegeven aan 100 %, dus ook bijvoorbeeld arbeiders in de openbare sector.
(**) Onder 'Arbeiders' moet worden verstaan: de werknemers die moeten worden aangegeven aan 108 %, dus ook bijvoorbeeld kunstenaars.


F. Huisarbeiders – aantal arbeidsdagen
(september 2008)

De RSZ aanvaardt dat het aantal arbeidsdagen voor huisarbeiders berekend wordt op basis van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen (zie § 3.1.205 van de Onderrichtingen). Als gevolg van de evolutie van het indexcijfer der consumptieprijzen, bedraagt het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen 1.362,49 EUR met ingang van 1 september 2008.

E. Sportlui – berekeningsbasis voor de bijdragen
(september 2008)

De socialezekerheidsbijdragen voor sportlui worden berekend op het maximumbedrag dat als basis dient voor de berekening van de werkloosheidsuitkering conform artikel 111 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering. Dit geldt zowel voor de sportlui die vallen onder de wet van 24 februari 1978 betreffende de arbeidsovereenkomst voor betaalde sportbeoefenaars, als voor zij die niet onder die wet vallen (zie § 3.2.309). Door een aanpassing voortvloeiend uit een indexoverschrijding, bedraagt dit bedrag momenteel 1.906,46 EUR met ingang van 1 september 2008.


D. Bruggepensioneerden – grensbedrag voor de bijzondere maandelijkse bijdrage voor bruggepensioneerden
(september 2008)

Als gevolg van de evolutie van het indexcijfer verhoogt het grensbedrag van het gemiddeld maandelijks loon dat bepaalt of er al dan niet een verminderde maandelijkse bijdrage toepasselijk is (zie § 4.2.506 van de Onderrichtingen).
Vanaf 1 september 2008 bedraagt dit grensbedrag 1.906,46 EUR.


C. Kunstenaars – fictief forfaitair dagloon en fictief forfaitair uurloon
(september 2008)

Als gevolg van de evolutie van het indexcijfer bedraagt voor het 3de kwartaal 2008 het fictief forfaitair dagloon 62,06 EUR en het fictief forfaitair uurloon 8,17 EUR. Deze bedragen worden gebruikt als grensbedragen in het kader van de bijdragevermindering voor kunstenaars (zie § 5.3.1204 van de Onderrichtingen) en worden berekend op basis van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen.


B. Verhoging van het GGMMI (gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen) vanaf 1 oktober 2008
(september 2008)

Als gevolg van de, in het interprofessioneel akkoord 2007-2008 voorziene, verhoging van het GGMMI met 25,00 EUR zullen vanaf 1 oktober 2008 vermoedelijk een aantal bedragen opnieuw moeten aangepast worden. Deze zullen in een bijkomende tussentijdse mededeling worden opgenomen.


A. Aanpassing van de lagelooncomponentcoëfficiënten van de structurele vermindering vanaf 1 oktober 2008
(september 2008)

Een ontwerp van koninklijk besluit voorziet in de aanpassing van de coëfficienten van de lagelooncomponent zodanig dat de voorziene verhoging van het GGMMI met 25,00 EUR voor de werkgever quasi neutraal is.