A. ALGEMEEN
3.2.701
Uiterlijk op de laatste dag van de maand die volgt op een kwartaal moet de werkgever of zijn mandataris de DmfA-aangifte indienen én moeten de bijdragen voor dat kwartaal toekomen bij de RSZ. Na deze wettelijke aangifte- en betalingstermijn begint de verjaringstermijn van de vorderingen van de RSZ te lopen. Binnen de verjaringstermijn kunnen de werkgever of zijn mandataris de ingediende aangifte wijzigen of kunnen zij alsnog de aangifte voor dat kwartaal indienen. Zolang de verjaringstermijn loopt, kan ook de RSZ een aangifte indienen of een geboekte aangifte rechtzetten en de hierop verschuldigde bijdragen vorderen. Opgelet, een aangifte die buiten de wettelijke aangiftetermijn doorgestuurd wordt, geeft aanleiding tot toepassing van sancties. De verjaringstermijn bedraagt 5 jaar tot 31 december 2008 en 3 jaar vanaf 1 januari 2009. De vorderingen van de RSZ ten laste van de werkgevers met werknemers die betaald worden door de CDVU vormen een uitzondering want verjaren slechts na 7 jaar. Vorderingen tegen de RSZ De verjaringstermijn (3 jaar vanaf 1 januari 2009, voordien 5 jaar) geldt tevens voor de vorderingen tegen de RSZ, ingesteld door de werkgever m.b.t. ten onrechte betaalde bijdragen. Met het verschil dat de verjaringstermijn van dit soort vorderingen start op de dag dat de werkgever de bijdragen betaalt. Hierna kan u lezen op welk ogenblik de verjaring van loonachterstallen, verbrekingsvergoedingen en dubbel vakantiegeld begint te lopen.
3.2.702
De verjaringstermijn voor de bijdragen begint te lopen vanaf het ogenblik dat de vermelde betalingstermijn verstreken is, namelijk vanaf de 1ste dag van de 2de maand die volgt op de maand waarin:
3.2.703
Een achterstallige verbrekingsvergoeding, voor een periode die geheel of gedeeltelijk voorbij is, moet worden aangegeven en betaald uiterlijk in de maand die volgt op die waarin het recht werd erkend door de werkgever of door een in kracht van gewijsde getreden beslissing. De verjaringstermijn begint te lopen vanaf het ogenblik dat de bovenvermelde betalingstermijnen verstreken zijn.
3.2.704
E. FAILLISSEMENT
3.2.705
F. OVERGANGSREGELING 5 JAAR NAAR 3 JAAR
3.2.706
Schematisch uitgedrukt verjaren de vorderingen van de RSZ als volgt:
3.2.707
Bij stuiting van de verjaring begint een nieuwe termijn te lopen vanaf de dag die volgt op de stuiting. Zowel de RSZ als de werkgever of zijn mandataris kunnen de verjaring stuiten. Hoe stuiten Zowel de werkgever als de RSZ kunnen de verjaringstermijn stuiten door een aangetekende brief. Wat de RSZ betreft, vermeldt deze brief: de feiten of vaststellingen waarop de vordering steunt, de betrokken kwartalen, de grond van de vordering (bijv. herkwalificatie van een vergoeding) met vermelding van het bedrag aan bijdragen of een provisionele raming, en de vermelding dat de brief tot doel heeft de verjaring te stuiten. Naast de aangetekende brief kan de verjaring worden gestuit door de manieren van stuiting zoals voorzien in het Burgerlijk Wetboek, met name de dagvaarding voor het gerecht, het bevel tot betaling of een beslaglegging. De RSZ (niet de werkgever) heeft tot slot de mogelijkheid een dwangbevel te laten betekenen en zo de verjaring te stuiten.
3.2.708
Een 'werknemer' die het niet eens is met een beslissing van de RSZ tot onderwerping of niet-onderwerping van zijn prestaties aan de sociale zekerheid die hem per aangetekende brief werd meegedeeld, kan in beroep gaan tegen de beslissing. Hij moet daarvoor een aangetekende brief zenden naar de arbeidsrechtbank of een gewone brief afgeven op de griffie van de arbeidsrechtbank. Dit moet gebeuren binnen de 3 maanden vanaf de kennisgeving van de beslissing door de RSZ. Indien de betrokkene binnen de termijn van 3 maanden niet naar de rechtbank is gestapt, vervalt zijn recht om dit te doen. Als de rechter later oordeelt dat de RSZ voor een periode die deels of volledig afgelopen is, ten onrechte de aangifte geweigerd heeft, moet de werkgever de bijdragen aangeven en betalen binnen de maand die volgt op die waarin het recht tot onderwerping werd erkend bij een in kracht van gewijsde getreden beslissing. De verjaringstermijn van de vordering start zodra de aangifte- en betalingstermijn voorbij is.