DEEL 3: Berekening van de bijdragen
TITEL 2: De gewone bijdragen
HOOFDSTUK 7: De verjaring

3.2.701 A. ALGEMEEN
3.2.702 B. VERJARINGSTERMIJN LOONACHTERSTALLEN
3.2.703 C. VERJARINGSTERMIJN VERBREKINGSVERGOEDING
3.2.704 D. VERJARINGSTERMIJN DUBBEL VAKANTIEGELD VAN DE PRIVATE SECTOR
3.2.705 E. FAILLISSEMENT
3.2.706 F. OVERGANGSREGELING 5 JAAR NAAR 3 JAAR
3.2.707 G. DE STUITING VAN DE VERJARINGSTERMIJN
3.2.708 H. BEROEPSTERMIJN VOOR WERKNEMERS

A. ALGEMEEN

3.2.701

Vorderingen van de RSZ


Uiterlijk op de laatste dag van de maand die volgt op een kwartaal moet de werkgever of zijn mandataris de DmfA-aangifte indienen én moeten de bijdragen voor dat kwartaal toekomen bij de RSZ.

Na deze wettelijke aangifte- en betalingstermijn begint de verjaringstermijn van de vorderingen van de RSZ te lopen. Binnen de verjaringstermijn kunnen de werkgever of zijn mandataris de ingediende aangifte wijzigen of kunnen zij alsnog de aangifte voor dat kwartaal indienen. Zolang de verjaringstermijn loopt, kan ook de RSZ een aangifte indienen of een geboekte aangifte rechtzetten en de hierop verschuldigde bijdragen vorderen.
Opgelet, een aangifte die buiten de wettelijke aangiftetermijn doorgestuurd wordt, geeft aanleiding tot toepassing van sancties.

De verjaringstermijn bedraagt 5 jaar tot 31 december 2008 en 3 jaar vanaf 1 januari 2009.

De vorderingen van de RSZ ten laste van de werkgevers met werknemers die betaald worden door de CDVU vormen een uitzondering want verjaren slechts na 7 jaar.


Vorderingen tegen de RSZ

De verjaringstermijn (3 jaar vanaf 1 januari 2009, voordien 5 jaar) geldt tevens voor de vorderingen tegen de RSZ, ingesteld door de werkgever m.b.t. ten onrechte betaalde bijdragen. Met het verschil dat de verjaringstermijn van dit soort vorderingen start op de dag dat de werkgever de bijdragen betaalt.

Hierna kan u lezen op welk ogenblik de verjaring van loonachterstallen, verbrekingsvergoedingen en dubbel vakantiegeld begint te lopen.
Top


B. VERJARINGSTERMIJN LOONACHTERSTALLEN

3.2.702

De bijdragen op loonachterstallen moeten worden aangegeven en betaald, ten laatste in de maand die volgt op die waarin de werkgever erkent dat de werknemer recht heeft op de loonachterstal of het recht wordt erkend door een in kracht van gewijsde getreden rechterlijke beslissing.


De verjaringstermijn voor de bijdragen begint te lopen vanaf het ogenblik dat de vermelde betalingstermijn verstreken is, namelijk vanaf de 1ste dag van de 2de maand die volgt op de maand waarin:

Dat de werkgever het recht erkent, kan blijken uit een geschreven verklaring van de werkgever of zijn mandataris of uit de daadwerkelijke betaling van het achterstallige loon. Een kopie van het vonnis of het arrest verduidelijkt de rechterlijke beslissing.

Let op, loonachterstallen m.b.t. een periode vóór het 3de kwartaal 1988 zijn definitief verjaard.

Voorbeeld:
De werkgever erkent het recht van de werknemer op loonachterstallen m.b.t. het 1ste kwartaal 2007 op 15 september 2008, de aangifte en de betaling van de bijdragen moeten uiterlijk op 31 oktober 2008 gebeurd zijn. De verjaringstermijn start op 1 november 2008 en verstrijkt op 31 oktober 2011.
Top


C. VERJARINGSTERMIJN VERBREKINGSVERGOEDING

3.2.703

De bijdragen verschuldigd op het bedrag van de vergoeding wegens onrechtmatige beëindiging van de dienstbetrekking moet de werkgever ten laatste aangeven en betalen de laatste dag van de maand die volgt op het kwartaal waarin deze vergoedingen verschuldigd zijn.


Een achterstallige verbrekingsvergoeding, voor een periode die geheel of gedeeltelijk voorbij is, moet worden aangegeven en betaald uiterlijk in de maand die volgt op die waarin het recht werd erkend door de werkgever of door een in kracht van gewijsde getreden beslissing.

De verjaringstermijn begint te lopen vanaf het ogenblik dat de bovenvermelde betalingstermijnen verstreken zijn.
Top


D. VERJARINGSTERMIJN DUBBEL VAKANTIEGELD VAN DE PRIVATE SECTOR

3.2.704

De bijzondere werknemersbijdrage op het dubbel vakantiegeld is slechts verschuldigd na de werkelijke betaling van het dubbel vakantiegeld. De verjaringstermijn start na het einde van de maand die volgt op het kwartaal waarin de werkgever het dubbel vakantiegeld betaalt. Top

E. FAILLISSEMENT

3.2.705

Het recht van de RSZ opname te vorderen van een schuldvordering verjaart na verloop van 1 jaar te rekenen van het faillietverklarend vonnis. Dit betekent niet dat de schuldvordering van de RSZ verjaard is wanneer het jaar voorbij is maar de RSZ kan dan niet meer doen dan zijn vordering inschrijven op het passief van het faillissement. Top

F. OVERGANGSREGELING 5 JAAR NAAR 3 JAAR

3.2.706

Vanaf 1 januari 2009 wordt de verjaringstermijn ingekort van 5 jaar naar 3 jaar. Dit heeft tot gevolg dat de DmfA-aangiften van het 4de kwartaal 2003 tot en met het 3de kwartaal 2005 tegelijk verjaard zullen zijn op 1 januari 2009 en dat de DmfA-aangifte van het 4de kwartaal 2005 zal verjaard zijn op 1 februari 2009.


Schematisch uitgedrukt verjaren de vorderingen van de RSZ als volgt:

kwartaalwettelijke vervaldagverjaart op verjaringstermijn
1/200230-04-200230-04-20075 jaar
2/200231-07-200231-07-20075 jaar
3/200231-10-200231-10-20075 jaar
4/200231-01-200331-01-20085 jaar
1/200330-04-200330-04-20085 jaar
2/200331-07-200331-07-20085 jaar
3/200331-10-200331-10-20085 jaar
4/200331-01-200431-12-20084 jaar en 11 maanden
1/200430-04-200431-12-20084 jaar en 8 maanden
2/200431-07-200431-12-20084 jaar en 5 maanden
3/200430-10-200431-12-20084 jaar en 2 maanden
4/200431-01-200531-12-20083 jaar en 11 maanden
1/200530-04-200531-12-20083 jaar en 8 maanden
2/200531-07-200531-12-20083 jaar en 5 maanden
3/200530-10-200531-12-20083 jaar en 2 maanden
4/200531-01-200631-01-20093 jaar
1/200630-04-200630-04-20093 jaar

De vorderingen tegen de RSZ verjaren vanaf 1 januari 2009 eveneens na verloop van 3 jaar. De verjaringstermijn start op de dag dat de werkgever de bijdragen betaalt.
Top


G. DE STUITING VAN DE VERJARINGSTERMIJN

3.2.707

Het begrip stuiting

Bij stuiting van de verjaring begint een nieuwe termijn te lopen vanaf de dag die volgt op de stuiting. Zowel de RSZ als de werkgever of zijn mandataris kunnen de verjaring stuiten.

Hoe stuiten

Zowel de werkgever als de RSZ kunnen de verjaringstermijn stuiten door een aangetekende brief. Wat de RSZ betreft, vermeldt deze brief: de feiten of vaststellingen waarop de vordering steunt, de betrokken kwartalen, de grond van de vordering (bijv. herkwalificatie van een vergoeding) met vermelding van het bedrag aan bijdragen of een provisionele raming, en de vermelding dat de brief tot doel heeft de verjaring te stuiten.

Naast de aangetekende brief kan de verjaring worden gestuit door de manieren van stuiting zoals voorzien in het Burgerlijk Wetboek, met name de dagvaarding voor het gerecht, het bevel tot betaling of een beslaglegging.

De RSZ (niet de werkgever) heeft tot slot de mogelijkheid een dwangbevel te laten betekenen en zo de verjaring te stuiten.
Top


H. BEROEPSTERMIJN VOOR WERKNEMERS

3.2.708

Vanaf 1 juli 2008 beschikken 'werknemers' over een termijn van 3 maanden om beroep in te stellen tegen een beslissing van de RSZ inzake onderwerping aan de sociale zekerheid voor werknemers of weigering daarvan.


Een 'werknemer' die het niet eens is met een beslissing van de RSZ tot onderwerping of niet-onderwerping van zijn prestaties aan de sociale zekerheid die hem per aangetekende brief werd meegedeeld, kan in beroep gaan tegen de beslissing. Hij moet daarvoor een aangetekende brief zenden naar de arbeidsrechtbank of een gewone brief afgeven op de griffie van de arbeidsrechtbank. Dit moet gebeuren binnen de 3 maanden vanaf de kennisgeving van de beslissing door de RSZ.

Indien de betrokkene binnen de termijn van 3 maanden niet naar de rechtbank is gestapt, vervalt zijn recht om dit te doen.

Als de rechter later oordeelt dat de RSZ voor een periode die deels of volledig afgelopen is, ten onrechte de aangifte geweigerd heeft, moet de werkgever de bijdragen aangeven en betalen binnen de maand die volgt op die waarin het recht tot onderwerping werd erkend bij een in kracht van gewijsde getreden beslissing.

De verjaringstermijn van de vordering start zodra de aangifte- en betalingstermijn voorbij is.
Top