DEEL 1: Toepassingssfeer van de socialezekerheidswetgeving
TITEL 2: Over de beperkingen en de uitsluitingen
HOOFDSTUK 1: De beperkingen

1.2.101 A. ALGEMEEN
1.2.102 B. PRIVATE SECTOR
1.2.102 1. Private sector uitgezonderd onderwijs en PMS-centra
1.2.104 2. Vrij niet-universitair onderwijs
1.2.106 3. Vrij universitair onderwijs
1.2.107 4. Vrije PMS-centra
1.2.108 C. OPENBARE SECTOR
1.2.108 1. Rijk, Gemeenschappen en Gewesten voor het personeel dat niet tot het onderwijs behoort
1.2.110 2. Instellingen van openbaar nut voor het personeel dat niet tot het onderwijs behoort
1.2.113 3. Onderwijs

A. ALGEMEEN

1.2.101

Uit wat voorafgaat kunt u uitmaken wie bij de RSZ moet worden aangegeven. Een aantal van deze personen vallen echter niet onder al de in de sociale zekerheid opgenomen regelingen. Hieronder vindt u een overzicht van hen, met aanduiding van de sectoren waarvoor wel bijdragen verschuldigd zijn.

De personen die hieronder niet besproken worden, vallen onder alle regelingen.

De aangifte houdt rekening met de correcte bijdragepercentages. Top


B. PRIVATE SECTOR

1. Private sector uitgezonderd onderwijs en PMS-centra

1.2.102

Met betrekking tot de regeling jaarlijkse vakantie moet u de tabel hieronder zo interpreteren dat een kruisje in deze kolom aanduidt dat de vakantiewetgeving van de privé-sector van toepassing is. Voor bedienden is er uiteraard aan de RSZ geen bijdrage voor de vakantieregeling verschuldigd, omdat de werkgever zelf instaat voor de betaling van het vakantiegeld. Top

1.2.103


(*) De beperking tot de aangeduide regelingen geldt slechts tot 31 december van het kalenderjaar waarin de leerlingen, stagiairs of jongeren 18 jaar worden. Vanaf 1 januari van het volgende jaar (het jaar waarin ze 19 worden), vallen zij onder alle regelingen. Top


2. Vrij niet-universitair onderwijs

1.2.104

Voor personeelsleden die een weddetoelage ten laste van een Gemeenschap of van een andere publiekrechtelijke persoon ontvangen is de wet beperkt tot:
De wet is beperkt tot de regeling ZIV-geneeskundige verzorging indien deze weddetoelage aanspraak doet ontstaan op een pensioen ten laste van de Schatkist of het personen betreft die inzake pensioen op dezelfde wijze worden behandeld als stagiairs van het Gemeenschapsonderwijs.
Top


1.2.105

De hierboven vermelde personeelsleden worden niet aangegeven door de inrichtende macht, maar door de openbare dienst die hen bezoldigt.

Nochtans, personeelsleden die prestaties verrichten waarvoor zij rechtstreeks van de inrichtende macht een bezoldiging ontvangen, zijn voor deze prestaties onderworpen aan al de in de sociale zekerheid opgenomen regelingen. De inrichtende macht geeft hen voor deze prestaties aan bij de RSZ. Top


3. Vrij universitair onderwijs

1.2.106

Voor het academisch personeel is de wet beperkt tot de sector ZIV-geneeskundige verzorging, arbeidsongevallen en beroepsziekten.

Indien deze werknemers vanaf 1 januari 1999 nieuw in dienst komen, zijn eveneens de bijdragen voor de kinderbijslagregeling verschuldigd.

Onder academisch personeel moet worden verstaan:


Voor de gerechtigden op een doctoraatsbeurs of een postdoctoraatsbeurs die niet onder de toepassing vallen van een door België afgesloten internationale overeenkomst inzake sociale zekerheid, is de wet beperkt tot de regelingen van de ziekteverzekering (uitkeringen en geneeskundige verzorging), de kinderbijslag, de jaarlijkse vakantie, arbeidsongevallen en beroepsziekten.
Top


4. Vrije PMS-centra

1.2.107

Voor personeelsleden van private personen die een dienst voor school- en beroepsoriëntering of een psycho-medisch-sociaal centrum inrichten, en die een weddetoelage van een Gemeenschap ontvangen, is de wet beperkt tot de volgende sectoren:
De wet is echter beperkt tot de regeling ZIV-geneeskundige verzorging indien deze personeelsleden aanspraak maken op het pensioen ingesteld bij de wet van 31 juli 1963 betreffende het pensioen van het personeel van diensten voor school- en beroepsoriëntering en van psycho-medisch-sociale centra, die een weddetoelage van een Gemeenschap ontvangen.
Top


C. OPENBARE SECTOR

1. Rijk, Gemeenschappen en Gewesten voor het personeel dat niet tot het onderwijs behoort

1.2.108

De wet is beperkt tot de sector ZIV-geneeskundige verzorging voor:
De eerste twee categorieën worden niet meer bij de RSZ aangegeven indien zij hun functies in het buitenland uitoefenen en er hun administratieve verblijfplaats hebben. De laatste categorie is niet meer verzekeringsplichtig indien zij door hun respectieve representatieve organen naar het buitenland worden gezonden om er een functie waar te nemen.
Top


1.2.109

De toepassing van de wet is beperkt tot de sectoren ZIV (geneeskundige verzorging en uitkeringen), werkloosheid en pensioenen, voor:

De toepassing van de wet is beperkt tot de sectoren ZIV (geneeskundige verzorging) en pensioenen, voor de personen die tewerkgesteld zijn bij wijze van mandaat in een managementfunctie of die aangesteld zijn in een staffunctie.

De regelingen arbeidsongevallen en beroepsziekten zijn voor sommige werknemerscategorieën steeds toepasselijk (zie volgende paragraaf). Top


2. Instellingen van openbaar nut voor het personeel dat niet tot het onderwijs behoort

1.2.110

In algemene zin brengt de (gedeeltelijke) onderwerping aan de socialezekerheidswetgeving met zich mee dat aan de RSZ de werkgeversbijdragen voor de regelingen arbeidsongevallen en beroepsziekten verschuldigd zijn. Veel werkgevers uit de openbare sector vallen evenwel voor hun statutaire en contractuele werknemers onder de wet van 3 juli 1967 betreffende de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector. De werkgevers die onder deze Wet vallen zijn de werkgeversbijdragen voor arbeidsongevallen en beroepsziekten niet verschuldigd. Voor bepaalde werknemerscategorieën in de openbare sector (onder andere de werknemers tewerkgesteld met een beroepsinlevingsovereenkomst, erkende leerlingen, enzovoort) zijn deze werkgeversbijdragen evenwel toch verschuldigd. De multifunctionele aangifte (Dmfa) werd aangepast om deze werknemers te kunnen aangeven.

Instellingen van openbaar nut zijn in beginsel de werkgeversbijdrage voor kinderbijslag aan de RSZ verschuldigd. Wanneer zij evenwel krachtens hun statuten of bijzondere bepalingen verplicht zijn de kinderbijslag rechtstreeks aan hun personeelsleden uit te betalen, zijn zij deze werkgeversbijdrage niet verschuldigd. Top


1.2.111

Los van wat voorafgaat is de wet beperkt tot de sectoren ZIV (geneeskundige verzorging en uitkeringen), werkloosheid en pensioenen voor:
Indien de personen onder statuut aanspraak kunnen maken op een pensioen ander dan dit voorzien bij de pensioenregeling voor gewone werknemers, is de toepassing van de wet beperkt tot: De toepassing van de wet is beperkt tot de sectoren ZIV (geneeskundige verzorging) en pensioenen, voor de personen die tewerkgesteld zijn bij wijze van mandaat in een managementfunctie in een openbare instelling van de sociale zekerheid.

Voor de bursalen die gerechtigd zijn op een doctoraatsbeurs, een postdoctoraatsbeurs, een specialisatiebeurs, een onderzoekingsbeurs of een reisbeurs en die niet onder de toepassing vallen van een door België afgesloten internationale overeenkomst inzake sociale zekerheid, is de wet beperkt tot de regelingen van de ziekteverzekering (uitkeringen en geneeskundige verzorging) en de kinderbijslag. Wanneer de instellingen van openbaar nut evenwel verplicht zijn zelf de kinderbijslag rechtstreeks aan deze bursalen uit te betalen, is de werkgeversbijdrage voor de regeling kinderbijslag niet verschuldigd. Top


1.2.112

De personen in dienst van een werkgever uit de openbare sector die hier niet besproken zijn, vallen onder alle in de sociale zekerheid opgenomen regelingen. Het betreft onder andere: Top

3. Onderwijs

1.2.113

Voor de personeelsleden van openbare onderwijsinstellingen (zowel niet-universitair als universitair), is de toepassing van de wet beperkt tot de sectoren ZIV (geneeskundige verzorging en uitkeringen), werkloosheid en pensioenen. Indien de werkgever een instelling van openbaar nut is, gelden voor kinderbijslagen, arbeidsongevallen en beroepsziekten, dezelfde overwegingen als hierboven uiteengezet.

Voor de volgende personen is de wet evenwel beperkt tot de sector ZIV-geneeskundige verzorging:


Voor de gerechtigden op een doctoraatsbeurs of een postdoctoraatsbeurs, die niet onder de toepassing vallen van een door België afgesloten internationale overeenkomst inzake sociale zekerheid, is de wet beperkt tot de regelingen van de ziekteverzekering (uitkeringen en geneeskundige verzorging) en de kinderbijslag. Wanneer de onderwijsinstelling verplicht is zelf de kinderbijslag rechtstreeks aan deze personeelsleden uit te betalen, is de werkgeversbijdrage voor de regeling kinderbijslag niet verschuldigd.
Top