3.4.801
Achtereenvolgens wordt het geval behandeld van jongeren tussen 18 en 25 jaar, van de deeltijds leerplichtigen en van de leerlingen.
3.4.802
3.4.803
Het betreft een arbeidsovereenkomst en een overeenkomst werk-opleiding.
Het afsluiten van die overeenkomsten biedt de betrokken jongeren de mogelijkheid om, tijdens een gedeelte van hun tewerkstelling, een opleiding te volgen die rechtstreeks verband houdt met de functie die zij uitoefenen in het kader van de arbeidsovereenkomst.
3.4.804
Voor het gedeelte van die arbeidsovereenkomst waarbij de tewerkstelling en opleiding afwisselend plaatsvinden, moet de tewerkstelling minstens halftijds gebeuren. Bovendien mag de tewerkstellingsperiode, vermeerderd met de duur van de opleiding, op jaarbasis de conventionele arbeidsduur voor een voltijdse tewerkstelling niet overschrijden.
3.4.805
3.4.806
Bij bepaalde schorsingen van de uitvoering van de "overeenkomst werk-opleiding", mogen de partijen de duur van deze overeenkomst verlengen om de jongere de mogelijkheid te bieden, de volledige cyclus van de begonnen opleiding te beëindigen. In dat geval, kan de duur van de periode waarvoor u de bijdragevermindering geniet, soms meer dan drie jaar bedragen. Voor bijkomende inlichtingen hierover, kan u contact opnemen met de Dienst Inschakeling in het Arbeidsproces van het Federaal Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, die u eveneens inlichtingen kan verstrekken over de beëindiging van de overeenkomst werk-opleiding.
3.4.807
3. Betrokken werknemers
3.4.808
De jongere mag, voor de gevolgde opleiding, het betaald educatief verlof in het kader van de voortdurende vorming van de werknemers, zoals bedoeld in hoofdstuk IV, afdeling 6 van de Herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, niet genieten.
3.4.809
4. Bedrag van de vermindering
3.4.810
3.4.811
Het voordeel houdt in elk geval op vanaf het kwartaal dat volgt op dat waarin de jongere 28 jaar wordt.
3.4.812
Voor elke betrokken werknemer voegt de werkgever bij de aangifte van het kwartaal waarin deze vermindering voor de eerste keer wordt ingeroepen, een kopie van de arbeidsovereenkomst en van de overeenkomst werk-opleiding. Dit document moet "voor goedkeuring" medeondertekend zijn door de bevoegde ambtenaar van de Dienst Inschakeling in het Arbeidsproces van het Federaal Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid.
Voor elk kwartaal en voor elke werknemer voor wie hij de vermindering inroept, voegt de werkgever bij de aangifte van dat kwartaal een attest waaruit blijkt dat de werknemer daadwerkelijk voor de lessen of voor de vorming is ingeschreven en dat hij ze in dat kwartaal regelmatig heeft gevolgd. Dit attest levert de Directeur van het centrum waar de jongere de vorming volgt of het Hoofd van de inrichting waar de jongere de lessen volgt, ieder kwartaal af. Het moet worden afgeleverd aan de hand van een formulier, waarvan het model door de Dienst Inschakeling in het Arbeidsproces van het Federaal Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid werd opgesteld.
Indien één van deze documenten ontbreekt is er voor de betrokken werknemer geen vermindering.
3.4.813
1. Betrokken werkgevers
3.4.814
2. Betrokken werknemers
3.4.815
Die werknemers moeten werken in uitvoering van een arbeidsovereenkomst of een stageovereenkomst, bedoeld bij het koninklijk besluit nr. 230 van 21 december 1983 betreffende de stage en de inschakeling van jongeren in het arbeidsproces.
De werknemer mag echter geen activiteit uitoefenen in een sector of een beroep, waarvoor het industrieel leerlingenwezen georganiseerd is.
3.4.816
Aangezien die werknemers echter niet onderworpen zijn aan de regeling der pensioenen en voor hen de loonmatigingsbijdrage niet verschuldigd is, bestaat voor hen de vermindering uit de volledige vrijstelling van werkgeversbijdragen met betrekking tot de regelingen van:
3.4.817
C. DE LEERLINGEN
3.4.818
3.4.819
2. Betrokken leerlingen
3.4.820
3.4.821
De vermindering van bijdragen slaat enkel op de vergoedingen van de betrokken leerlingen, die overeenstemmen met hun arbeidsduur.
3.4.822